HOOFDSTUK 7 Flashcards

vitaminen

1
Q

micronutriënten

A

= zitten in kleine hoeveelheden in het voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

chemisch heterogene stoffen

A

= moleculen die niet op elkaar lijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vitaminen kunnen we opsplitsen in 2 groepen

A
  • vetoplosbaren
  • wateroplosbaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

provitaminen

A

= vitaminen kunnen we wel aanmaken in het lichaam maar provitaminen moeten we aanvoeren via voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hypovitaminose

A

= aan 1 vitamine tekort (of meerderen)

= nog geen volledige depletie
= aspecifieke symptomen
= verminderde vitaliteit, eetlust,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

avitaminose

A

= deficiëntie die zeer ernstig is. Lichaamsvoorraden zijn uitgeput, tekort aan co-factoren, biochemische pathways lopen mis
= (ir)reversibele schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hypervitaminose

A

= overmaat aan vitamine(n) meestal tgv overdosering

  • intoxicatieverschijnselen
  • vitamine B = weinig toxisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

orthomoleculaire supplementen

A

= megavitamine therapie
= gebruik maken van componenten die het lichaam nodig heeft, die in geneesmiddelen in hoge dosis gebruikt worden

! mogelijk risico op hypervitaminose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er bij een uitputting van de vitaminenvoorraad?

A

= niet meteen symptomen
- bloedspiegel daalt
- Co-factor is nog wel aanwezig
- pas na lang tekort, zal de cofactor ook dalen in functie
= verstoring biochemische pathways

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe deficiënties voorkomen?

A
  • supplementen
  • wettelijke toelating om bepaalde voedingsmiddelen te verrijken met vitaminen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vitamine B1

A

= thiamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voedselbronnen voor vitamine B1

A
  • zeer verspreid
  • we kunnen niet echt reserves aanleggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wernicke-Korsakoff syndroom

A

= evenwichtsstoornissen, dubbelzicht, verwardheid, geheugenproblematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling bij tekort aan vitamine B1
+ ADH?

A
  • altijd wat meer dan ADH toedienen
  • 10 - 30mg tot overmaat van 100 - 600 mg
  • overmaat wordt afgevoerd via urine
  • ADH = man 1,5 mg, vrouw 1,1mg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vitamine B2

A

riboflavine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bronnen van vitamine B2

A
  • rijkelijk in zuivelproducten, orgaanvlees, bladgroenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vitamine B3

A

Niacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

vitamine PP-factor

A

pp = pellagra preventing

pellagra = huidziekte tgv vitamine B3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

1 NE

A

NE = niacine equivalenten
-> 1NE
= 1 mg nicotinezuur
= 1 mg nicotinamide
= 60mg TRP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

deficiëntie van vitamine B3

A
  • pellagra = dermatitis, dementie, dood

-> volledige avitaminose is nodig voor de ontwikkeling

-> risicogroepen = alcoholiekers, chronische diarree, malabsorptie, erfelijke ziekte (Ziekte van Harnup)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

behandleing van vitamine-B3-deficiëntie

A
  • niacine kan je innemen tot 900 mg/dag onder vorm van nicotinamide
  • neveneffect = rode huid, warme gloed, misselijk gevoel, daling van bloeddruk
  • dosis boven 2 - 10g/24u
    = toxisch = leveracidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

vitamine B5

A

panthotheenzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

voedselbronnen van vitamine B5

A
  • plantaardige en dierlijke weefsels
  • in voedsel onder vorm van CoA
  • kan door darmflora aangemaakt worden

ADH = 5 mg/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

deficiëntie vitamine B5

A
  • deel van multipele deficiëntie
  • burning foot syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

behandeling deficiëntie vitamine B5

A

300 - 500 mg/dag zonder toxische effecten te ondervinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

vitamine B6

A

pyridoxine
pyridoxaal
pyridoxamine

27
Q

voedselbronnen vitamine B6

A

universeel verspreid in vele geneesmiddelen

-> ADH behoeften zijn te linken aan de hoeveelheid opgenomen eiwitten => 2 - 3 mg/dag

28
Q

deficiëntie vitamine B6

A
  • slechte eetlust, slechte groei, dermatitis, microcytaire anemie
  • absorptiestoornissen te wijten aan tekort van B6
29
Q

absorptiestoornissen te wijten aan tekort in vitamine B6

A

convulsies
Crohn
coeliakie
jejunale-ileale bypass

30
Q

behandeling vitamine B6

A
  • 10 - 20 mg/dag gedurende enkele weken
  • bij langdurige hoge dosis = perifere neuritis
  • MTI = 25 mg
  • gebruikt behandeling PMS
31
Q

MTI

A

= maximum tolerable intake

32
Q

vitamine B8

A

= biotine

33
Q

voedselbronnen vitamine B8

A
  • universeel veelvoorkomend
  • darmflora maakt biotine aan
  • ADH = 40 μg/dag
34
Q

deficiëntie biotine

A
  • parentale voeding zonder biotine
  • genetische afwijkingen
  • aantasting huid
35
Q

vitamine C aanwezigheid?

A

vitamine C aanwezigheid heeft een positief effect
-> belangrijk anti-ostatief vitamine
-> positief effect naar de bescherming tegen oxidatie toe

36
Q

ADH voor foliumzuur?

A
  • zwanger = 400 μg/dag
  • innemen voorkomt spina bifida, hazenbuis
  • borstvoeding = 300 μg/dag
37
Q

deficiëntie in foliumzuur

A
  • macrocytaire anemie
  • verandering slijmvliezen
  • neurlogische afwijkingen
  • remming DNA/RNA synthese
38
Q

behandeling deficiëntie foliumzuur

A
  • 0,5 - 2 mg/dag
  • preventief = 0,4 mg/dag
  • MTI = 1 mg
39
Q

vitamine B12 biobeschikbaarheid

A
  • vrjstellen van B12 door koken/maagzuur
  • B12 gaat gekoppeld worden door transcobalamine = leveropslag
  • B12 aanvoeren = lang opslagen
40
Q

vitamine B12 voedselbronnen

A
  • enkel door micro-organismen gesynthetiseerd, niet aanwezig in plantaardig voedsel
  • alleen dierlijke producten
  • ADI HGR = 4 μg/dag
  • zwangerschap = 4,5 μg/dag
  • borstvoeding = 5 μg/dag
41
Q

deficiëntie vitamine B12

A
  • indirect probleem voor precursor van DNA-synthese
  • megaloblastische anemie, diarree, ontsteking slijmvliezen
  • perifere neuropathie
42
Q

behandeling deficiëntie B12

A
  • IM = 1 mg/dag gedurende week
    -> 4 weken = 1mg/maand
  • oraal
  • geen toxische effecten
43
Q

vitamine C

A

ascorbinezuur

44
Q

vitamine C is een reversibel reductans?

A
  • betrokken bij collageenvorming
  • lysine moet gehydroxyleerd worden
  • rol in aanmaak van neurotransmitter
45
Q

invloed op immuunfunctie van vitamine C

A
  • vitamine C [ ] daalt bij infectie in leukocyten
  • speelt rol in immuniteit
  • rol in fagocytotische respons
46
Q

ADH vitamine C

A

110 mg/dag

47
Q

deficiëntie in vitamine C

A
  • zeer zeldzaam bij ons
  • scheurbuik
  • bloedingen, spierzwakte, vermoeidheid, verhoogde infectiegevoeligheid, pijn
48
Q

behandeling deficiëntie vitamine C

A
  • UIL = veilig level om in te nemen = 2 g
  • toxische dosissen = tot 10g = risico op nierstenen
49
Q

endogene antioxidanten

A
  • SOD = superoxide dismutase
  • metaal chelerende eiwitten
  • niet-eiwit antioxidatief = glutathion, coenzyme Q
50
Q

exogene antioxidanten

A

= niet zelf aanmaken maar wel via voedsel aanvoeren

  • chelerende eigenschappen = indirect antioxidant actief
51
Q

vetoplosbare vitaminen

A

= ADEK

52
Q

vitamine A

A

= retinol

53
Q

voedselbronnen vitamine A

A

plantaardige bronnen = carotenoïden

54
Q

ADH van vitamine A

A

650 - 750 μg/dag
internationale eenheid = 0,3 μg retinol

55
Q

hypovitaminose A

A
  • nachtblindheid
  • uitdroging en verhoorning van de huid + slijmvliezen
  • infectiegevoelig
56
Q

behandeling deficiëntie van vitamine A

A
  • grens 3 mg/dag
  • toxisch = teratogeen
  • heel hoge dosissen = lever bypassen = toxisch
57
Q

vitamine D (2 vormen)

A
  • cholecalciferol
  • ergocalciferol
58
Q

biobeschikbaarheid van vitamine D

A
  • absorptie in GI systeem
  • synthese vanuit 7-DHC via zonlicht in de huid
  • transport in plasma is gebonden aan vitamine bindend eiwit (DBP)
  • thv de weefsels is er binding met vitamine D receptor
59
Q

ADH vitamine D

A

10 - 15 μg/dag

voor 70+ en zwangere personen = 20 μg/dag

60
Q

rachitis

A

= vitamine D deficiëntie

  • omvorming van vitamine D naar calcitriol loopt mis
    = problemen met botvorming
    = O-beentjes
  • kinderen
61
Q

osteomalacie

A
  • volwassenen
  • osteomalacie = verzwakking botten
62
Q

deficiënte van vitamine D

A
  • vetmalabsorptie
  • nieraandoeningen
  • hypoparathyroidie
63
Q

behandeling vitamine D deficiëntie

A
  • ouderen = 20 μg/dag
  • zuigelingen = 10 μg/dag

preventie beiaarden = 20 μg/dag + calciumsupplementatie

preventie zuigelingen = 10μg/dag = 400 IE/dag