Hoofdstuk 9 Flashcards
Sensatie
Registratie van fysieke stimuli uit onze omgeving door onze zintuigen
Transductie
Omzetten naar neurale activiteit
Codering
Differentiatie tussen sensaties
Perceptie
Subjectieve ervaring van sensatie beïnvloed door context, emotionele toestand, eerdere ervaringen en cultuur. Onze perceptie wordt volledig bepaald door onze hersenen
Idiosyncratische representatie van de realiteit
Perceptie verschilt per individu
Structuur oog
Pupil > iris> lens > retina
Pupil
Lensopening
Iris
Bepaalt de grootte van de lensopening, en daarmee de hoeveelheid licht.
Lens
Focust licht op de retina
Retina
Netvlies, vangt licht op en converteert dit naar neurale activiteit, dit gebeurt door fotoreceptorcellen
Myopia
Bijziendheid, ver weg niet in de focus
Hyperopia
Verziendheid, dichtbij kan niet gefocust worden.
Visuele veld
Deel van de visuele ruimte die door de ogen gezien wordt
Receptieve veld
Deel van de visuele ruimte dat een bepaalde cel activeert.
Staafjes
Schemerlicht, zwart/wit en nachtzicht
Kegeltjes
Kleurenvisie en kleine details,
Lichtgevoelige retinale ganglioncellen
Circadiaanse ritmes, reguleren pupilgrootte, reguleren afgifte van melatonine door de pijnappelklier
Fovea
Midden van de macula van de retina, bevat veel kegeltjes en geen staafjes
Perifeer visueel veld
Ligt rond de fovea, minder fotoreceptorcellen, overwegend staafjes, minder scherpte
Blinde vlek
Hier verlaten de axonen van de retinale ganglioncellen het oog, en vormen de nervus opticus richting de hersenen, geen fotoreceptoren dus op deze plek zijn we blind, maar rechter en linker oog dekken elkaar.
Retinale zenuwcellen
Bestaan uit 2 lagen:
Laag1: Horizontale cellen, bipolaire cellen en amacrine cellen.
Laag2: Retinale ganglioncellen (magnocellulair en parvocellulair)
Magnocellulair
Groot, verspreid over de retina, input van staafjes -> licht en beweging, geen kleur.
Parvocellulair
Klein, vooral in fovea, input van kegeltjes dus kleur en fijne details
Nervus opticus
Oogzenuw, bestaande uit de axonen van de retinale ganglion cellen.
Optisch chiasma
Op dit punt kruisen de nasale retinahelften en gaan ze over naar de andere kant. De temporale retinahelften kruisen niet en zijn dus ipsilateraal.