Hoofdstuk 10 Flashcards
Frequentie
Toonhoogte, gemeten in Hertz
Amplitude
Volume, gemeten in decibel
Complexiteit
Timbre, combinatie van verschillende amplitudes en frequenties
Toename 3 dB
Verdubbeling waargenomen volume
Fundamentele frequentie
Snelheid waarmee de laagste onderliggende toon zich herhaalt
Uitwendig oor
Oorschelp (pinna/auricle)
Externe gehoorgang
Trommelvlies (tympanic membrane)
Middenoor (gehoorbeentjes/ ossicles)
Hammer (hammer/malleus)
Aambeeld (anvil/incus)
Stijgbeugel (stirrup/stapes)
Binnenoor
Ovaal venster
Slakkenhuis (cochlea)
Orgaan van corti (bevat haarcellen)
Nervus cochlearis (gehoorzenuw)
Verplaatsing geluid uitwendig oor
Komt binnen in de oorschelp, hier wordt het naar de externe gehoorgang geleid waarna de geluidsgolven tegen het trommelvlies zullen komen waardoor deze begint te vibreren.
Verplaatsing geluid middenoor
Door de trillingen van het trommelvlies zullen de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel ook gaan vibreren, deze gehoorbeentjes versterken de vibraties en geven het door aan het ovale venster.
Verplaatsing geluid binnenoor
De vibraties van het ovale venster verstuurt de golven naar het slakkenhuis, hierin bevindt zich cochleaire vloeistof, welke in beweging wordt gezet. Hierdoor gaat in het orgaan van corti, de basilair en tectoriaal membraan trillen waardoor de haarcellen zullen buigen en deze veroorzaken neurale activiteit.
Buitenste haarcellen
Verbonden met tectoriaal membraan, geen receptoren, motor functie
Binnenste haarcellen
Auditieve receptorcellen
Nervus cochlearis
Gehoorzenuw, axonen van de binnenste haarcellen
Membraanpotentiaall
Verandert door trilling van de haarcellen.
Depolarisatie membraanpotentiaal
Kalium influc, clacium influx, meer neurotransmitter in synaptische spleet > excitatie
Hyperpolarisatie membraanpotentiaal
Kalium efflux, minder neurotransmitter in synaptische spleet > inhibitie
Zenuwbanen naar de A1
Vanuit de hersenstem, naar de middenhersenen naar het tectum. Vanuit hier gaan sensorische infor naar de thalamus, Hier bevindt zich het mediaal knievorming lichaam welke zich bezig houdt met de verwerking van geluid. Vanuit hier gaat het naar A1
A1
Primaire auditieve cortex, Heschl’s gyrus
A2
Secundaire auditieve cortex, direct achter A1, planum temporale
Herschl’s gyrus
Analyseren van muziek, deze is groter in rechter hemisfeer
Planum temporale
Taalbegrip (gebied van Wernicke) is groter in de linker hemisfeer
Tonotopische codering frequentie
Haarcellen coderen frequentie als functie van hun plaats op het basilaire membraan, voorbeeld van spatiele codering
Base basilair membraan
Reageert op hoge frequenties, membraan is smal, dik en stug.
Apex basilair membraan
Reageert op lage frequenties, membraan is breed, dun en flexibel.
Codering amplitude
Temporele codering, intensere trillingen leiden tot meer afgifte van neurotransmitter en een hogere vuurfrequentie van bipolaire neuronen
Interaural time difference
Aankomsttijd, wordt berekend in medial superior olivary complex
Interaural intensity difference
Volume, wordt berekend in lateral superior olivary complex en in het trapeziumvormig lichaam.
Lokaliseren van geluid
Door ITD en IID
Taalgebied ventraal
Taalbegrip, gebied van Wernicke, linker temporaal kwab
Afasie van Wernicke
Vloeiende spraak maar geen begrip van taal
Taalgebied dorsaal
Taalproductie, gebied van Broca in de linker frontaalkwab.
Afasie van Broca
Goed taalbegrip, maar geen vloeiende spraak
Muziek
Wordt verwerkt in de rechterhemisfeer, niet exlcusief tho