Hoofdstuk 3 Flashcards
Endoplasmatisch reticulum
Verzameld eiwitten
Golgi lichamen
Verpakken van eiwitten + voorzien van adres en postzegel
Microtubuli
Transportnetwerk eiwitten
Nucleair membraan
Membraan om de celkern heen, bestaat uit eiwitten en is niet vet oplosbaar
Stappen eiwitsynthese
DNA ontvouwen -> transciberen code DNA naar mRNA -> mRNA verlaat nuclues en word gebruikt voor aminozuren -> vormen keten -> eiwit
Transcriptie aminozuren
Aminozuren worden gecodeerd in DNA-strengen van nucleotide basen -> wordt mRNA transcriptie -> omzetten van DNA naar mRNA.
Bases van gedrag
Basen -> aminozuren > peptiden > eiwitten > cellen > gedrag
DNA nucleobases
Adenine, cytosine, guanine en thymine. Binden aan elkaar, volgorde van deze 4 bepalen de volgorde van de opbouw van aminozuren.
Allelen, wetten van Mendel
1 van iedere ouder, recessief of dominant, 2 allelen nodig om ziekte te krijgen, dominante genen hebben meer kans op over gegeven te worden aan kinderen.
Genen
Gen is een segment van ons DNA, vormt de blauwdruk voor eiwit synthese in het endoplasmatisch reticulum
Celkern (nucleus)
Bevat chromosomen, DNA en menselijk genoom. 46 chromosomen (23 paren).
Passage membraaneiwitten
-Kanaal
-Poort
-Pomp
Cel membraan
Scheiding tussen de intracellulaire en extracellulaire vloeistof, zit om de cel heen, is semipermeabel
Semipermeabel
Alleen specifieke moleculen kunnen passeren
Onderdelen zenuwcel
Celmembraan
Nucleus
Nucleair membraan
Endoplasmatisch reticulum
Golgi lichamen
Micro tubuli