Hoofdstuk 8: Grit - Vertaalstrategieën Voor Realia Flashcards
Wie was Diederik Grit?
Een Nederlandse vertaler en vertaaldocent (1949-2012). Hij schreef ‘De vertaling van realia’ in 1997.
Wat zijn realia?
Cultuurspecifieke termen en uitdrukkingen.
(Cultuurgebonden, dus niet land- of taalgebonden).
Met welke 2 punten omschrijft Grit realia in zijn artikel?
- De concrete unieke verschijnselen of categorale begrippen die specifiek zijn voor een bepaald land of cultuurgebied die elders geen of hooguit een gedeeltelijke equivalent kennen, en;
- De voor deze verschijnselen/begrippen gebruikte termen.
Welke 6 soorten realia onderscheidt Grit?
- Historische begrippen.
- Geografische begrippen.
- Particulier-institutionele begrippen.
- Publiek-institutionele begrippen.
- Eenheidsbegrippen.
- Sociaal-culturele begrippen.
Wat zijn historische begrippen?
Historische gebeurtenissen, personen of verschijnselen.
B.v. Tachtigjarige oorlog, Willem van Oranje.
Wat zijn geografische begrippen?
Bepaalde plaatsen of andere geografische kenmerken.
B.v. Den Haag, Urk, de Afsluitdijk.
(Let op: deze hebben vaak ook een connotatieve betekenis.)
Wat zijn particulier-institutionele begrippen?
Private instituten en organisaties en de specifieke termen die ze gebruiken.
B.v. VVD, ABN Amro, Hema, BNNVARA, De Bijenkorf.
Wat zijn publiek-institutionele begrippen?
Instituten en organisaties in de publieke sector en de bijbehorende specifieke termen.
B.v. Tweede Kamer, VWO, waterschap, Opiumwet.q
Wat zijn eenheidsbegrippen?
Alle meeteenheden en -systemen, inclusief informele termen.
B.v. tientje, zes min, kilo.
Wat zijn sociaal-culturele begrippen?
Sociale verschijnselen voor een bepaald cultureel gebied, zoals feestdagen, gerechten, televisieprogramma’s en straattaal.
B.v. Sinterklaas, coffeeshop, OV-chipkaart, stroopwafel.
Welke 2 vragen stel je voorafgaand aan het vertalen van realia?
- Is voor de doelgroep vooral de denotatie of connotatie van belang?
- Hoe kan die denotatie/connotatie zo adequaat mogelijk worden overgebracht?
Welke 2 beoordelende vragen stel je na het vertalen van realia?
- Is de vertaling qua denotatie/connotatie duidelijk genoeg voor de lezer?
- Is de vertaling zo kort als mogelijk en zo lang als nodig?
Welke 2 beoordelende vragen stel je na het vertalen van realia?
- Is de vertaling qua denotatie/connotatie duidelijk genoeg voor de lezer?
- Is de vertaling zo kort als mogelijk en zo lang als nodig?
Welke 7 vertaalstrategieën voor realia hanteert Grit?
- Handhaving.
- Leenvertaling.
- Benadering.
- Omschrijving of definiëring in de doeltaal.
- Kernvertaling.
- Adaptatie.
- Weglating.
Wat bedoelt Grit met handhaving?
De brontaaluitdrukking wordt onvertaald overgenomen.
B.v. Sinterklaas -> Sinterklaas.
Door cursivering kan aangegeven worden dat het om een vreemd element gaat.
Eventueel een aanpassing aan de fonetische, orthografische of morfologische normen.
B.v. De Volkskrant -> the Volkskrant.
Wordt alleen gebruikt als de doeltekstlezer het begrip al kent (door voorkennis of eerdere uitleg).