Hoofdstuk 6: Chesterman - Semantische Vertaalstrategieën Flashcards

1
Q

Wat zijn semantische vertaalstrategieën?

A

Veranderingen die te maken hebben met de lexicale semantiek, de betekenis van woorden/zinnen/nadruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn Chesterman’s 10 semantische vertaalstrategieën?

A
  1. Synonymie.
  2. Antonymie.
  3. Hyponymie.
  4. Tegendelen.
  5. Verandering van abstractieniveau.
  6. Verandering in distributie.
  7. Verandering in nadruk.
  8. Parafrase.
  9. Verandering van troop.
  10. Andere semantische veranderingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is synonymie (Chesterman)?

A

De vertaler kiest een minder voor de hand liggende vertaling die synoniem is aan het oorspronkelijk woord, omdat die net wat beter past of om herhaling te voorkomen.

B.v. I think it’s very interesting.
Ik vind het erg boeiend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is antonymie (Chesterman)?

A

De vertaler kiest een antoniem gecombineerd met een ontkenning.

Dit gebeurt wanneer het natuurlijker klinkt of het oorspronkelijke woord geen goede vertaling heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 vormen hyponymie zijn er (Chesterman)?

A
  1. Een algemenere term wordt vertaald met iets specifiekers.
  2. Een specifiekere term wordt vertaald met iets algemeners.
  3. Een specifieke term in de BT wordt vertaald met een andere specifieke term in de DT die niet hetzelfde is maar wel een hyponiem is van dezelfde algemene term als die in de BT.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn tegendelen?

A

Woorden waarbij dezelfde situatie vanuit een tegengesteld oogpunt wordt beschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is verandering van abstractieniveau (Chesterman)?

A

De vertaler maakt de vertaling abstracter of concreter.

B.v. Deze groep laten we verder buiten beschouwing.
This group is left out of consideration in the remainder of the chapter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is verandering in distributie?

A

Verandering in het aantal elementen waaruit een semantische component bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij verandering van distributie kan sprake zijn van uitbreiding of indikking. Wat is het effect van elk?

A

Uitbreiding: zwakt af.
Indikking: maakt krachtiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is verandering in nadruk?

A

De vertaler besluit iets sterker, minder sterk of op een andere manier te benadrukken.

B.v. Informativ -> in a highly informative way

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is parafrase?

A

De vertaler brengt de essentie van de tekst over in zijn eigen woorden.

Hij negeert de semantische elementen op woordniveau ten gunste van de pragmatische betekenis op hoger niveau.

B.v. bij idiomatische uitdrukkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het risico van parafrase?

A

Het kan leiden tot ondervertaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een troop?

A

Een gedachte of begrip wordt indirect geuit. Het is een figuurlijke uitdrukking: beeldspraak.

B.v. een vergelijking, metafoor of personificatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn 2 voorbeelden van andere semantische veranderingen?

A
  1. Verandering van (fysieke) betekenis.
  2. Verandering van deiktische richting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is verandering van deiktische richting?

A

Deiktische elementen verwijzen naar een bepaalde situatie. De richting van die verwijzing kan veranderen.

B.v. Wij willen graag uw aandacht vestigen op (…).
-> We would like to draw your attention to (…).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly