Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

Personencultuur

A

De machtsspreiding is groot en er wordt weinig samengewerkt. Komt vaak voor mij professionals/specialisten. (ziekenhuizen) Veranderen is moeilijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taakcultuur

A

Zijn gericht op het oplossen van problemen waarbij specialisten, ieder met hun eigen vakgebied en vaak in wisselende samenstelling, projecten uitvoeren. Samenwerkings- en machtsspreiding groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rolcultuur

A

Macht is nauwelijks verspreid en er word weinig samengewerkt. Kenmerken: veel regels, gecentraliseerde aansturing en de verwachting dat strikt volgens regels en procedures wordt gewerkt. Dergelijke organisaties functioneren op routine, controle en voortdurende verscherping van regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Machtscultuur

A

Sterk gecentraliseerde macht en een grote mate van samenwerking. Vaak kleine bedrijven met een directeur-eigenaar die een sterke visie heeft. Sprake van relatief weinig regels en procedures. Sprake van hoge samenwerkingsgraad en lage machtsspreding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dorpsmarkt

A

Kleine machtsafstand en er is geen sprake van het mijden van risico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Goed geoliede machine

A

Kleine machtsafstand en geen risico’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Familie

A

Grote machtsafstand en er is geen sprake van het mijden van risico.Pr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Piramide

A

Grote machtsafstand en geen risico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hiërarchische cultuur

A

Stabiel en intern gericht. Leiders zijn coördinatoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Marktcultuur

A

Stabiel en extern gericht. Leiders zijn opjagers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Familiecultuur

A

Flexibel en intern gericht. Leiders zijn vaderfiguren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adhocoratiecultuur

A

Flexibel en extern gericht. Leiders zijn innovaters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Machocultuur

A

Snel feedback, veel risico. Grote investeringen en snel weten of de input geld oplevert. (oa voetbalclubs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hard-werken-en-spelen-cultuur

A

Snel feedback en weinig risico. Inhoud van werk is van groot belang (moet plezier geven). Klangerichtheid centraal. Fouten maken kan, maar correctie kan en zo in de regel snel plaatsvinden. Daardoor is het risico relatief gering. (oa hotelwereld en handel)A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Alles-op-een-kaartcultuur

A

Langzaam feedback en veel risico. Grote investeringen, grote orders, veel techniek en autoriteit staat centraal. Het duurt een hele poos voordat de investeringen zijn terugverdiend. (oa vliegtuigmaatschappijen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Procedurecultuur

A

Langzaam feedback en weinig risico. Regels, procedures, puncutaliteit staan centraal. Vooral de inhoud is belangrijk: voor de snelheid waarmee gepresteerd wordt geldt dat minder. (oa banken)