Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Instroom

A

werving, selectie en aanstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doorstroom

A

beloning, beoordeling, loopbaanontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitstroom

A

vertrek, ontslag, outplacement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

administratieve expert

A

wanneer de HRM-functie zich richt op processen en operationele focus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

strategische partner

A

wanneer de HRM-functie zich richt op processen en strategische focus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

employee champion

A

wanneer de HRM-functie zich richt op mensen en operationele focus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

change agent

A

wanneer de HRM-functie zich richt op mensen en strategische focus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

assessment-centermethode

A

een selectiemethode waarbij praktijksituaties worden voorgelegd. De kandidaat wordt gevraagd op de daarin voorgelegde problemen en situaties te reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychotechnisch onderzoek

A

het intellectuele niveau van de kandidaat wordt getest op verschillende terreinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

antecedentenonderzoek

A

het persoonlijke verleden van een kandidaat wordt bekeken. hierbij wordt bekeken of de persoon in het verleden in aanraking is geweest met de jusitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Halo-effect

A

als iemand goed is in rekenen, wordt hij of zij ook goed gevonden in communiceren en onderhandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoorn-effect

A

als iemand vaak te laat komt, wordt hij of zij ook slecht beoordeeld op rekenen en onderhandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stereotypering/discriminatie

A

iemand op basis van genderidentiteit of seksuele geaardheid niet aannemen voor werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

functiebeschrijving

A

duidelijkheid over de taken waaruit de functie bestaat en wat de eisen zijn om die functie naar behoren te kunnen vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

functiewaardering

A

de zwaarte van de functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

beoordelingsgesprek

A

enerzijds bedoeld om de geleverde prestaties ‘‘tegen het licht te houden’’ en anderzijds om de werknemers mogelijkheden heeft om in de toekomst verder te ontwikkelen

17
Q

functioneringsgesprek

A

het functioneren komt aan de orde. het doel is om na te gaan hoe het functioneren kan worden verbeterd.

18
Q

vrijwillig vertrek

A

de arbeidsovereenkomst kan met wederzijds goedvinden worden beëindigd. De oorzaak ligt dan bij de werknemer.G

19
Q

gedwongen vertrek

A

de oorzaak kan zowel bij de werkgever als werknemer liggen. Hierbij is ook wederzijdse instemming vereist