Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

F-indeling

A

Indeling naar bedrijfsfunctie. (inkoop, marketing, financiën en personeel) Afgeleid uit het primaire proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

P-indeling

A

Als medewerkers van verschillende disciplines bij elkaar worden gezet en de marktbeweging van één product/productgroep verzorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

M-indeling

A

Als medewerkers van verschillende disciplines bij elkaar worden gezet en de marktbeweging van één bepaalde markt verzorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

G-indeling

A

Als medewerkers van verschillende disciplines bij elkaar worden gezet en de marktbeweging van één bepaald gebied verzorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Taakverruiming

A

Meer taken van hetzelfde niveauT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Taakverrijking

A

Meer taken van ander niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Taakroulatie

A

Meerdere taken op verschillende momenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Autonome taakgroepen

A

Eindverantwoordelijkheid ligt bij het team van werknemers (zelfsturende teams).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Centralisatie

A

Bij een hoge mate hiervan duidt ht erop dat de meeste en belangrijkste beslissingen door het hogere/hoogste kader worden genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Decentralisatie

A

Bij een hoge mate hiervan worden beslissingen op meer plaatsen genomen. Dus ook op lagere niveaus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eenvoudige structuur

A

De macht ligt bij de strategische top en de coördinatie vindt plaats via direct toezicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Machinebureaucratei

A

De macht ligt bij de staf en de coördinatie vindt plaats via werkprocessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Professionele bureaucratie

A

De macht ligt bij de individuele werknemers en de coördinatie vindt plaats via werkoverleg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Divisiestructuur

A

De macht ligt bij het middenkader en de coördinatie vind plaats via contractmanagement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Adhocratie

A

De macht ligt bij het team van werknemers en de coördinatie vind plaats via projecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mechanistisch stelsel

A

Structuur die lijkt op die van een machine. Past bij stabiele en voorspelbare omgeving. Rationaliteit en effieciency. Besluitvorming vindt centraal plaats en er is sprake van veel hiërarchie.

17
Q

Organistisch stelsel

A

Structuur die lijkt op die van levende organismen. Past bij dynamische en onvoorspelbare omgeving. Creativiteit, participatie en delegatie. Besluitvorming vaak decentraal plaats.

18
Q

Rijnlandse mdoel

A

Two-Tier bestuurssysteem
Dualistisch: scheiding tussen bestuur (executives) en toezichthouders (non-executives)

19
Q

Angelsaksische model

A

One-tier bestuurssysteem
Monistisch: zowel executives als non-executives

20
Q
A