Hoofdstuk 3 Flashcards
F-indeling
Indeling naar bedrijfsfunctie. (inkoop, marketing, financiën en personeel) Afgeleid uit het primaire proces.
P-indeling
Als medewerkers van verschillende disciplines bij elkaar worden gezet en de marktbeweging van één product/productgroep verzorgen.
M-indeling
Als medewerkers van verschillende disciplines bij elkaar worden gezet en de marktbeweging van één bepaalde markt verzorgen.
G-indeling
Als medewerkers van verschillende disciplines bij elkaar worden gezet en de marktbeweging van één bepaald gebied verzorgen.
Taakverruiming
Meer taken van hetzelfde niveauT
Taakverrijking
Meer taken van ander niveau
Taakroulatie
Meerdere taken op verschillende momenten
Autonome taakgroepen
Eindverantwoordelijkheid ligt bij het team van werknemers (zelfsturende teams).
Centralisatie
Bij een hoge mate hiervan duidt ht erop dat de meeste en belangrijkste beslissingen door het hogere/hoogste kader worden genomen.
Decentralisatie
Bij een hoge mate hiervan worden beslissingen op meer plaatsen genomen. Dus ook op lagere niveaus.
Eenvoudige structuur
De macht ligt bij de strategische top en de coördinatie vindt plaats via direct toezicht.
Machinebureaucratei
De macht ligt bij de staf en de coördinatie vindt plaats via werkprocessen.
Professionele bureaucratie
De macht ligt bij de individuele werknemers en de coördinatie vindt plaats via werkoverleg.
Divisiestructuur
De macht ligt bij het middenkader en de coördinatie vind plaats via contractmanagement.
Adhocratie
De macht ligt bij het team van werknemers en de coördinatie vind plaats via projecten.