Hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

Hoofdproces beschreven via

A

procesbeschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

activiteiten beschreven via

A

procedures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Subproces beschreven via

A

procesbeschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

handeling beschreven via

A

instructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

primaire proces

A
  • ingaande logistiek
  • productie
  • uitgaande logistiek
  • marketing en verkoop
  • service
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

secundaire proces

A
  • infrastructuur
  • hrm
  • technologische ontwikkeling
  • inkoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Business Process Redesign

A

Integraal ontwerp vanuit alle processen binnen alle afdelingen. Afstemming tussen inkoop, productie, verkoop, magazijn, orderverloop, betaling en adminisatrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociotechniek

A

Mens en machine met behulp van ICT optimaal afstemmen
verbetering kwaliteit arbeid
sociaal en technisch deel
zelfsturende teams

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Workflow management (WFM)

A

Richt zich op (deel) processen
geen integraal ontwerp op organisatieniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lean

A

richt zich vooral op het tegengaan van verspillingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

primaire proces

A

dragen direct bij aan de totstandkoming van het product of de dienst en het resultaat ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

secundaire proces

A

leveren een bijdrage aan het optimaal laten verlopen van de primaire processen. ondersteuenden taak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bestuurlijke proces (tertair)

A

zorgen dat de primaire en secundaire processen zo effectief (doelgericht) en efficiënt (doelmatig) mogelijk verlopen. Hebben te maken met sturing en beheersing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Subsysteem

A

Afgebakende unit binnen het hoofdsysteem
Voorbeeld: afdeling van een organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aspectsysteem

A

een systeem dat door meerdere subsystemen heen loopt
voorbeeld: ziekteverzuim binnen één of meerdere afdelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

open systeem

A

continuïteit van de organisatie wordt sterk beïnvloed door ontwikkelingen in de omgeving
organisatie bevind zich in de kopersmarkt: de klant heeft meer macht omdat aanbod van het product groter is dan de vraag

17
Q

gesloten systeem

A

organisatie is niet afgestemd op de omgeving
organisatie bevindt zich in de verkopersmarkt: de organisatie heeft meer macht dan dde klant omdat de vraag naar het product groter is dan het aanbod