Hoofdstuk 8 Flashcards
Moraliteit
omvat de mogelijkheid om het juiste van het verkeerde te onderscheiden, emoties als trots te ervaren wanneer we iets goed doen en spijt of schaamte wanneer we iets verkeerd doen.
de drie componenten van moraliteit
- Emotionele component
- Cognitieve component
- Gragscomponent
Emotionele component van moraliteit
gevoelens die horen bij goede of verkeerde acties die de morele acties en gedachten beïnvloeden
Cognitieve component moraliteit
focust op hoe we denken over goed en fout en hoe we keuzes maken over ons gedrag. Gebaseerd op sociaal-cognitieve vaardigheden, zoals perspectief nemen.
Gedragscomponent moraliteit
Gaat over hoe we ons gedragen wanneer we bijvoorbeeld een persoon in nood zien of de drang voelen om zonder te betalen iets mee te nemen uit de winkel.
Het Dilemma van heinz
over de apotheker en de zieke vrouw
Cognitieve ontwikkelingstheorie van Kohlberg
een theorie over de ontwikkeling van moreel redeneren, dus het denkproces dat gaat over beslissen of iets goed of fout is.
Morele stadia van Kohlberg
- Preconventioneel
- Conventioneel
- Postconventioneel
Preconventionele stadia Kohlberg
Fase 1 = Straf en gehoorzaamheid
Fase 2 = Kosten en bateanalyse
Conventioneel stadia Kohlberg
Fase 3 = Sociale verwachtingen
Fase 4 = Sociaal systeem en geweten
Post-conventioneel stadia
Fase 5 = sociaal contract en individuele rechten
fase 6 = universele principes.
Klopt de theorie van Kohlberg
deels, de fases lopen door elkaar. Dus klopt niet helemaal
Is er bewijs voor het fase-model?
Nee er geen sterk bewijs;
- kinderen kunnen verder gaan dan de straf-beloningsmentaliteit
- Er zijn geen duidelijke overgangen
Desire psychologie
rond de 2 jaar -> uiten wat de wensen zijn.
Theory of Mind (ToM)
vermogen om ideeën (theorieën) te vormen over de mentale wereld van jezelf en van anderen en om gedrag te verklaren in termen van mentale toestanden (bedoelingen, verlangens, verwachtingen). Het is een theorie over de mind van anderen. Mensen hebben mentale toestanden die anders kunnen zijn dan die van jou.
De ToM is de basis voor:
- Sociale relaties (populariteit, vriendschappen)
- Empathie (delen, helpen)
- Wederkerige gesprekken
- Humor
- Vermogen om te liegen
Theorie of Mind testen
Sally Anne test, in de andere dooreen bal stoppen.
Kritiek op de false belief test:
- Je hebt meer nodig dan ToM om te slagen voor false
belief test
- Taal, executieve functies - ToM is meer dan slagen voor een false belief test
- ToM wordt verfijnder en dan is er een beter begrip van complexere psychologische processen.
- Het begrijpen van false beliefs is GEEN “eindpunt“, maar het begin van de ontwikkeling van meer complexe cognitieve vaardigheden.
Theory of Mind & Piaget
In tegenstelling tot wat Piaget dacht, kunnen kinderen in de preoperationele fase het perspectief van anderen kennen/begrijpen.
affectieve component van Empathie
is dezelfde emoties voelen als een ander. Dit gaat dus over met iemand meevoelen, emotionele verbinding, compassie, emotionele bezorgdheid, emotionele besmetting, etc.
Cognitieve component van empathie
is het weten wat iemand voelt/denkt. Dit gaat dus over het rationele begrip, het perspectief van iemand anders innemen en de Theory of Mind.
De ontwikkeling van empathie:
Rond de 1 jaar begint de empathische bezorgdheid zich te ontwikkelen. Ze kijken langer naar iemand die pijn heeft en maken een bezorgde gezichtsuitdrukking. Je moet hiervoor zelf bewust zijn.
Prosociaal gedrag
Instrumentaal helpen -> doelgericht helpen (12-14 maanden)
Empathisch helpen -> prosociale reactie op verdriet of pijn van een ander (18-24 maanden)
Helpen is moeilijk wanneer:
- Een kind moet reflecteren over de emotionele toestand van de ander.
- Het kind iets moet opgeven om de ander te helpen.
- De ander weinig/subtiele hints geeft van wat nodig is.