Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

Waarom is de naam direct costing onjuist?

A

Omdat het niet om het onderscheid tussen directe en indirecte kosten gaat, maar om het onderscheid vast-variabel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Als wat kan de direct costing methode worden toegepast?

A

Als ondersteuning voor allerlei beleidsbeslissingen waarin de productiecapaciteit van de onderneming gegeven is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke relatie wordt door middel van de break-evenanalyse in beeld gebracht?

A

De relatie tussen verkoopprijs per stuk, variabele kosten per stuk, af te zetten hoeveelheid en vaste kosten per periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat geeft het break-evenpoint aan?

A

Bij welke verkoophoeveelheid alle kosten (vast en variabel) worden gedekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem twee oorzaken voor een hoog break-evenpoint.

A

Het break-evenpoint zal hoger liggen, wanneer de vaste kosten in omvang relatief hoog zijn, of wanneer de marge tussen p en v gering is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt verstaan onder de veiligheidsmarge?

A

De omzetdaling die nog mogelijk is voordat het kritische punt bereikt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 5 vooronderstellingen liggen aan de break-evenanalyse ten grondslag?

A

Ongeacht de grootte van de omzet, blijft de verkoopprijs gelijk.
De productie is steeds gelijk aan de verkopen.
De vaste kosten zijn constant.
De variabele kosten wijzigen proportioneel.
Er wordt één product of één productcombinatie geproduceerd en verkocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt verstaan onder prijsdiscriminatie?

A

Onder prijsdiscriminatie verstaat men het verkopen van een zelfde artikel op verschillende markten tegen verschillende prijzen, zonder dat deze prijsverschillen geheel toe te schrijven zijn aan kostprijstechnische factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om prijsdiscriminatie mogelijk te doen zijn?

A

De producten een monopolistische positie inneemt.

De markten gescheiden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het break-evenresultaat bij de integrale methode is samengesteld uit twee elementen. Verklaar dit.

A

Het verkoop resultaat en het bezettingsresultaat. Bij het break-evenpoint zullen het verkoop- en bezettingsresultaat samen uitkomen op nul.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem een aantal verschillen tussen de variabele- en integralekostencalculatie.

A

Bij de variabelekostencalculatiemethode worden steeds alle vaste kosten ten laste van de winst van de huidige periode gebracht. Bij de integralekostencalculatiemethode komen de vaste kosten van de verkochte aantallen ten laste van de winst, verminderd met een positief bezettingsresultaat of verminderd met een negatief bezettingsresultaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt verstaan onder een knelpuntfactor?

A

Een knelpuntfactor is een schakel in het productieproces die een vlot verloop belemmeren kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn differentiële opbrengsten?

A

Onder differentiële opbrengst wordt verstaan de extra opbrengst van de extra afzet (als gevolg van incidentele order).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn differentiële kosten?

A

Onder differentiële kosten verstaan we de extra kosten van de extra productie die is vereist in verband met de incidentele order

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat verstaan we onder een balanced scorecard?

A

De BSC omvat een prestatie-informatiesysteem voor de gehele organisatie. Een balanced scorecard is voor ieder bedrijf uniek. Het is een vertaling van de strategische doelen en visie van een bedrijf naar de medewerkers en wel in concrete meetbare en samenhangende gezichtspunten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vier perspectieven worden er onderscheiden bij een balanced scorecard?

A

Financieel. (belangrijkste meetinstrument)
Klanten. (wat de klant wil en kunnen realiseren)
Interne bedrijfsvoering. (bedrijfsprocessen voldoende onder controle)
Ontwikkeling en groei. (continu verbeteren van bedrijfsprocessen: opleiden, mieuwe producten)