Hoofdstuk 6 sociale identiteit Flashcards
Self-categorization
Het proces van jezelf zien als lid van een sociale groep.
Social identity
Die aspecten van het zelfconcept die voortkomen uit de kennis en gevoelens van individuen over de groepslidmaatschappen die hij of zij met anderen deelt.
BIRG (bask in reflected glory)
Een manier om het zelfvertrouwen te vergroten door zich te identificeren met de prestaties of goede eigenschappen van medegroepsleden.
Out-group homogenity effect
De neiging om de out-group als relatief homogener en minder divers te zien dan de in-group.
Minimal intergroup situations
Een onderzoekssituatie waarin mensen op willekeurige of triviale basis worden onderverdeeld in groepen zonder geschiedenis, geen belangenconflicten en geen stereotypen.
Moral exclusion
Out-groups beschouwen als onmenselijk en buiten het domein plaatsen waarop morele regels van toepassing zijn.
Stigmatized
Negatief geëvalueerd worden door anderen.
Stereotype threat
De angst om het negatieve stereotype dat anderen over je groep hebben, te bevestigen (kan werken als self-fullfilling prophecy)
Individual mobility
De strategie van individuele fysieke en psychologische ontsnapping van een gestigmatiseerde groep.
Social creativity
Strategie van het introduceren en benadrukken van nieuwe dimensies van sociale vergelijking, waarop een negatief beschouwde groep zichzelf als superieur kan zien.
Social change
Strategie om de algemene maatschappelijke situatie van een gestigmatiseerde groep te verbeteren.
Social competition
Strategie om rechtstreeks de omstandigheden proberen te veranderen die de in-group benadelen, bijvoorbeeld groepssolidariteit op te bouwen en de out-group uit de dagen.