Hoofdstuk 4 het zelf Flashcards
Self-concept
Alle kennis van een individu over zijn of haar persoonlijke kwaliteiten.
Self-perception theory
Theorie van Daryl Bem. De theorie stelt dat we conclusies trekken over onze persoonlijke eigenschappen op basis van ons openlijke gedrag, wanneer interne signalen zwak of dubbelzinnig zijn.
Self comparison theory
Theorie van Leon Festinger. De theorie stelt dat mensen evalueren en leren over hun persoonlijke kwaliteiten door zich te vergelijken met anderen.
Contrast effect
Wanneer je je eigen gemiddelde vaardigheden vergelijkt met die van anderen, die bijzonder goed of slecht zijn, zie je jezelf vaak op de tegenovergestelde manier.
Assimilation effect
Wanneer je je eigen vaardigheden vergelijkt met iemand die een klein beetje beter of slechter is, zal je oordeel over je eigen vaardigheden een beetje in dezelfde richting bewegen.
Actor-observer effect
Het idee dat we ons eigen gedrag toeschrijven aan situationele oorzaken, terwijl we zien dat anderen handelen vanwege hun innerlijke kenmerken.
Self-aspects
Samenvattingen van de overtuigingen van een individu, over het zelf in specifieke domeinen, rollen of activiteiten.
Self-schema
Kerneigenschappen waarvan een persoon denkt dat deze hem of haar karakteriseren in verschillende situaties.
Self-esteem
De negatieve of positieve evaluatie van een individu over zichzelf.
Self-enhancing bias
Elke neiging om informatie over het zelf te verzamelen of te interpreteren op een manier die leidt tot overdreven positieve
evaluaties.
Self-complexity
De mate waarin een persoon meerdere en verschillende zelf-aspecten bezit.
Self-evaluation maintenance (model)
Model van Abraham Tesser. Een theorie die de voorwaarden schetst waaronder iemands zelfwaardering behouden zal blijven of te lijden
heeft, op basis van sociale vergelijking met nabije of verre anderen. Twee factoren zijn belangrijk: de nabijheid van de ander en het belang van
het kenmerk in kwestie.
Self-regulation
Pogingen om je gedrag op een lijn te houden met interne standaarden (self-guides) en externe standaarden.
Appraisal
De interpretatie van een individu over een zelf-relevante gebeurtenis
of situatie die emotionele reacties en gedrag stuurt.
Self-expression
Een motief voor het kiezen van gedrag dat bedoeld is om het zelfconcept tot uitdrukking te brengen.
Self-presentation
Een motief voor het kiezen van gedrag dat bedoeld is om bij
toeschouwers een gewenste indruk van het zelf te creëren.
Self-monitoring
Een persoonlijkheidskenmerk die gedefinieerd wordt als de mate waarin mensen gevoelig zijn voor de eisen van sociale situaties en hun gedrag dienovereenkomstig vormgeven.
Ideal self
De persoon die we willen zijn.
Ought self
Der persoon die we denken te moeten zijn.
Regulatory focus theory
Theorie van Higgins. Een theorie dat mensen meestal een promotie- of
preventiefocus hebben, die de manieren bepalen waarop ze zelfregulatie
toe passen, om positieve resultaten te bereiken (geleid door
het ideal self) versus het vermijden van negatieve resultaten (geleid
door het ouhgt self).
Self-affirmation
Elke actie of gebeurtenis die het eigen gevoel van persoonlijke integriteit verbetert of benadrukt, zoals het bevestigen van iemands belangrijkste waarden.
Self-awareness
Een staat van verhoogd bewustzijn van het zelf, inclusief onze interne standaarden en of we aan deze standaarden voldoen.
Emotion focused coping
Omgaan met de negatieve emoties die worden opgewekt door
bedreigingen of stressoren, vaak d.m.v. het onderdrukken van emoties
of afleiding.
Terror management theory
Theorie van Solomon. Een theorie die stelt dat herinneringen aan de
eigen sterfelijkheid ertoe kan leiden dat individuen fundamentele
culturele wereldbeelden opnieuw bevestigen, wat zowel positieve als
negatieve effecten kan hebben.
Problem focuses coping
Het direct omgaan met bedreigingen of stressoren, vaak door het
herwaarderen van de situatie of het direct verwijderen van de
bedreiging.
Self-handicapping
Proberen de schuld voor een verwachte slechte prestatie te
voorkomen, hetzij door vooraf een excuus te claimen of door het
actief saboteren van eigen prestaties.