Hoofdstuk 14 helpen en samenwerken Flashcards
Prosocial behavior
Gedrag bedoeld om iemand anders te helpen.
Coöperation
Twee of meer mensen die samenwerken aan gemeenschappelijke doelen die alle betrokkenen ten goede komen.
Altruism
Gedrag bedoeld om iemand anders te helpen zonder uitzicht op persoonlijke beloningen voor de helper.
Agoism
Gedrag gemotiveerd door de wens om persoonlijke beloningen te verkrijgen.
Norm of social responsibility
Een norm dat degenen die voor zichzelf kunnen zorgen de plicht hebben om diegenen te helpen die dat niet kunnen.
Diffusion of responsibility
Het effect van de aanwezigheid van anderen waardoor de waargenomen verantwoordelijkheid om te helpen, wordt verdeeld; een verklaring voor het omstanderseffect.
Bystander effect
De bevinding dat de aanwezigheid van meer omstanders consequent de kans verkleint dat iemand hulp biedt.
Negative-state relief model
De theorie dat de meeste mensen er een hekel aan hebben anderen te zien lijden. Dus het uiteindelijke doel van hun hulp is niet om de persoon in nood voor zijn of haar belang te helpen, maar om de eigen nood van de helper te verminderen.
Empathy-altruism model
De theorie dat gevoelens van empathische bezorgdheid leiden tot een motief om iemand in nood voor zichzelf te helpen.
Social dilemma
Een vorm van onderlinge afhankelijkheid waarbij de meest lonende actie voor elk individu, indien gekozen door alle individuen, een negatief resultaat voor de hele groep zal opleveren.
Trust
De verwachting dat anderen prosociaal zullen handelen tijdens een sociale interactie.
Social value orientation
Stabiele verschillen in de manier waarop mensen bij sociale dilemma’s handelen (individualistische, competitieve en prosociale oriëntatie).