Hoofdstuk 6 Eukaryote cel Flashcards

1
Q

Hoe groot zijn de meeste Cellen?

A

tussen 1 en 100µm (nog juist zichtbaar door een lichtmicroscoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hebben alle cellen een Celwand?

A

Nee:
Bij planten en Fungi is er soms een celwand aanwezig
Bij dierlijke is er NOOIT een celwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe groot zijn de subcellulaire structuren of organellen?

A

1-10µm (zichtbaar met elektronenmicroscoop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een Eukaryote cel is groter dan een prokaryote cel, maar is dit in alle opzichte zo?

A

Nee, de membraanoppervlakte per volume-eenheid is kleiner in de eukaryote cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Door wat worden Compartimenten afgelijnd?

A

Door Biomembranen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een voordeel van Compartimentalisatie?

A

-Vele processen tegelijkertijd zonder dat ze elkaar beïnvloeden
-Vergroten van oppervlakte aan biomembranen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de verschillende organellen

A

-Kern
-Endoplasmatisch reticulum
-Golgi-apparaat
-Mitochondriën
-Lysosomen
-peroxisomen

in planten ook nog: chloroplasten en vacuolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een Eukaryote cel is groter dan een prokaryote cel, maar is dit in alle opzichte zo?

A

Nee, de membraanoppervlakte per volume-eenheid is kleiner in de eukaryote cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan je zeggen over Ribosomen?

A

-Bezitten geen compartimentstructuur
-Toch vaak tot de organellen gerekend
-Zowel Pro- als eukaryoten cellen bezitten ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt het restcompartiment dat overblijft genoemd? en hoeveel neemt dit in?

A

Cytosol, meer dan de helft van het volume van de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bevat het overgrote deel van de genen in een Eukaryote cel?

A

De kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe groot is de Kern?

A

Gemiddelde doormeter van 5µm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uit wat bestaat het kernskelet?

A

-Kernporiëncomplex
-Dichte eiwitlaag (steunlaag)
-Eiwitdraden of kernfilamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt de kern gescheiden van het cytoplasma?

A

Door een dubbele membraan, bestaande uit een bilayer van fosfolipiden en bijhorende eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In het membraan zijn poriën voorzien, wat doen deze?

A

Passeren van macromoleculen moeten toelaten.
Elke porie wordt afgelijnd door ingewikkelde eiwitten die de doorgang van deze moleculen regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit wat bestaat Chromatine?

A

DNA, samen met een aantal eiwitten, georganiseerd in een diffuse structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er met Chromatine wanneer de cel gaat delen?

A

Condenseert het vezelige, verwarde chromatine tot dikke, afzonderlijke structuren:
Chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoeveel chromosomen bedraagt een menselijke cel?

A

46

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is er bijzonder aan de voortplantingscellen?

A

Vormen een uitzondering en bezitten slechts 23 chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er in de Nucleolus (kernlichaampje)

A

Hier worden de componenten van de ribosomen gesynthetiseerd en geassembleerd. Deze componenten verlaten de kern via de poriën in de kernmembraan, waarna ze samensmelten tot ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat regelt de kern met betrekking tot boodschapper-RNA?

A

Regelt de eiwitsynthese in het cytoplasma via het boodschapper-RNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn Ribosomen?

A

de eiwitassemblage-plaatsen van de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar komen Ribosomen voor?

A

vrij in het cytoplasma voor, of gebonden aan het endoplasmatisch reticulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Elke 80S ribosoom bestaat uit twee delen, Welke? en uit wat bestaan deze?

A

-Een klein: 40S
-Een groot: 60S

Eiwitten en RNA-moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de Svedberg eenheid aan ribosomen in de prokaryote cel?
70S bestaande uit: 30S en 50S
26
Wat bezit de kleine subeenheid?
40S: 33 proteïnen 18S (1900 basen) rRNA
27
Wat bezit de grote subeenheid?
60S 50 proteïnen 28S+5.8S (4960 basen) en 5S (120 basen)
28
Wat zijn Proteasomen?
Holle cilindervormige organellen die verschillende eiwitsplitsende enzymen of proteasen bevatten
29
Wat doen Proteasomen?
Breken eiwitten af: Verwijderen en recycleren beschadigde of gedenatureerde eiwitten in cellen die bv voor virussen zijn geïnfecteerd
30
Uit wat bestaat het Endomembraansysteem?
-Kernmembraan -Endoplasmatisch reticulum -Golgi apparaat -Lysosomen -Verschillende soorten vacuolen
31
Eukaryoten cellen zitten vol ...?
Membranen, Die staan onderling in verbinding, direct of via de transfer van membraansegmenten onder de vorm van minuscule blaasjes of vesikels
32
Wat zijn vesikels?
Zakjes omgeven door membraan
33
Uit wat bestaat het endoplasmatisch reticulum?
Bestaat uit een doolhof van membranen, die in verbinding staan met het kernmembraan
34
Welke twee types zijn er bij het Endoplasmatisch reticulum?
Ruw (bevat ribosomen Glad (bevat geen ribosomen)
35
Wat doet het Ruw ER?
-Aanmaken van secretorische eiwitten (bv insuline) -Vervoert de eiwitten die geassembleerd worden op de ribosomen, en bedoeld zijn om door de cel uitgescheiden te worden
36
Wat doen de Polypeptideketens bij het Ruw ER?
Glijden door de poriën inde wand van het ER en komen terecht in de ruimte omgeven door het membraan (de cisternale ruimte of ER-lumen)
37
Wat wordt er in de Cisternale ruimte gedaan?
Een koolhydraat aan de eiwitten toegevoegd, zodat een glycoproteïne gevormd wordt (post-translationele modificatie)
38
Wat wordt er na het vormen van Glycoproteïne gedaan?
Het ER ontwikkelt de uit te scheiden stoffen met een membraan, zodat een blaasje (vesicle) ontstaat. Deze blaasjes transporteren de glycoproteïnen door het cytoplasma richting celmembraan (=secretie)
39
Wat doet het Glad ER?
Verschillende functies, naargelang het celtype: -Synthese van lipiden -metabolisme van koolhydraten -detoxificatie van giftige stoffen
40
Wat doen de vesikels na het verlaten van de ER?
Gaan naar het golgi-apparaat
41
Wat doet het Golgi-apparaat?
Producten van het ER worden omgebouwd en opgeslagen, om naar andere bestemmingen verscheept te worden
42
Uit wat is het Golgi-apparaat opgebouwd?
Diktyosomen (op elkaar liggende platte blazen bestaande uit biomembranen
43
Wat zijn de twee zijdes van het Golgi-apparaat?
-cis-zijde -trans-zijde
44
Wat gebeurt er aan de cis-zijde?
-De blaasjes die werden afgesplitst door het ER arriveren -De vesikels fusioneren met de membranen van het Golgi-apparaat en ledigen hun inhoud in het lumen van het Golgi-apparaat
45
Wat gebeurt er aan de trans-zijde?
ontstaan blaasjes met omgebouwde producten. Deze migreren naar het celmembraan, smelten samen met dit membraan en storten hun inhoud naar buiten
46
Hoe noemt het proces dat bij de trans-zijde gebeurt?
Exocytose
47
Exocythose is een vorm van?
blaasjestransport. Het Golgi-apparaat sorteert ook eiwitten naar de verschillende delen van de cel (apicale of basolaterale zijde)
48
Wat zijn Lysosomen?
Membraanzakjes gevuld met hydrolytische enzymen. respectievelijk bestemd voor de afbraak eiwitten, polysachariden, vetten, nucleïnezuren
49
Geef voorbeelden van hydrolytische enzymen
-Proteasen -Sacharidasen -Lipasen -Nucleasen
50
Hoe werken deze enzymen optimaal?
Bij een lage pH, de membranen van de lysosomen zorgen hiervoor (door contstant H+ ionen binnen te pompen)
51
Waar worden Primaire lysosomen aangemaakt?
aan de trans-zijde van de Golgi-apparaatjes
52
Voor wat staan Lysosomen in?
Intracellulaire vertering
53
Hoe gebeurt Intracellulaire vertering?
Doordat het partikel of vloeistof door endocytose wordt opgenomen
54
Wat is Fagoyctose?
Eencellige eten door kleinere organismen volledig te omstulpen
55
Wat is Endocytose?
proces waarbij de cel stoffen opneemt die door het celmembraan werden ingesloten
56
Wat is het secundair lysosoom?
Fusieblaadje, De aldus gevormde voedselvacuole fusioneert met een lysosoom, en de verteringsenzymen beginnen aan hun werk
57
Wat blijft er nog over wanneer een secundair lysosoom gevormd is?
Restlichaampje met onverteerd materiaal (wordt vaak uit de cel verwijderd door exocytose)
58
Wat is Pinocytose?
Speciefieke vorm van endocytose, waarbij vloeistof in de cel wordt opgenomen
59
Wat is Autofagie en wat is hier de reden voor?
Lysosoom omstulpt een ander organel of een del van het cytoplasme -Om eigen materiaal te recycleren
60
Wat is een Peroxisoom?
Celorganel dat door een enkel membraan omgeven is
61
Wat bevatten Peroxisomen?
-Oxidatieve enzymen ( betrokken bij afbraak vetzuurketens) -Katalasen (om peroxide om te zetten tot water en zuurstofgas)
62
Wat zijn Vacuolen en vesikels?
zakvormige structuren, omgeven door een membraan (vacuolen zijn groter dan vesikels)
63
Wat doen contractiele vacuolen?
Teveel aan water de cel uitpompen
64
Voor wat dient de Centrale vacuole?
stockageplaats voor organisch materiaal en voor anorganische ionen, en als stortplaat s voor gevaarlijke bijproducten van het metabolisme
65
Door wat worden Mitochondriën omgeven?
Twee membranen, bestaande uit fosfolipiden bilayer met een unieke verzameling eiwitten
66
Wat kan je zeggen over het buitenste en binnenste membraan van de Mitochondria?
Buitenste: is glad Binnenste: vingerachtige instulpingen (cristae) waardoor het oppervlakte vergroot
67
Wat zijn de functies van Mitochondria?
-Energie-leveranciers, ATP productie -Metabole processen: Krebscyclus
68
Van wat is het aantal en de grootte van Mitochondria afhankelijk?
Van het weefsel
69
Geef de onderdelen van Mitochondria
-Matrix -Cristae -Binnen membraan -Buiten membraan -DNA -Ribosomen -F0, F1 complexes -Binnenmembraan ruimte
70
Wat is Respiratie?
Katabole proces waarbij ATP gegenereerd wordt door energie te onttrekken aan suikers, vetten die verbrand worden
71
Waar bevinden de eiwitten die instaan voor respiratie zich?
In de mitochondriale matrix en op de binnenste mitochondriale membraan
72
Waar neemt de Krebscyclus plaats?
In de matrix van de mitochondria
73
Waar gebeurt de oxidatie fosforylering?
Binnenste membraan
74
Wat is Oxidatieve fosforylering?
Proces van elektronenoverdracht waarbij uiteindelijk ATP gegenereerd wordt
75
Wat zijn Plastiden?
Groep organellen die enkel in planten aangetroffen worden
76
Wat zijn Amyloplasten?
Kleurloze plastiden die zetmeel stockeren in wortels en knollen
77
Wat zit er in Chromoplasten?
Pigmenten die de oranje en gele kleur geven
78
Wat zijn Chloroplasten?
Bevat het groene pigment chlorofyl, enzymen en andere moleculen die een rol spelen bij de fotosynthese
79
Welke Plastiden zijn er?
-Amyloplasten -Chromoplasten -Chloroplasten
80
Wat zijn Grana?
Structuur gevormd uit opeengestapelde Thylakoïden (platte zakken)
81
Wat is een gelijkenis tussen Plastiden en Mitochondria?
-Bezitten eigen DNA en ribosomen en zijn semiautonoom -Dubbele membraan -ATP productie -Gebruiken nucleair gecodeerde eiwitten
82
Wat is de Endosymbiontentheorie?
Theorie die de herkomst verklaart van mitochondria en chloroplasten in eukaryote cellen door endosymbiose
83
Wat verklaart de Endosymbiontentheorie?
Hoe eukaryoten geëvloueerd zijn uit bacteriën
84
Wat zijn de bewijzen voor de endosymbiont theorie?
-Gemeenschappelijke morfologische en functionele eigenschappen -DNA-sequentie vergelijking
85
Wat zijn de verschillende delen van het Cytoskelet?
-Microtubuli (holle tube van tubuline) -Microfilamenten (actine filamenten) -Intermediaire filamenten
86
Wat is de functie van het cytoskelet?
-Organellen min of meer fixeren -Organellen bewegen op gecontroleerde manier -Vorm van de cel handhaven -Cel laten bewegen
87
Het cytoskelet is dikwijls gekoppeld aan Motormoleculen, wat doen deze?
-Laten cilia en flagellen bewegen -Vormen monorails voor transport van organellen
88
Uit wat bestaan Microtubuli?
Holle tube van globulaire alpha en beta tubuline diameter van 25 nm
89
Wat zijn de functies van Microtubuli?
-Organellen, vesikels en chromosomenbeweging -Celvoortbeweging -Vorm van cel bewaren
90
Wat doen Ciliën en flagellen?
Transport en beweging van organellen
91
Uit wat bestaan Microfilamenten?
Actine (7nm)
92
Wat zijn de functies van microfilamenten?
-Vorm van cel bewaren -Cel van vorm veranderen -Pseudopodia vormen -Cytoplasmatische stroming -Celdeling -Spiercontractie
93
Wat zijn Intermediaire filamenten?
-Draadvormige eiwitten (8-12 nm) Bewaren van de celvorm
94
Uit wat bestaat de celwand bij planten?
Cellulose
95
Uit wat bestaat de celwand bij Fungi?
Chitine