Hoofdstuk 3 Proteïnen Flashcards

1
Q

Wat kan je zeggen van Eiwitten in verband met cellen?

A

vormen meer dan 50% van het drooggewicht van
cellen, en komen tussen in zowat alles wat de cel doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn Eiwitten?

A

Grote moleculen opgebouwd uit één of meerdere polypeptidenketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Polypeptidenketen?

A

Natuurlijk polymeer dat ontstaat door condensatiereacties tussen een reeks aminozuren

Hierbij ontstaan tussen de monomeren peptidenbindingen en wordt er telkens water afgesplitst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef verschillende Type Eiwitten

A

-Structurele (keratine, fibrine)
-Opslag (ovalbumine)
-Transport
-Hormonale (FSH, insuline)
-Receptor
-Contractiele
-Defensieve
-Enzymatische (bacteriën en gisten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zijn eiwitten opgebouwd?

A

Set van 20 aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de Aminozuren

A

-Alanine
-Arginine
-Asparagine
-Asparaginezuur
-Cysteïne
-Fenylalanine
-Glutamine
-Glutaminezuur
-Glycine
-Histidine
-Isoleucine
-Leucine
-Lysine
-Methionine
-Proline
-Serine
-Threonine
-Tryptofaan
-Tryosine
-Valine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de structuur van een Aminozuur?

A

een centraal C-atoom waarop
de aminogroep en een zuur- of carboxylgroep gebonden zijn. Naast een
waterstafatoom is er dan op dit centrale C-atoom ook een zij-groep of R groep gebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan je zeggen over de R-groepen?

A

Er zijn 20 verschillende R-groepen in levende organismen,
waardoor er ook 20 verschillende aminozuren zijn

De zij-groepen bepalen of een aminozuur hydrofoob of apolair is, hydrofiel of polair is, positief geladen of negatief geladen, zuur of basisch is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een Zwitterion?

A

draagt zowel een positieve als negatieve lading, op verschillende plaatsen in de verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe gedragen Aminozuren zich in een waterig milieu?

A

Als een Zwitterion, afhankelijk van de pH worden ze meer of minder geprotoneerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden Polymeren van aminozuren genoemd?

A

(poly)peptiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een condensatiereactie?

A

Koppelt 2 aminozuren aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet de Conformatie (ruimtelijke structuur) van een eiwit?

A

Bepaalt hoe het zal werken.

Wanneer de cel een polypeptidesynthetiseert uit aminozuren, plooit de keten zich meestalautomatisch tot de functionele conformatie eigen aan dat eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de vier organisatieniveaus van Eiwitten?

A

-Primaire structuur (of sequentie)
-Secundaire structuur
-Tertiaire structuur
-Quaternaire structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan je zeggen over de Primaire structuur?

A

Wordt gevormd door de unieke sequentie of opeenvolging van aminozuren

Een kleine verandering aan de sequentie van de aminozuren kan ernstige gevolgen hebben voor het functioneren van het eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ontstaat een secundaire structuur?

A

Wanneer de polypeptidenketen op verschillende plaatsen gedraaid of geplooid is. Deze plooing worden veroorzaakt door waterstofbindingen tussen aminozuren

17
Q

Wat voor eiwitten bestaan enkel uit de secundaire structuur?

A

Fibrillaire of vezelvormige eiwitten (zijde, keratine, collageen)

18
Q

Welke structuren zijn er in de secundaire structuur

A

Alpha-helix: spiraalvormige structuur, kan zich over de hele moleculen uitstrekken of beperkt zijn tot stukken van de molecule
Beta-vouwbladstructuur: plaatvormig, waarbij twee delen van de keten parallel aan elkaar liggen

19
Q

Hoe wordt een Tertiaire structuur gevormd?

A

bruggen geslagen tussen aminozuren binnen één polypeptidenketen

20
Q

Hoe zien tertiaire structuur eruit?

A

Globulaire (bolvormige) eiwitten (vb myoglobine)

21
Q

Hoe worden Quaternaire structuren gevormd?

A

Twee of meer eiwitmoleculen die zich elk opvouwen en aan elkaar hechten en een eiwit vormen (bv Hemaglobine)

22
Q

Wat zijn subeenheden?

A

De afzonderlijke eiwitketens
de subeenheden werken samen om een eiwit te vormen

23
Q

Wat is Hemaglobine?

A

Zuurstoftransporterend eiwit in rode bloedcellen

24
Q

Waarom is de drie-dimensionele vorm van een eiwit belangrijk?

A

-Proteïnen worden vaak opgevouwen met hulp van andere eiwitten
-Wanneer het niet correct is opgevouwen, is er geen functie mogelijk of wordt een verkeerde functie uitgevoerd

25
Wat zijn Prionen?
Slecht opgevouwen eiwitten