Hoofdstuk 4 Biomembranen Flashcards
Wat wordt er verstaan onder Biomembranen?
Het cel- of plasmamembraan van pro- of eukaryoten cel en alle intracellulaire membranen (endomembranen) van eukaryote cellen
Wat kan je zeggen over de structuur van Biomembranen?
-Alle biomembranen hebben nagenoeg een uniforme structuur
-Ze zijn dun: 6 tot 10 nm
-Ze bevat lipiden, eiwitten en koolhydraten
-Het membraan bestaat uit lipidenmoleculen die gerangschikt zijn in een dubbellaag of ‘bilayer’ waarin zich eiwitmoleculen bevinden
Hoe noemden Singer en Nicolson hun algemene model? (1972)
Vloeibare mozaïkmodel
Geef eigenschappen van Biomembranen
-Plasmamembraan en intracellulaire/endomembranen
-Uniforme structuur
-Lipiden, proteïnen en koolhydraten
-Selectief permeabel
Welke lipiden vindt je terug in een membraan?
-Fosfolipiden (vooral fosfoglyceriden)
-Sterolen (cholesterol, ergosterol (planten), hopanoïden)
Wat zijn Hopanoïden?
sterolachtige molecule bij prokaryoten
Wat is de functie van de sterolen?
Staan in voor de stabiliteit en rigiditeit van het membraan
Een fosfolipide is een Amfipathische molecule, wat betekent dat?
Het is een molecule met een hydrofiel en hydrofoob deel
Wat is de Lipidendubbellaag?
Polaire delen komen in contact met het polaire water en apolaire delen van de fosfolipiden liggen tegen elkaar
Wat zorgt voor het vloeibare karakter van een Membraan?
De lipidemoleculen die bewegen, zowel om hun as als in zijwaartse richting.
Ook kunnen lipiden overgaan van de ene laag naar de andere (flip flop)
Van wat is de stabiliteit van een membraan vooral afhankelijk?
Van de samenstelling van verschillende membraanlipiden
Wat gebeurt er indien er enkel verzadigde vetzuren voorkomen?
Moleculen zullen compact bijeen liggen en goed aansluiten
Naarmate de vetzuurketens langer zijn is het membraan?
Stabieler
Als er onverzadigde vetzuren aanwezig zijn, zal het membraan?
Beweeglijker worden
Wat maakt het membraan nog stabieler?
De sterolen of sterolachtingen (hopanoïden)
Hoe speelt de omgevingstemperatuur een rol bij het membraan?
Hoe hoger de temperatuur hoe vloeibaarder het membraan
Wat doen endomembranen?
Maken aparte compartimenten in de cel (zorgen voor meer oppervlakte)
Waartoe geven de eiwitten die in het membraan voorkomen aanleiding?
Het mozaïekpatroon
Is het eiwit gehalte in een membraan altijd hetzelfde?
Nee, Het eiwitgehalte varieert sterk van membraan tot membraan
Welke functies kunnen de membraaneiwitten hebben?
-Strucutuurfunctie
-Transportfunctie
-Enzymfunctie
-Linkerfunctie
-Receptorfunctie
-Herkenningsfunctie
Welke twee membraaneiwitten zijn er?
-Extrinsieke (perifere) eiwitten
-Intrinsieke membraaneiwitten
Wat doen de Intrinsieke (integrale) eiwitten?
Overspannen het membraan in de breedte. (vaak transmembraaneiwitten genoemd)
Wat doen extrinsieke eiwitten?
Steken maar gedeeltelijk in het membraan
De membraaneiwitten hebben een amfipatisch karakter, wat kan je hier over zeggen?
een hydrofoob deel gaat communicatie over en weer aan met de hydrofobe vetzuurstaarten van de lipiden en de hydrofiele delen zullen in contact komen met water