Hoofdstuk 6: Betrouwbaarheid schatten Flashcards

1
Q

Betrouwbaarheid schatten

A

Testen zijn parallel als xt = yt en sx^2 = sy^2
Als beide testen parallel zijn dan is Rxx’ = rxy
Een parallelle test creëren en beide testen afnemen van een groep participanten: als gemiddelde en variantie van beide testen ongeveer gelijk zijn, dan kunnen we veronderstellen dat assumpties vervuld zijn (Rxx’ = rxy)
Maar, aandacht voor gelijke inhouden test en carry-over en spill-over effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Test-hertest betrouwbaarheid

A

Testen zijn parallel als xt1 = xt2 en sx1^2 = sx2^2
Als beide testen parallel zijn dan is Rxx’ = rx1x2
Praktische problemen: grotere tijdsinvestering voor participanten, uitval van participanten, duurder, soms onmogelijk om participanten tweede keer te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Interne consistentie betrouwbaarheid

A

Respondenten leggen één test op één moment af
Basisidee: test opsplitsen in verschillende delen en deze delen beschouwen als parallelle testen
Voorbeelden: split-halfbetrouwbaarheid, cronbach alpha, KR20, omega

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Split-half betrouwbaarheid

A

Werkwijze:
1. Verdeel items in twee subtesten (odd/even)
2. Bereken de schaalscore voor beide subtesten
3. Bereken de correlatie tussen schaalscores van beide subtesten
4. Pas de Spearman-Brown formule toe: Rxx’ = 2xr’splithalf / 1+r’splithalf (gegeven op formularium)

Praktisch probleem: je kan items in test op verschillende manieren verdelen in twee subtesten, welke kies je?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ruwe cronbach alpha

A

Werkwijze:
1. Bereken variantie van schaalscores (sx^2)
2. Berken covarianties tussen elk paar items in de test (cii)
3. Neem de som van alle item-paar covarianties
4. Formule toepassen (gegeven op formularium)

Meest gebruikt in de praktijk om betrouwbaarheid te schatten
Item-level benadering: consistentie tussen items nagaan (elk item vormt parallelle test)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gestandaardiseerde cronbach alpha

A

Werkwijze:
1. Correlaties tussen item-paren berekenen (rii)
2. Gemiddelde inter-item correlatie berekenen
3. Formule toepassen (gegeven op formularium)
Nuttig wanneer items verschillende antwoordschalen gebruiken of sterk verschillende item varianties hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kuder-Richardson 20 (KR20)

A

Werkwijze:
1. Percentage ‘juist’ berekenen voor elk item (p)
2. Percentage ‘fout’ berekenen voor elk item (q)
3. Product van beide percentages berkenen (pq)
4. Variantie van de schaalscore berekenen (sx^2)
5. Formule toepassen (gegeven op formularium)
Ontwikkeld voor testen met dichotome items, maar mathematisch equivalent aan ruwe cronbach alpha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Omega

A

Gebaseerd op factoranalyse resiultaten
Veronderstelt geen tau-equivalentie
Formule gegeven op formularium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drie factoren die betrouwbaarheid beïnvloeden

A

Consistentie tussen parallelle testen
Testlengte
Samenstelling van de steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Testlengte

A

Hoe meer items een test bevat, hoe hoger betrouwbaarheid → items toevoegen kan betrouwbaarheid verhogen (formule gegeven op formularium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Samenstelling van de steekproef

A

Als steekproef homogeen is (weinig variantie in testscores), dan zal de betrouwbaarheid zwakker zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly