Hoofdstuk 10: Itemanalyse en itemresponstheorie Flashcards

1
Q

Item-moeilijkheidsindex

A

pi
De proportie respondenten die een vraag correct beantwoord
pi optimaal = 0,50 en 0,30 ≦ pi ≦ 0,70

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Item-betrouwbaarheidsindex

A

SiRiT (formule gegeven op formularium)
si is variantie op scores op item i
riT is correlatie tussen scores op item i en schaalscore (= punt-biseriële correlatiecoëfficiënt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Item-validiteitsindex

A

SiRiC (formule gegeven op formularium)
si is variantie van scores op item i
riC is correlatie tussen scores op item i en criteriumvariabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Item-discriminatieindex

A

Hoogscoorders (U) en laagscoorders (L) groepen van respondenten
U = 27% hoogste schaalscores en L = 27% laagste schaalscores

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1-parameter logistisch model

A

Trait-level respondent (𝜃𝑠)
Moeilijkheid van het item (𝛽𝑖)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2-parameter logistisch model

A

Trait-level respondent (𝜃𝑠)
Moeilijkheid van het item (𝛽𝑖)
Discriminerend vermogen van het item (𝛼𝑖)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3-parameter logistisch model

A

Trait-level respondent (𝜃𝑠)
Moeilijkheid van het item (𝛽𝑖)
Discriminerend vermogen van het item (𝛼𝑖)
Gokkans (ci)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Graded respons model

A

Relevant bij testen met meer dan twee antwoordopties
Trait-level respondent (𝜃𝑠)
Moeilijkheid van het item (𝛽𝑖)
Discriminerend vermogen van het item (𝛼𝑖)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly