Hoofdstuk 3: Individuele verschillen Flashcards

1
Q

Variabiliteit

A

Verschillen tussen respondenten/metingen in psychologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Modus

A

Waargenomen meetwaarde die het meest frequent voorkomt in de verdeling van scores

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mediaan

A

Middelste waargenomen meetwaarde in geordende verdeling van scores

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kwantielen

A

Kwartielen: Q1 tot en met Q4
Decielen: D1 tot en met D10
Percentielen: P1 tot en met P100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Variantie

A

Geeft weer in welke mate meetwaarden afwijken van het gemiddelde in de verdeling
s2 = (xi-x)2 / N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Recht scheve verdeling

A

Positief scheve verdeling
Mediaan kleiner dan gemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Links scheve verdeling

A

Negatief scheve verdeling
Mediaan groter dan gemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Negatieve waarde Pearson’s median skewness

A

Negatief scheve verdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Positieve waarde Pearson’s median skewness

A

Positief scheve verdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly