Hoofdstuk 2: Meetschalen Flashcards
Intelligentietesten
Testen die iemands cognitieve vaardigheden meten
Bv. probleemoplossend vermogen en het begrijpen van complexe concepten
Bv. Weschler, Stanford-Binet, Progressieve Matrices Raven
Progressive Matrices van Raven
Non-verbale test dus ‘cultuur-fair’
Coloured progressive matrices: 5-11 jaar
Standard progressive matrices: vanaf 6 jaar
Advanced progressive matrices: personen met bovengemiddelde intelligentie
Bekwaamheidstesten
Testen die iemands potentieel voor succes in een bepaald gebied of vaardigheid meten
Bv. Scholastic Aptitude Test (SAT), General Aptitude Test Battery
Prestatietesten
Testen die iemands kennis, vaardigheden, of capaciteiten meten in een bepaald domein
Bv. examens
Creativiteitstesten
Testen die meten in welke mate iemand nieuwe, originele ideeën of oplossingen voor problemen kan bedenken
Bv. Alternative Uses Test
Persoonlijkheidstesten
Testen die persoonlijkheidstrekken of gedrag meten die iemand typeren
Bv. Personal Data Sheet (soldaten shell shock), NEO-PI-R)
Interessetesten
Testen die iemands voorkeuren voor bepaalde onderwerpen of activiteiten meten
Bv. RIASEC (realistic, investigative, artistic, social, enterprising, conventional)
Gedragsprocedures
Procedure om gedrag te omschrijven en de frequentie van gedrag te bepalen, alsook de oorzaken en gevolgen van gedrag
Bv. rollenspel tijdens selectieprocedure
Neuropsychologische testen
Testen die cognitieve, sensorische, perceptuele en motorische vaardigheden meten
Individuele testen
Mogelijkheid om te observeren (rijke data)
Hoge kost
Complexe rol testleider
Groepstesten
Efficiënt
Lage kost
Grotere standaardisatie
Beperkte rol testleider
Nominale meetschaal
Identiteit
Ordinale meetschaal
Identiteit
Orde
Interval meetschaal
Identiteit
Orde
Meeteenheid
Ratio meetschaal
Identiteit
Orde
Meeteenheid
Absoluut nulpunt