hoofdstuk 6 Flashcards
altruïstisch gedrag
niet-louter reactief gedrag met als voornaamste kenmerk dat het de situatie van anderen appetitiever maakt
<-> agressie
welke kritiek weerlegt studie van Aknin, Hamlin en Dunn, 2012
kritiek: interne beloningen na altruïstisch gedrag zijn aangeleerd door associaties met sociale versterkers ( instrumentele conditionering )
=> hebben aangetoond dat interne beloningen geen product zijn van instrumentele conditionering, maar van nature
wanneer kan diffusie van verantwoordelijkheid niet optreden
1) als men zichzelf als hoofdverantwoordelijke ziet
2) als men waarneemt dat anderen niets doen
general learning model
model dat weerspiegelt hoe iemand onder invloed van allerlei factoren kan leren om bepaald gedrag te vertonen
geef 2 mogelijkheden hoe altruïstisch gedrag een gevoel van macht kan geven of net macht wegnemen
1) ingrijpen op hulpvraag en dus welbevinden van een ander kan macht geven, hulp bieden weigeren kan zelfs nog meer gevoel van macht geven.
2) hulpvraag komt over als poging van hulpbehoevende om sociale macht te krijgen over gedrag handelende persoon
-> zolang HP gevoel heeft dat hulpbehoevende erkent dat keuze om al dan niet te helpen in handen van HP ligt => weinig bedreiging macht
-> Als bedreiging van macht als ernstig ervaren wordt => gezien als verlies van autosociale macht => weigering van verzoek => reactantie
affiliatief gedrag
gedrag dat sociale en emotionele cohesie en gezamenlijke probleemoplossing bevordert