hoofdstuk 6 Flashcards

1
Q

altruïstisch gedrag

A

niet-louter reactief gedrag met als voornaamste kenmerk dat het de situatie van anderen appetitiever maakt
<-> agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke kritiek weerlegt studie van Aknin, Hamlin en Dunn, 2012

A

kritiek: interne beloningen na altruïstisch gedrag zijn aangeleerd door associaties met sociale versterkers ( instrumentele conditionering )
=> hebben aangetoond dat interne beloningen geen product zijn van instrumentele conditionering, maar van nature

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer kan diffusie van verantwoordelijkheid niet optreden

A

1) als men zichzelf als hoofdverantwoordelijke ziet
2) als men waarneemt dat anderen niets doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

general learning model

A

model dat weerspiegelt hoe iemand onder invloed van allerlei factoren kan leren om bepaald gedrag te vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef 2 mogelijkheden hoe altruïstisch gedrag een gevoel van macht kan geven of net macht wegnemen

A

1) ingrijpen op hulpvraag en dus welbevinden van een ander kan macht geven, hulp bieden weigeren kan zelfs nog meer gevoel van macht geven.
2) hulpvraag komt over als poging van hulpbehoevende om sociale macht te krijgen over gedrag handelende persoon
-> zolang HP gevoel heeft dat hulpbehoevende erkent dat keuze om al dan niet te helpen in handen van HP ligt => weinig bedreiging macht
-> Als bedreiging van macht als ernstig ervaren wordt => gezien als verlies van autosociale macht => weigering van verzoek => reactantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

affiliatief gedrag

A

gedrag dat sociale en emotionele cohesie en gezamenlijke probleemoplossing bevordert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly