hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

vijandige agressie

A

agressie om agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Instrumentele agressie

A

agressie als middel om een hoger doel te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

agressie ( opo definitie )

A

een gedrag waarvan het belangrijkste kenmer is dat het de situatie van een ander onaangenamer maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

instrumenteel gedrag

A

gedrag met al doel bepaalde gedragingen/ attitudes/…. uitlokken bij een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef 3 manieren om agressie te meten

A
  • competitie ( meestal reactietijd )
  • hot sauce method
  • prestatie van ander beoordelen: ongunstigheid als meting van agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

risico’s van agressie definiëren adhv intentie tot toebrengen van schade

A
  • risico om gedrag dat sterk aanvoelt als agressie niet tot agressie te rekenen
  • risico: eenzelfde gedrag van twee personen verschillende mate va, agressie toekennen, omdat een van de twee personen minder geleerd heeft / minder moeite doet om schade als ‘onbedoeld’ te omschrijven
  • risico: eenzelfde gedrag wan twee personen verschillende mate van agressie toekennen, omdat personen tot verschillende groepen behoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

competitie als agressiemeting

A
  • tijdens proefbeurten na bepaald signaal zo snel mogelijk op knop drukken
  • winnaar mag verliezer aversieve prikkel toedienen
  • men gaat snel op in het spel; aversieve prikkels die worden toegediend worden ervaren als uiting van victorie, plagerijen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hot-sauce methode als agressiemeting

A
  • dekmantel: deelnemen aan smaaktest voor marketingstudie
  • dns moeten pikante saus klaarzetten voor volgende deelnemer
    -> zelf kiezen hoeveel saus ze in beker doen
    ->hebben zelf al meegemaakt hoe pikant het is
    -> bewust van feit dat volgende deelnemer alles moet opeten
    -> dns kregen onder geloofwaardige dekmantel vragenlijst te zien, waarin staat dat de volgende deelnemer niet van pikante smaken houdt => dns bewust hiervan
    => hoeveelheid saus die dns klaarzetten bepalen hoe aversief de situatie voor volgende deelnemer is => operationele definitie agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef 2 klassieke manieren om de ervaren agressie geloofwaardig te manipuleren

A

1) deelnemer doet taak die iemand anders ( handlanger ) evalueert
2) ‘ per ongeluk’ opgevangen gesprek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

prestatie van ander beoordelen; ongunstigheid als agressiemeting

A
  • score mag niet opgevat worden als agressie als deze valide en betrouwbaar de kwaliteit van prestatie weergeeft, maar score bestaat uit 3 componenten
    1) prestatie; werkelijke prestatie
    2) foutenvariabiliteit: geen enkele scoring is 100% foutloos
    3) systematische fouten: vertekeningen in functie van eigenschappen van beoordelaar en hoe beoordelaar zich verhoudt tot te beoordelen persoon
    => stereotypes en vooroordelen hebben invloed op scores
    => bruikbaar als meting van agressie
  • indien lager cijfer beoordeeld dan objectieve prestatie, en niet toe te schrijven aan niet-systematische foutenvariabiliteit => op te vatten als gedrag van beoordelaar met als voornaamste kenmerk dat situatie van beoordeelde ongunstig wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

provocatie

A

schijnbaar opzettelijk vertoonde agressie tegenover deelnemer zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

thanatos

A

doodsdrift die tot zelfvernietiging drijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

discriminatieve prikkel

A

prikkel die wijst op hogere kans van bekrachtiging (eerder geleerd gedrag dat versterkt wordt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sublimeren

A

het omzetten van oerdriften in sociaal of maatschappelijk geaccepteerde vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

eros

A

levensdrift die tot zelfverwezelijking drijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

catharsis

A

zuivering
-> tijdelijke afname doodsdrift

17
Q

frustratie-agressie hypothese

A

agressief reageren als gevolg van niet slagen in bereiken van een begrenswaardig doel, door ontstaan van een gevoel van ontevredenheid; ook hier zo catharsis optreden

18
Q

uitsluiting bevordert gedragingen waarmee…. ( meta analyse )

A
  • men weer aanvaard kon worden ( vb: conformisme volgens Asch )
  • men gevoel van mach weer kan herstellen ( bv: agressie )
  • men weer aanvaard kon worden én macht kon herstellen door middel van prosociaal gedrag.
19
Q

priming

A

activeren van gedachten

20
Q

persoonsgebonden of situationele factoren kunnen agressie uitlokken of intensifiëren via 3 routers of processen

A

1) agressieve gedachten toegankelijk maken ( activeren ) => men kan ambigue situaties in agressieve termen interpreteren en aan agressieve oplossingen denken
2) agressiegerelateerde affectieve toestanden opwekken of intensifiëren ( wraaklust, woede) 7
3) arousal verhogen => agressie die uitgelokt was door andere factoren wordt geïntensifieerd
=> elke factor die agressieve gedachten meer / minder toegankelijk maakt, arousal verhoogt/verlaagt, agressiegerelateerde gevoelens doet toe-/afnemen, kan agressie doen toe- of afnemen

21
Q

primary appraisal

A

eerste interpretatie

22
Q

wapeneffect

A

waarneming van wapens doe agressie toenemen