Hoofdstuk 5 Flashcards
Thalamus
Schakelstation en arousal centrum van de hersenen
Debk aan Hal en Amus
Cerebellum
Snelle goedgetimede opeenvolgingen van bewegingen. (Snelle fijne motoriek)
Gebruikt sensibele info in een feed-forward manier
Basale ganglia
Coordinatie van langzamere gerichte bewegingen
Gebruikt sensibele info in een feedback manier
Amygdala
Regulatie van basale drives en emoties: angst
Denk aan mig raket
Hippocampus
Belangrijk voor localisatie, plaatsbepaling, en voor codering van herinneringen.
Hypothalamus
Regulatie milieu interieur
Reguleert act autonome zs
Controleert hormoonrelease
Controleert honger/dorst en helpt emoties zoals angst en boosheid te reguleren
Premotore cortex
Integreert info uit andere associatieve gebieden en maakt een globaal plan van actie en zendt dit naar de prim motor cortex, cerebellum en basale ganglia
Prefrontale cortex
Executieve functies:
De processen betrokken bij reguleren van de aandacht en bepalen wat te doen met info uit t lange termijn geheugen.
Belangrijk in planning en gedrag
Pijnappel klier
2 kwabben
Achterste kwab in feite uitloper van de hypothalamus, met neurosecretoire cellen
Voorste kwab geen deel van het brein. Wordt aangestuurd door neurosecretoire cellen in de hypothalamus en produceert dan hormonen.
Globaal verschil linker/rechter hemisfeer
Links mn voor taal
Rechts mn voor nonverbaal, visueel-ruimtelijk
Verschillende soorten afasie
Broca: beschadiging broca gebied links frontaal net voor de prim motoor cortex.
Broca afasie: moeite met articuleren en vloeiend spreken en moeite met grammaticaal ingewikkelder zinnen begrijpen. Ook wel nietvloeiende afasie
Wernicke: beschadiging Wernicke gebied linker temporaal kwab.
Wernicke afasie: moeite met woorden begrijpen, woordvindstoornissen. Kunnen vloeiend spreken maar met nonsenstaal. Vloeiende afasie
Hebbian synaps
Presynaptische facilitatie
Gelinkt aan lange termijn potentiatie, basis voor leren
LTP
Lange Termijn Potentiatie
Versterkt synaptischr connecties wat leren medieert
Het vuren van pre en postsynaprisch neuron versterkt de synaptische connectie (hebbiaanse synaps)
LTP houdt ook vergroting van axoneinden en generatie van nieuwe receceptor sites postganglionair in.