Hoofdstuk 11 Flashcards
Ontwikkelingspsychologie
Bestudeert de veranderingen die optreden in mensen hun mogelijkheden en karakter als ze ouder worden
Welke 3 fasen in prenatale ontwikkeling
Zygotische fase (eerste 2 weken postconceptie) celdelingen, innesteling
Embryinale fase: week 3-8 innesteling ontwikkeling belangrijke orgaansystemen, placenta
Foetale fase:week 9 tot geboorte, groei en verfijning vam de organen
Ontwikkeling gebeurt cephalocaudaal
Infancy
Eerste 18-24 levensmaanden gekenmerkt door snelste ontwikkelings veranderingen die de basis vormen voor verdere ontwikkeling
Hoe leren kinderen over hun omgeving
Als onderzoeker
Door kennis van kern fysieke principes
Kind als onderzoeker
Voorkeur voor nieuwe stimuli (kijken ze langer naar)
Sterke drang om controle uit te oefenen op hun omgeving
Toenemend onderzoeken met handen en ogen(eerste 3-4 maanden alles met de mond, 5-6 maanden met handen en ogen,hoeft niet aangeleerd te worden!!)
Gebruik van sociale aanwijzingen om hun onderzoek te begeleiden
Intentional agent
Iemand die ervoor zorgt dat wr iets gebeurt
Shared attention
3 weg interactie tussen kind een ander persoon en een object. Vanaf een maand of 9
Social referencing
Kinderen kijken naar de reactie van hun verzorgers emotionele uitdrukkingen voor aanwijzingen v oor gevaar.
Object permanentie
Het principe dat objecten blijven bestaan als je ze niet ziet. Vanaf ong 5 maanden
Discrepantie tussen Piaget en selectief kijken
Piaget vs Baillargeon
Onder de 5 maanden nog niet de fysieke mogelijkheden om de beweging te maken naar het verborgen object (Baillargeon)
Basis kennis van fysieke fenomenen
Lijkt aangeboren bij kinderen want ze kijken langer naar fysiek onmogelijke gebeurtenossen al vanaf 2,5 maand ongeveer
Drie theorieen van de mentale ontwikkeling bij kinderen
Piaget: rol van kind zijn eigen handelen centraal
Vygotski: rol van sociaal emotionele omgeving centraal
Informatie-verwerkings perspectief
Hoe zag Piaget het kind?
En Vygotsky?
Piaget: als kleine wetenschapper
Vygotsky: als gezel/ leerling
Scheme volgems piaget
Mentale representatie van een beweging of van iets dat iemand kan doen met een object of bepaalde soort objecten
Hoe ontwikkelen schemes zich volens piaget?
Door assimilatie en accomodatie
Assimilatie
Proces waarbij nieuwe ervaringen worden ingebouwd in bestaande schemes
Accomodatie
Het proces waarbij bestaande schemes worden aangepast (uitgebreid of veranderd) om een nieuw object of ervaring te kunnen incorpereren
Operations
Omkeerbare acties dwz acties waarvan de gevolgen teniet kunnen worden gedaan door andere acties
Conservation of substance
Het besef dat een hoeveelheid materie gelijk blijft ook al verandert het van vorm
Stadia volgens piaget
Sensorimotor geboorte-2 jaar
Preoperationeel 2-7 jaar
Concreet operationeel 7-11 jaar
Formeel operationeel 11-16 jaar
Kenmerken sensorimotore stadium
Geboorte-2 jaar
Cognitie ontwikkelt zich van oefenen van reflexen naar het begin van symbolisch functioneren.
Gedachten en fysieke actie zijn hetzelfde
Belangrijkste taak is ontwikkelen van schemes voor specifiek voor verschillende categorieen objecten
Kenmerken preoperationele stadium
2-7 jaar
Intelligentie is symbolisch, uitgedrukt in taal, verbeelding
Gedachten eerder intuitief dan logisch
Egocentrisch
Kenmerken concreet-operationele stadium
7-11 jaar
Intelligentie is symbolisch en logisch
Minder egocentriscch
Denken iver consequenties van handelingen
Denken nog beperkt tot concrete zaken en eigen ervaringen.
Kenmerken formeel,operationele stadium
11-16 jaar
Kunnen hypotheses maken en testen
Introspectie
Abstract denken
Middelen voor intelligente aanpassing
Vygotsky’s term voor middelen die een cultuur biedt voor denken en probleemoplossen bv getallen of een alfabet
Zone of proximal development
In de theorie van Vygotsky: de activiteiten die een kind kan doen samen met een meer competent iemand maar nog niet alleen
Hebben jonge kinderen al een lange termijn geheugen?
Ja maar impliciet. Expliciet pas te testen als ze kunnen praten. Infantiele amnese
Morpheme
Kleinste betekenisvolle delen van een taal
Beloop van taalontwikkeling
Tot maand of 6 kunnen baby’s fonemen onderscheiden, hierna beter ondescheid tussen fonemen in de moedertaal.
Brabbelen als oefenen voor het vocale apparaat. Vanaf maand of 8 begint het brabbelen op de mkedertaal te lijken
Rond 10-12 maanden eerste woordjes gevolgd door groei van de vocabulaire, geholpen door aangeboren biases en kennis van grammatica.
Woordcombinaties rond 18-24 maanden laat zien dat er kennis is van woord-orde regels. Kennis van grammaticale regels laat zich zien door overgeneralisatie.
Language acquisition device (LAD)
Noam Chomsky’s term voor de speciale aangeboren karakteristieken van de mesnelijke geest die kinderen hun moedertaal doen leren, het houdt aangeboren kennis van basale grammaticale aspecten in die gemeenschappelijk zijn aan alle talen en een aangeboren predispositie om de kritische unieke aspecten van een taal op te merken en te onthouden
Werkt meest effectief in de eerste 10 levensjaren
Language acquisition support system (LASS)
Term gebruikt door sociaal-leren aanhangers om te refereren naar de simploficatie van taal en het gebruik van gebaren dat optreedt als ouders of mensen doe een andere taal spreken, spreken tegen jonge kinderen. Dit helpt kinderen taal te leren . Complementair aan LAD