Hoofdstuk 14 Flashcards
Sociale druk
De gehele set psychologische krachten die op oms inwerken door de beoordeling van anderen, voorbeelden, verwachtingem en vragen/opdrachten, werkelijk of ingebeeld.
Sociale facilitatie
Verbetrende effect van het hebben van een publiek op de uitvoering van een taak
Mn bij makkelijke taken
Sociale interferentie/ remming
Belemmering bij het uitvoeren van een task doordat er publiek is
Mn bij lastigere taken
Impressie management
Alle manieren waarop mensdn bewust rn onbewust hun gedrag aanpassrn om de indruk die ze op anderen maken te beinvloeden
Informational influence
Sociale invloed die werkt door aanwijzingen te geven over een gebeurtenis of een object
Normative influence
Sociale invloed die werkt doordat de persoon tot een groep wil behoren of goedgekeurd wil worden door anderen
Groepspolarisatie
Proces waarbij door discussie leden van een bepaalde groep een meer extreme visie vaan een eerdere visie aanhangen
Groepsdenken
Proces waarbij mensen van een groep hun realistisch denken over een issue aan de kant zetten om unanimiteit in de groep te houden/krijgen bv om een president naar de mond te praten
Welk gevolg heeft e aanwezighied van publiek op een handeling?
Vergemakkelijkt het uitvoeren van dominante handelingen en interfereert met het uitvoeren van niet dominante handelingen.
Choking under pressure?
Doordat het werkgeheugen in gebruik is door belemmerende gedachten, is er minder werkgeheugen beschikbaar om een test te maken. Stereotype threat (self fulfilling prophecy)
Impression management
Alle handelingen waardoor mensen bewust of onbewust hun gedrag aanpassen om de indruk die ze op andren maken te beinvloeden
Wat wilde Asch eigenlijk aantonen met zijn experiment?
De grenzen van conformiteit
Noem een aantal drijvendee krachten achter compliantie
Cognitieve dissonantie
Wederkerigheids norm
Gedeelde identiteit, of vriendschap
Noem twee sales technieken waarbij gebrui gemaakt wordt van cognitieve dissonantie
Low ball techniek
Foot in the door techniek
Cognitieve dissonantie
(Festinger) mensen zoeken een oplossing voor het oncomfortabele gevoel dat optreedt bij inconsistentie tussen twee of meer van hun cognities.