Chapter 4 Basic Processes Of Learning

Question 1

Leren

Answer 1

Elk proces dat door ervaring op een gegevEn moment gedrag op een later momeng kan veranderen

Question 2

Behaviorisme

Answer 2

Gedrag is het resultaat van een stimulus -> respons relatie (Watson)
Gedrag lijkt op een reflex

Question 3

Wat is een reflex en hoe kan deze veranderen door gewenning?

Answer 3

Een reflex is een simpele stim-respons reactie vanuit het zenuwstelsel

Question 4

Hoe ontdekte pavlov de gevonditioneerde respons?

Answer 4

Hij zag dat een hond elke keer als hij een teken meende te bemerken dat er eten aan kwam, al ging kwijlen

Question 5

Reflex

Answer 5

Automatischr reactie op een stimulus, gemedieerd door het zenuwstelsel

Question 6

Uitdoving van een geconditioneerde respons

Answer 6

Gebeurt als de gecondicitoneerde stimules niet meer wordt gevolgd door de ongeconditioneerde stimulus

Question 7

Spontaan herstel van de gecond respons

Answer 7

Als na een tijd de gecond stimulus weer gevolgd wordt door de ongecond stim, dan keert de gecond respons weer terug

Question 8

Discriminatie (onderscheid) training

Answer 8

De respons op een stimulus wordt versterkt en die op een andere afgezwakt

Question 9

Generalisatie

Answer 9

De gecond respons treedt ook op na stimuli die lijken op de gecond stimulus

Question 10

Noem 3 bewijzen dat klassieke conditionefing met vewachting, dus mentale processen te maken heeft

Answer 10

1. CS moet voor de OCS komen en voorspellend zijn
2. CS moet aangeven dat er een grote kans is dat de OCS ook komt moet dis vaak genoeg gepaard optreden
3. Er moet niet al een andere voorspeller voor de OCS aanwezig zijn, want dan voegt een nieuwe CS niks toe

Question 11

Operante conditionering (instrumentele conditionering)

Answer 11

Individu laat gedrag zien dat effect heeft op zijn omgeving en leert hiervan doordat het gedrag wordt bekrachtigt of niet.

Question 12

Thorndike’s wet van het effect

Answer 12

Reacties die een bevredigingd effect sorteren in een bepaalde situatie zullen in de toekomst in een soortgelijke situatie vaker optreden.

Question 13

Reinforcer/ bekrachtigef

Answer 13

Term door Skinner geintroduceerd ipv bevrediging en beloning, omdat dit een neutrale term is.

Question 14

Shaping/ modelleren in operante conditionering

Answer 14

Elke poging die st

Eeds dichter in de buurt komt van het gewenste resultaat wordt beloond. Denk aan dieren trainers

Question 15

Reinforcement/bekrachtiging

Answer 15

Elk proces dat de kans dat de respons optreedt vergroot
Pos bekrachtiging: meer beloning
Neg bekrachtiging: een stimulus wordt verwijderd, bv een shock.

Question 16

Straf

Answer 16

Laat de kans dat een respons optreedt afnemen
Pos straf: meer stimulus (bv toediening van een schok) zorgt ervoor dat gedrag afneemt
Neg straf : minder stimulus (wegname van iets bv eten)

Question 17

Gedrags analyse

Answer 17

Gebruikt operante cond om gedrag te voorspellen.

Question 18

5 cat van bewijs voor theorie van Karl Groos over spelen

Answer 18

1 jonge spelen meer dan oude
2 zij die t meeste moeten leren spelen t meest
3 skills die t meeste nodig zijn worden het meest gespeeld
4 veel herhaling in het spel
5 uitdagend

Question 19

Exploratie

Answer 19

Leren over dingen/ zaken

Question 20

Bandura’s sociaal cognitieve theorie

Answer 20

Symbolisatie ( kunnen denken over sociaal gedrag in woord en beeld)
Vooruitdenken (de consequenties van gedrag kunnen anticiperen)
Zelfregulatie (standaarden van acceptabel gedrag kunnen aannemen)
Zelfselectie (eigem gedachten en acties kunnen analyseren)
Plaatsvervangende bekrachtiging (vicarious reinforcement) (kunnen leren door te kijken naar het gedrag van anderen en de gevolgen daarvan)

Question 21

Imitatie

Answer 21

Nadoen, is ingewikkeld cognitoef gezien, want veel skills voor nodig

Question 22

Emulatie

Answer 22

Navolging door iets op de eigen manier na te doen

Question 23

4 types partiele bekrachtiging

Answer 23

Fixed ratio schema : bekrachtigef na elke n-de respons
Variabele ratio schema: bekrachtiger na een onvoorspelbaar aantal responses
Fixed interval schema: vaste tijd voordat de bekrachtiger verkregen wordt
Variabel interval: variabel interval

Gedrag is snel aan te leren met een fixed ratio schema maar beklijft beter met een variabel schema

Question 24

Waarin verschilt voedsel-aversie van typische voorbeelden van klassieke conditionering?

Answer 24

Moet een bepaalde delay zijn tussen de geconditioneerde (smaak/geur) stimulus en de ongecond stim
Bij voedselaversie is de typische gecond stimulus smaak of geur, terwijl dit bij klassieke cond elke soort stimulus zijn

Question 25

Waarin verschilt voedsel-aversie van typische voorbeelden van klassieke conditionering?

Answer 25

Moet een bepaalde delay zijn tussen de geconditioneerde (smaak/geur) stimulus en de ongecond stim
Bij voedselaversie is de typische gecond stimulus smaak of geur, terwijl dit bij klassieke cond elke soort stimulus zijn