Hoofdstuk 36 Flashcards
aantal antigenen gevonden op bloedcellen
30
Twee types antigenen die vooral bloedtransfusieproblemen veroorzaakt
OAB systeem en Rh systeem
agglutinogenen
antigen A en B
Meeste mensen hebben … antigenen
A en B
Agglutinines
Antilichamen die een persoon heeft, afhankelijk van hun bloedtype
Vier genotypes en hun bijbehorende bloedtype, agglytinogenen en agglutinines
OO; bloedtype O, en heeft Anti-A en B
OA/AA; bloedtype A, heeft agglutinogen A en agglutinine anti-B
OB/BB; bloedtype B, heeft agglutinogen B en agglutinine anti-A
AB; bloedtype AB, heeft alleen agglutinogen A en B
De genen die bloedtype bepalen
Drie vormen van hetzelfde gen; allel IA, IB, en IO (I staat voor immunoglobine)
Welk bloedtype allele is recessief
IO, omdat dit nauwelijks functie heeft en geen agglutinogen veroorzaakt op bloedcellen
Relatieve percentages bloedtypes
O; 47%
A; 41%
B; 9%
AB; 3%
agglutitines tijdens geboorte
is nul
agglutitines over de jaren heen
2-8 maand na geboorte; agglutitines vormen
Maximum aantal agglutitines bepaald bij 8-10 jaar oud, en neemt af over de jaren.
Anti-A in bloedtype O en B is vele male groter (400 max) dan Anti-B in bloedtype A en O (150 max)
agglutitines zijn de
antilichamen (dus gamma immunoglobulines)
waar worden agglutitines gemaakt
in beenmerg en lymfeklieren; zelfde als antilichamen. Zijn vooral IgM en IgG
Hoe krijg je agglutitines als je de agglutinogen niet hebt?
Een mogelijk antwoord op deze vraag is dat kleine hoeveelheden type A- en B-antigenen het lichaam binnenkomen via voedsel, bacteriën en andere manieren, en deze stoffen initiëren de ontwikkeling van de anti-A- en anti-B-agglutinines.
Infusie van groep A-antigeen in een ontvanger met een niet-A-bloedgroep veroorzaakt bijvoorbeeld een typische immuunrespons, met vorming van meer anti-A-agglutinines dan ooit. Ook heeft de pasgeborene weinig of geen agglutinines, wat aantoont dat de vorming van agglutinine bijna volledig na de geboorte plaatsvindt.
agglutinatieproces
de RBC’s agglutineren doordat de agglutinines zich hechten aan de RBC’s. Omdat de agglutinines twee bindingsplaatsen (IgG-type) of tien bindingsplaatsen (IgM-type) hebben, kan een enkele agglutinine zich tegelijkertijd aan twee of meer RBC’s hechten, waardoor de cellen door de agglutinine aan elkaar worden gebonden. Deze binding zorgt ervoor dat de cellen klonteren, wat het proces van agglutinatie is. Vervolgens verstoppen deze klonten kleine bloedvaten door de bloedsomloop. Gedurende de daaropvolgende uren tot dagen vernietigt fysieke vervorming van de cellen of aanval door fagocytische witte bloedcellen de membranen van de geagglutineerde cellen, waardoor hemoglobine vrijkomt in het plasma, hemolyse van de rode bloedcellen genoemd
hemolyse
Fenomeen waar de RBCs uit elkaar vallen
Hoe wordt directe hemolyse veroorzaakt
de antilichamen veroorzaken lysis van de rode bloedcellen door het complementsysteem te activeren en een membraanaanvalscomplex (ook wel cytolytisch complex genoemd) te vormen dat zichzelf in de lipidedubbellaag van de celmembranen invoegt; deze insertie creëert membraanporiën die permeabel zijn voor ionen en veroorzaakt osmotische lysis van de cellen
wat komt vaker voor; directe of vertraagde hemolyse?
vertraagde hemolyse; omdat er niet alleen een hoge titer aan antilichamen moet zijn om lysis te laten plaatsvinden, maar ook een ander type antilichaam lijkt nodig te zijn, voornamelijk de IgM-antilichamen; deze antilichamen worden hemolysines genoemd.
Hoe vind bloedtypering plaats
RBCs worden gescheiden van het plasma en verdund met zoutoplossing. Een deel is dan gemixt met anti-A agglutiine en ander met anti-B. Er wordt gekeken welk deel samenklontert.
Verschil OAB en Rh complex
Het Rh complex heeft nooit directe agglutitines. Gebeurt alleen bij een blootstelling aan veel Rh antigen
De Rh antigenen
Ook wel Rh factoren genoemd;
C, D, E, c, d en e
Iemand met C heeft geen c, maar iemand zonder C heeft altijd c. Geldt ook voor D-d en E-e
Elk persoon heeft een van deze drie paren