Hoofdstuk 3 samenvatting Flashcards

1
Q

Condensator

A

Het brein volgens aristoteles, het ving de verhitte dampen van humoralen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

apoplexy

A

Beroertes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Commissuren

A

verbinding witte vezels twee hemisferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neuronen

A

Zenuwcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Frans jozef gall

A

Hersenanatomist en frenoloog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Johan Kaspar Lavatar

A

fysiognomie : het aflezen van iemands karakter aan zijn fysieke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pierre Flourens

A
  • Ablatie
  • De ‘actions propers’ (specifieke acties) in de onderdelen waren onderworpen aan een
    globale ‘action commune’ (gemeenschappelijke actie) van het brein, dat als geheel functioneert. Flourens zag het brein
    als de zetel van een geïntegreerde en harmonieuze ziel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parafasieën

A
  • Problemen bij het vinden van de juiste woorden.
  • Wernecke
  • Sensorische afasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jean Baptiste Bouillaud

A
  • Student van Gall
  • onderzoek verbaal geheugen - Broca
  • Door Ernest Aubertin - kwam met soldaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Paul Broca

A
  • Afasie (motorisch)
  • Broca bedacht ook dat verschillen in breingrootte positief correleerden met verschillen in intelligentie, en ook dat witte
    Europese mannen, met groter dan gemiddelde hersenen, aangeboren superieur waren t.o.v. vrouwen en mensen met een
    andere etnische achtergrond.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gustav Fritsch en Eduard Hitzig

A

Elektrische stimulatie brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hersengebieden gevuld met relatief veel witte materie noemde men

A

associatiegebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conductie-afasie

A
  • Schade tussen broca en wernicke

- parafasieën vanwege het verlies van zelf-monitoring, maar met begrip en vloeiende spraak nog intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Shepherd Ivory Franz

A
  • Puzzeldoos

- Kattenablatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Karl Spencer Lashley

A

Lashley vond bewijs voor Flourens’
theorie van gemeenschappelijke actie (‘action commune’), hoewel het volgens Lashley alleen over het geheugen ging,
en niet over de wil. Hij vatte zijn onderzoek samen met twee nieuwe termen:

Equipotentialiteit
Het idee dat het brein voldoende plasticiteit heeft om de functie van een
deel dat beschadigd is, door een ander deel te laten overnemen.

Wet van massale actie
Hoe groter de schade aan het brein is, hoe minder ruimte
er is voor equipotentialiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

redundantiehypothese

A

elke individuele herinnering wordt opgeslagen in
verschillende locaties in de cortex. Als het geheugen beter gevestigd ligt, is dit aantal locaties groter en breder
geassocieerd met andere herinneringen. Het verwijderen van een deel van het hersengebied zal dus een deel, maar niet
alle paden van een bepaald geheugen verwijderen.

17
Q

Roberts Bartholow

A

Patiënt schedelkanker - elektrische stimulatie

18
Q

Wilder Penfield

A
  • ablatie bij epilepsie (behalve de taalgebieden), door onderzoek naar plaats aura’s te doen
19
Q

interpretatieve cortex

A
  • Temporale cortex
  • Interpretatieve responsen

De patiënt zag plotseling zijn situatie in een nieuw licht, zoals een
déjà-vugevoel of plotse euforie. Dit leek op de epileptische aura’s
van bepaalde patiënten

  • Experiëntiële responsen
    Hallucinatoire dromen en flashbacks met een alledaagse inhoud.
    Geen normale herinneringen, maar de scenario’s werden
    daadwerkelijk subjectief ervaren.
20
Q

Brenda Milner

A

Geïnteresseerd in de effecten van schade aan de temporale lobe en hippocampus: werkte met Scoville
aan de patiënt H.M. en onderzocht meer patiënten met variërende mate van hippocampale schade.
Concludeerde dat er twee aparte geheugenprocessen zijn: een primair mentaal proces met snel verval en
overlappend secundair proces voor langdurige opslag.

21
Q

Donald O. Hebb

A

Schreef het boek ‘The Organization of Behavior’ over cel assemblages. Inspireerde daarmee Milner

22
Q

Declaratief geheugen

A

de mogelijkheid om zich dingen te kunnen herinneren en het verbaal te beschrijven

23
Q

Procedurele geheugen

A

de mogelijkheid om te oefenen en nieuwe vaardigheden te leren

24
Q

Wat was de bijdrage van Milner aan de cognitieve psychologie

A

Milners hypothese van onderscheiden en verschillende geheugensystemen

25
Q

Wilder Penfield’s verassende opinie

A

hij gaf toe hij in eerste instantie aannam

dat de mechanismen in het brein verantwoordelijk zijn voor de fenomenen van de geest

26
Q

‘Cognitive Neuroscience: The Biology of the Mind’.

A
  • ontwikkeling eind jaren 70 neurowetenschap, geschreven door michael posner en Marcus Raichle
  • Zij voerde de eerste PET-scans uit
27
Q

George Miller en Michael Gazzaniga,

A

Cognitieve neurowetenschap, lokalisatie