Hoofdstuk 12 samenvatting Flashcards

1
Q

Maslow zag humanistische psychologie als

A

een nieuwe ‘derde macht’ na behaviorisme en psychoanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grondlegger van de persoonlijkheidspsychologie Gordon W. Allport

A
  1. De één causaal en objectief, met de nadruk op
    deterministische en mechanistische koppelingen tussen
    specifieke stimuli en de daaropvolgende responsen.
  2. De ander doelgericht en subjectief, vereist dat
    psychologen toegang krijgen tot de specifieke
    gedachteprocessen en standpunten van het individu.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Allport had moeite met de ‘blank page’-scheiding van beide benaderingen

A

hij vroeg zich af of ze niet verzoend en
gefuseerd konden worden. Deze duale conceptie van de psychologie was in continentaal Europa gebruikelijker dan in
Engelssprekende landen. Eerdere denkers als Descartes, Leibniz, Kant en Wundt hadden al opgemerkt dat de
mechanistische benadering geen volledige verklaringen kon geven voor hogere mentale functies, bewustzijn en wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vanaf de 20ste eeuw werd karakter vervangen door

A

persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Allport + broer’s model voor de samenstelling van persoonlijkheid

A

Intelligentie

Temperament - Zoals emotionele breedte en
kracht

Zelfexpressie - Zoals extraversie-introversie en
overwicht-onderwerping

Socialiteit - Zoals sociale deelneming en
vatbaarheid voor sociale stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

William Stern als mentor voor Allport en ondersteunde de personalistische psychologie

A

Het individu als centraal concept en het begrijpen van de
individualiteit van elk persoon als hoofddoel dmv 2 mogelijkheden

  1. Rationele individualiteit - De persoonlijke relatieve, statistische positie van het individu op
    een groot aantal trekken, vergeleken met anderen.
  2. Reële individualiteit - Geen statistische vergelijking, maar het onderzoeken van de
    relatie tussen eigenschappen binnen de persoon.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Allport-Vernon Study of Values’ Allport samen met Philip Vernon

A

test waarbij subjecten gevraagd werd aan te geven in hoeverre
ze het eens waren met bepaalde stellingen die zes verschillende waarden reflecteerden: economisch, esthetisch, theoretisch,
politiek, sociaal en religieus. De test werd daarna veel gebruikt in persoonlijkheidsonderzoek en bij studie- en beroepskeuzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Trait Names: A Psycholexical Study’ Allport samen met Henry Odbert

A

uit woordenboeken haalden ze 18.000 verschillende
woorden die gebruikt werden om persoonlijkheidskenmerken te beschrijven. Slechts een klein deel daarvan beschreven
dimensies die zoals ‘intelligentie’ die op iedereen van toepassing en meetbaar zijn. De rest kon alleen op sommige mensen
toegepast worden of in specifieke situaties. Andere woorden beschreven ongeveer hetzelfde of precies het tegenovergestelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Allport hechtte de meeste waarde aan

A

Individualiteit, hetgeen waar wetenschap juist niet over gaat. Hierbij staat generaliseren centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Allport identificeerde twee contrasterende vormen van onderzoek:

A

Nomothetische methoden -
Mensen bestuderen in termen van algemene dimensies of
kenmerken waarin mensen op kwantificeerbare mate variëren.
De causale objectieve psychologie van Münsterberg en de relationele
individualiteit van Stern.

Ideografische methode - Onderzoeken en beschrijven van dat wat een mens uniek
maakt; een kwalitatieve benadering.
De doelgerichte psychologie van Münsterberg en de reële
individualiteit van Stern.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functionele autonomie volgens Allport

A

Om een volwassen, normaal persoon te begrijpen, is het begrijpen van
de functie van deze trekken belangrijker dan hun oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Twee voetnoten bij psychoanalyse volgens Allport

A
  1. Bewuste zelfrapportage serieus nemen

2. Niet pathologiseren, het direct toeschrijven aan de kindertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Raymond B. Cattell

A

Werd door Allport ingehuurd omdat hij ervaring had met factoranalyse. Zij ontwikkelden de Sixteen Personality Factor Questionnaire – 16PF, een eenvoudige multiple-choice test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het PEN-model volgens Hans Eyesenck

A

Psychoticisme - Neiging om verder te kijken dan de
dagelijkse realiteit

Extraversie vs introversie - Sociaal, levendig, dominant en opzoek naar nieuwe
sensaties of gereserveerd en afstandelijk.

Neuroticisme - Mate waarin men neigt tot angstigheid
en instabiele stemmingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Walter Mischel

A

Persoon-situatie converse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Big 5

A

Openheid
vs.
Bekrompenheid

Consciëntieus
vs.
Slordigheid

Extraversie
vs.
Introversie

Aangenaamheid
vs.
Twistzucht

Neuroticisme
vs.
Stabiliteit

17
Q

Conclusies volgens Henry A. Murray binnen de personologie

A
1. Iedereen weet iets over zichzelf dat
hij wil vertellen.
2. Iedereen weet iets over zichzelf dat
hij niet wil vertellen.
3. Iedereen heeft iets dat hij niet weet en
dus ook niet kan vertellen.
18
Q

Christina Morgan en Henry Murray ontwikkelde de

A

Thematic Apperception Test – TAT

19
Q

Van de 27 psychogene behoefte zijn er enkele het meest belangrijk

A

Belangrijke behoeften zijn de behoefte naar succes, verbondenheid, macht en autonomie.

20
Q

Mc Adams pschyobiografie

A

Dispositionele trekken - Relatief stabiele trekken, geïllustreerd door
de dimensies van de Big Five.

Kenmerkende adaptaties - Specifieke doelen, motieven, behoeften en
waarden van het individu.

Integratief levensverhaal - Persoonlijk narratief dat alles verbindt en
betekenis geeft.

21
Q

Allports onderscheidt in religie

A

Onvolwassen religie - Religieuze betrokkenheid vanwege zelfverheerlijkende redenen.
Niet-reflectief, letterlijke interpretaties, kwezelachtig en intolerant.

Volwassen religie - Geloof in een spirituele realiteit, maar ook het accepteren van
onwetendheid. Bescheidenheid, zelfbevraging en tolerantie

22
Q

Allports stappen naar uitroeiing

A

Denigrerende grappen -> Vermijding-> Actieve discriminatie -> Actieve agressie -> Uitroeiing

23
Q

William Sheldon

A
  • Ectomorf
  • Endomorf
  • Mesomorf

gelinkt aan behavioristische methodologie

24
Q

Maslow

A
  • Had het moeilijk met het antisemitisme
  • Primatenonderzoek
  • Werkend onder Thorndike
25
Q

Ruth Benedict

A

cultuur is persoonlijkheid in het groot’

Apollinische culturen - Rationeel en terughoudend
Dionysisch culturen - Uitbundig, emotioneel en relatief ongeremd
Paranoïde culturen - Wantrouwend en vijandig

26
Q

Twee basisbehoeften volgens benedict

A

Belang van cultuur en basisbehoeften

Zijn conclusie was eigenlijk een echo van Leibniz: ervaringen vormen de geest, maar creëren die niet, omdat het al een
bestaande structuur heeft.

27
Q

Behoefte piramide van Maslow

A
  1. Fysiologische behoeften
  2. Veiligheidsbehoeften
  3. Behoeften van erbij horen en liefde:
  4. Waarderingsbehoeften
  5. Behoefte aan zelfactualisatie

Valt binnen de humanistische psychologie

28
Q

Carl Rogers

A
  • Cliëntgerichte therapie

- Ontwikkelde nondirectieve’ benadering die hij reflectie noemde

29
Q

Rollo May

A
  • Theologie gestudeerd en na een 3 jarig ziektebed ontwikkelde hij: existentiële
    psychologie: ziet de zoektocht naar betekenis in het leven als het belangrijkste probleem van de moderne mens
30
Q

Gordon Allport: Maslow, Rogers en May werkten samen in het promoten van een niet-reductionistische derde macht
in de psychologie

A

dat de nadruk legde op het bereiken van positieve doelen en zelfvervulling. Ze kregen steun voor hun
beweging van Gordon Allport, die ook jarenlang de nadruk had gelegd op het bestuderen van normaliteit en het serieus
nemen van de eigen verklaringen van mensen.

31
Q

Maslows gedachte experiment

A

een gemeenschap van duizend gezelfactualiseerde mensen en hun familie op een
verlaten eiland. Deze utopische gemeenschap noemde hij eupsychica: maximale vrijheid voor mensen om hun volle
potentiaal te bereiken.

32
Q

‘epi-Freudiaans’

A

Niet tegenover de psychoanalyse gaan staan maar ernaast

33
Q

Martin Seligman

A
  • Introduceerde aangeleerde hulpeloosheid als een van de kenmerken van een depressie