Hoofdstuk 13 samenvatting Flashcards

1
Q

Binet constateerde dat buitengewoon intelligente personen verschillende intellectuele strategieën

A

erop nahielden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Binet ontwikkelde een diepgaande case test

A

van twee uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Binet en Theodore Simon ontwikkelde een test om ‘achterlijke’ kinderen te toetsen

A

dmv oplopende moeilijkheidsgraad, de Binet-Simontest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Charles Spearman - twee-factorentheorie van intelligentie:

A
De testprestatie wordt verklaard door twee factoren - 
Algemene intelligentiefactor (g) - Prestaties van alle taken samen 

Specifieke intelligentiefactor (s) - Prestatie op elk individueel item

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

William Stern ontwikkelde intelligentiequotiënt

A

ratio van de mentale leeftijd en de chronologische leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Henry H. Goddard

A
  • Onderzocht zwakzinnigheid
  • Debile - Moron
  • Eugenetica
  • Kakkilak family
  • Onvrijwillige sterilisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lewis Terman

A
  • Introduceerde de term ‘genieën’

- Hield zich bezig met hoogbegaafdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wechsler Adult Intelligence Scale – WAIS.

A
  • Verbale subtest - Vocabulaire, informatieve kennis, detectie van abstracte
    overeenkomsten, geheugen voor getallen, eenvoudige
    rekenkundige berekeningen.

Prestatie subtest - Vaardigheden als het in elkaar zetten van blokken, detecteren van
een missend element in een afbeelding, zo snel mogelijk
bepaalde symbolen herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Flynn-effect

A

Door de jaren heen zijn mensen gemiddeld hoger gaan scoren op iq-testen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De creatieve evolutie van Henri Bergson

A
  1. Levende materie (evolueert contant om zo te kunnen werken met levenloze materie). 2. Levenloze materie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het doel van Piaget was

A

het construeren van een empirische en experimentele theorie die verklaart hoe mensen steeds meer te
weten komen over hun wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Piaget’s genetische epistemologie

A

De geleidelijke groei van intelligentie kwalitatief en kwantitatief bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly