Deel II hoofdstuk 1 Flashcards
Wat betekent logos in het oud grieks
Letterlijk betekent het woord, maar het kan ook voor ‘gedachte’, ‘taal’, ‘rede’, ‘principe’, ‘leerstelling’ of ‘logica’
De athenische democratie gold niet voor
Buitenlanders, slaven en vrouwen
Philosophia betekent
Wisdom of love
Thales 624-546 bc
- Komt uit Miletus, Ionië
- Astronomie, meteorologie
- Absent minded-philosepher
- 2 van zijn uitgangspunten:
1. Conclusies omtrent het universum mag men louter en alleen baseren op het universum zelf (dus niet op goden).
2. Opvattingen moeten gestaafd worden aan de hand van argumenten
Phytagoras 570-495 bc
- Geboren in Ionia maar gesetteld in Croton Italië
- ## Geen geschreven documenten achter gelaten
Hypothenuse
Lange zijde van een 3 hoek met 90 graden
Heraclitus 535 - 470 bc
- You can never step into a river twice
Hiermee bedoelde hij dat alles afhankelijk is van zijn relatieve richting en positie
Zeno 490- 430 bc
- Achilles en de schildpad, als de helft van de afstanden oneindig deelbaar zijn, kan hij hem nooit inhalen
Protagoras 490- 420 bc
- Agnost - Niet weter
De mens is de maat van alle dingen” wijst erop dat waarheid subjectief is, dat ieder mens over de dingen een andere mening kan hebben.
Hippocrates Corpus
Medische handboek
Hippocrates 460 - 370 bc
- Arts, grondlegger westerse geneeskunde
- Komt van Kos
- Humoral theory
- Hippocrates eed
Humoral theory
- Blood, yellow bile, black bile and phlegm
- Yellow bile, Chole, restless and easily angered
- Black bile, Melan, melancholisch
- Blood, Sanguine, optimistisch and cheerfull
- Phlegm, plegmatisch, calm, lusteloos
Xenophon 430- 354 bc
- Student van Socrates
Grootste erfenis van Socrates aan Plato
De weg van wijsheid was niet simpel het opeenstapelen van opinies en ervaringen door externe sensaties, maar meer door ‘Know Thyself’ en het interpreteren van iemands eigen aangeboren rationele vermogens
Plato heette eerst
Aristocles, kreeg zijn naam pas later door fanatiek sporter te zijn. Afgeleid van Platon, wat breed betekent.
Hij was 25 toen Socrates stierf
Plato’s referentie van een verschijning, fenomeen
Hij refereert dit aan iemands actuele bewuste ervaring van iets, zoals een hond, boom of paard.
Ook spreekt hij over de over het algemeen bekende vormen, refererend aan het idealisme