Hoofdstuk 3 Flashcards
exciteerbare cellen
cellen elektrische prikkels kunnen ontvangen en geleiden
ion
een atoom of molecule met een positieve of negatieve elektrische lading
hydrofiele stof
Een stof die goed oplost in water, zoals natriumchloride
hydrofoob
Een stof die niet goed oplost in water, zoals de meeste vetten
Waarom lost zout op in water?
omdat de atomen van het zout omringd worden door een mantel van polaire watermoleculen
Het celmembraan scheidt
het intracellulaire cytoplasma en het extracellulaire weefselvocht
concentratieverschil
De positieve en de negatieve ionen, opgelost in deze waterige oplossingen, komen in verschillende concentraties voor aan weerszijden van het celmembraan
elektrisch potentiaalverschil
Het concentratieverschil van de geladen deeltjes tussen de binnen- en de buitenkant van het celmembraan
Het potentiaalverschil (spanning) over het celmembraan wordt voornamelijk veroorzaakt door …
positief geladen natriumionen (Na), kaliumionen (K) en negatief geladen organische anionen
rustmembraanpotentiaal waarde bij neuronen
bij neuronen rond -70 mV (millivolt) bedraagt (het negatieve teken heeft betrekking op de negatieve binnenzijde).
Wanneer ionen bewegen in een waterige oplossing, dan gebeurt dat onder invloed van twee krachten
- chemische drijfkracht
- elektrische drijfkracht
chemische drijkracht
ten gevolge van de concentratiegradiënt, waardoor alle opgeloste deeltjes in een vloeistof zich bewegen van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie
elektrische drijfkracht
als gevolg van een potentiaalverschil (of elektrische spanning) en de aantrekkingskrachten tussen positieve en negatieve ladingen.
evenwichtspotentiaal
= Nerst potentiaal
= de elektrische spanning die nodig is om de chemische drijfkracht tegen te werken, die het gevolg is van een bepaald concentratieverschil van ionen over het celmembraan.
depolarisatie
Wanneer het potentiaalverschil kleiner wordt
* wanneer natriumionen in de cel stromen (influx van Na+) en de binnenzijde van het membraan hierdoor positiever geladen wordt
hyperpolarisatie
wanneer het potentiaalverschil toeneemt
* Dat kan zich voordoen wanneer kaliumionen buitenstromen (efflux van K) of chloorionen binnenstromen (influx van Cl).
2 soorten potentiaalveranderingen
- Receptorpotentialen (als reactie op zintuiglijke prikkels) ter hoogte van zintuiglijke receptorcellen,
- Synaptische potentialen (als reactie op chemische prikkels) ter hoogte van de contactplaats tussen neuronen.
Hoe worden Synaptische potentialen veroorzaakt?
Synaptische potentialen worden veroorzaakt doordat chemische stoffen (neurotransmitters), die door de synapsspleet worden vrijgesteld, de doorlaatbaarheid van het membraan beïnvloeden.
Het UNIEKE aan een exciteerbare cel
dat ze een actiepotentiaal kan vertonen
Inhiberende synapsen
leiden tot hyperpolarisatie door efflux van kationen (bijvoorbeeld K) of influx van anionen (bijvoorbeeld Cl), waardoor de kans op een actiepotentiaal kleiner wordt.