Hoofdstuk 2-3: De anti-misbruikbepalingen & Toepassingsgebied Flashcards
Wat is de simulatieleer in het burgerlijk recht?
- Simulatieleer of veinzing is ontleend aan eht burgerlijk recht: dit is wanneer partijen een schijnbare overeenkomst sluiten waarbij zij vervolgens de gevolgen teniet doen of tenminste wijzigen door een tweede overeenkomst = tegenbrief.
- Burgerrechtelijk gevolg: niet-tegenstelbaarheid aan derden van de schijnbare handeling waarvan de partijen zelf de juridische gevolgen niet ondergaan = art. 1321 BW.
Wat is de simulatieleer in het fiscaal recht?
- Fiscale vereiste dat enkel werkelijke verrichtingen of handelingen en werkelijk afdwingbare overeenkomsten tegenstelbaar zijn aan de Belastingadministratie met het oog op het vaststellen van het belastbaar inkomen.
- Daden en verrichtingen die slechts schijnbaar aanwezig zijn, daar kan belastingplichtige zich niet op beroepen.
Wat is het basisarrest ivm simulatie?
- Brepols arrest van 6 juni 1961
- Dit bepaalt dat de belastingplichtige het recht heeft om de minst belaste weg te kiezen, ook al is die niet de meest normale en is deze louter fiscaal geïnspireerd, zolang die maar doet wat hij zegt of voorhoudt.
- Er is dus een objectief beoordelingscriterium: zolang de belastingplichtige zich houdt aan de fiscale en civielrechtelijke gevolgen van zijn handelingen, dringen deze zich noodzakelijk op aan de Belastingadministratie.
- De juridische werkelijkheid werpt zich dwingend op aan alle betrokkenen = alle gevolgen aanvaarden en is dus de werkelijkheid die aan de grondslag van de belastingheffing ligt.
Wat is het gevolg van simulatie?
- Simulatie is zich anders voordoen naar de Belastingadministratie met als oogmerk om belastingen te ontlopen.
- Simulatie is steeds belastingfraude = strafrechtelijk vergrijp (fraus omnia corrumpit):
- Verlengde onderzoeks- en aanslagtermijn van 7 jaar en mededeling door de fiscus aan het parket en boetes van minimaal 50%
Wat is een rug-aan-rugconstructie?
- Indien A een betalingsplicht heeft tov C met een hgoe belastinglast → handiger om aan B te betalen die zelf een betalingsverplichting heeft tov C.
- Bv. verhuring onroerend goed door eigenaar A een beroepsgebruiker C met belastingheffing op de werkelijk betaalde huur = omzetting naar verhuring aan privépersoon (KIx1,4) met onderverhuring door B aan C
- Rug-aan-rugleningen met als doel een lagere roerende voorheffing of bronbelasting
- Tussenplaatsing van B geldt enkel indien partijen alle gevolgen van de verrichting ondergaan: beide betalingsverplichtingen reëel en afzonderlijk en dus niet louter als agent/vertegenwoordiger
Wat is de catastrofeanalyse?
- Wat als er een catastrofe is → wat zijn de gevolgen: is het eindresultaat hetzelfde of veranderd: gaat het geheel nog normaal functioneren?
Wat is de catastrofeanalyse op de rug-aan-rugscenario?
- B gaat failliet –> A zou aan de failliete boedel van B blijven betalen terwijl C een schuldeiser wordt van de boedel en niet rechtstreeks de gelden van A ontvangt.
- C ondergaat het solvabiliteitsrisico van B.
- Stel A gaat failliet: afwezigheid van simulatie impliceert dat de betaalplicht van B naar C autonoom doorloopt ongeacht het feit dat B geen gelden van A meer ontvangt. B ondergaat het solvabiliteitsrisico van A
- Geen bijkomende clausules opnemen maar bv wel een inpandgeving kan van de betaalplicht van A aan B om de betaalplicht van B aan C te waarborgen.
- Geen simulatie want in het geval van faillissement van B moet C nog steeds de procedure van pandverzilvering instellen die een eigen leven geeft aan de pandovereenkomst en niet een directe betaling van A naar C ontstaat.
Wat gebeurde bij de invoering van algemene misbruikbepaling in 1993?
- Art. 344, §1 WIB: juridische kwalificatie van een akten kan niet meer aan de fiscus worden tegengeworpen indien die louter fiscaal is gemotiveerd.
- Ontwikkeling: vereiste ontstond dat indien de fiscus de juridische kwalificatie van verrichtingen die de belastingplichtige naar voren schoof onderuit wenste te halen, hij een andere kwalificatie in de plaats diende te stellen die evenwel leidde tot soorgelijke rechtsgevolgen als de kwalificatie die de belastingplichtige had naar voren geschoven
- Leidde tot dode letter van de bepaling
- Hof van Cassatie: 10 juni 2010: hele constructie onderuitgehaald van tussengeplaatste managementvennootschap = reanimering van de bepaling.
- Maar in 2012 een nieuwe tekst van de antimisbruikbepaling
Wat houdt artikel 344 §1 in?
- Deze bepaling sluit de belastingplichtige uit om de “minst belaste weg te bewandelen” want hij mag geen enkele fiscale bepaling frustreren = niet in handelen in strijd met de doelstellingen van een fiscale bepaling, tenzij hij een duidelijke niet-fiscale motivering heeft.
- Men mag dus enkel de minst belaste weg behandelen op voorwaarde dat men dit neit doet om belastingen te besparen die de wetgever beoogt te innen.
Wat is “fiscaal misbruik”?
- Fiscaal misbruik is het zich in een fiscaal gunstigere situatie stellen die in strijd met de doelstellingen van de fiscale bepaling.
- Men moet nagaan of er in verband met een handeling of een constructie niet een fiscale bepaling is, waarvan de doelstelling kenbaar is en waarvan deze gefrustreerd wordt.
- Moeilijkste: nagaan of er een handeling die dicht aanleunt die leidt tot een hogere belastingslast.
- Meest efficiente planningsmogelijkheid: gedragspatroon zodanig te doen verschillen dat het nog moeilijk is om aan te voeren dat men een zwaarder belaste situatie tracht te vermijden.
Wat is het voorbeeld van het gebruik van een managementvennootschap?
- Doel daarvan is vaak aftrekbare kosten te generen en voor het saldo een lager tarief in de inkomstenbelasting op te zoeken.
- Mogelijk gefrustreerde bepaling: art. 32 WIB: elk voordeel behaald naar aanleiding of ter gelegenheid van de beroepswerkzaamheid belastbaar stelt als bezoldiging in de personenbelasting?
Wat is de reactie van de wetgever op het gebruik managementvennootschappen?
- Reactie wetgever:
- Uitsluiting uit het verlaagd tarief vennootschapsbelasting ingeval de bedrijfsleider van de (management)vennootschap een onvoldoende persoonlijke vergoeding geniet die belastbaar is in de personenbelasting
- Uitsluiten uit de toepassing van het verlaagd tarief van professionele vennootschappen aangewend door beoefenaars van vrije beroepen
- Tweede uitsluiting werd door het Grondwettelijk Hof vernietigd omdat ze strijdig is met het gelijkheidsbeginsel: wetgever moet zich beperken tot deze 2 corrigerende maatregelen en voor het overige de aanwendingsmogelijkheid van de managementvennootschap aanvaarden.
- Correcte aanwenzding ervan is niet in strijd met de doelstelling van de fiscale bepaling.
Wat is er niet meer mogelijk onder de nieuwe antimisbruikbepaling?
- Elk fiscaal opzet waarbij men in 2 of meer opeenvolgende stappen een globale verrichting stelt, die in 1 of minder stappen tot een hogere belasting had geleid, thans onwerkzaam wordt onder de antimisbruikbepaling.
- Bv. inkoop van aandelen, zelfs met behoud van de aandelen op de balans zodat belastingheffing voorlopig vermeden wordt, leidt tot andere juridisch en boekhoukundige gevolgen zodat deze inkoop louter als alternatief voor belastbare dividenduitkering.
Wat is het denkproces bij art. 344, §1?
- Is er fiscaal misbruik? = moet door Administratie worden aangetoond
- Concree fiscale bepaling die relevant is wat betreft de structuur of de beoogde feitelijke en financiële gevolgen die zou leiden tot hogere belastinglast?
- Is de doelstelling van die bepaling gekend?
- Wordt in casu in strijd gehandeld met deze doelstelling
- Kan de belastingplichtige andere motieven hardmaken voor deze structuur of verrichting?
- Hierbij geldt een redelijkheidstoets. Naarmate het fiscale voordeel t.o.v. de belastinglast met toepassing van de gefrustreerde bepaling groter is = “andere motieven” moeten substantiëler zijn
- Welke vorm neemt het herstel van de belastbare basis aan?
- Enkel toevoeging belastbaar element, weigeren aftrek/krediet of ander fiscaal voordeel?
- Of: hele verhaal hertekenen?
Wat als men de betalingen verricht aan een vennootschap belastbaar stelt in hoofde van een achterliggen natuurlijk persoon, zal de belastbaarheid bij de ontvangende vennootschap ongedaan worden gemaakt?
- Administratieve circulaire: hangt af van geval tot geval.
- Oordeel prof: volledige hertekening op verschillende niveau’s zal zich opdringen indien bij de hertekening van de belastbare basis deze aanpassingen noodzakelijk & onlosmakelijk samenhangen.
- Arrest Hof van Cassatie 10 juni 2010: belastingheffing van een deel van de vergoedingen zowal bij de vennootschap als bij de achterliggende persoon aan de orde kan zijn = abnormaal en goedgunstig voordeel of een liberaliteit (= voordeel belastbaar bij vennootschap maar kostprijs niet aftrekbaar bij natuurlijke persoon)
Waar vinden we het toepassingegebied van de vennootschapsbelasting?
- Artikel 179 WIB –> verwijzing naar “binnenlandse vennootschappen” = artikel 2, §1, 5° WIB
- Cumulatieve voorwaarden:
- Rechtspersoonlijkheid ⇔ personenbelasting
- Fiscale domicilie in België ⇔ niet-inwoners
- Exploitatie of verrichtingen van winstgevende aard ⇔ rechtspersonenbelasting
Welk systeem volgt België?
- Carthesiaans binair: indien er rechtspersoonlijkheid is → vennootschapsbelasting.
- Professor pleit ervoor om VOF en de Comm. V als fiscaal transparant te beschouwen en niet te onderwerpen aan de vennootschapsbelasting:
- Zo ook in Frankrijk, Nederland en Duitsland.
- Leidt tot misverstanden als je praat met buitenlandse collega’s omdat zij ervan uitgaan dat er fiscale transparantie is.
- België is cartesiaans binair: rechtspersoonlijkheid → vennootschapsbelasting en omgekeerd.
Vanaf wanneer is een vennootschap onderworpen aan de vennootschapsbelasting?
- Volgens art. 2:6, §1 WVV: rechtspersoonlijkheid vanaf de neerlegging van het uittreksel uit de opsirchtingsakte ter griffie van de rechtbank van koophandel.
- Zolang de neerlegging niet is gebeurd = fiscaal transparant en dus geen vennootschapsbelasting maar wel rechtstreekse belastingheffing in hoofde van de aandeelhouders/vennoten.
Wat is het probleem hierbij dat het slechts vanaf de oprichtingsakte is?
- Probleem: Angelsaksische systeem kent geen rechtspersoonlijkheid: daar kent men een hele reeks gevolgen toe aan het gebruik van een vennootschap zonder dat men daar al te veel concepten op loslaat. Aantal hoedanigheden en bevoegdheden toe aan het gebruik van een vennootschap.
- Dan moet er een analyse gebeuren volgens Belgisch recht, volgens prof te snel een rechtspersoon die gebruikt wordt in België.
Wat zijn mogelijkheden om controle uit te oefenen zonder een vennootschap op te richten?
- Om samen controle uit te oefenen kan men:
- Aandeelhoudersafspraken maken
- Aandelen certificeren via een stichting administratiekantoor dat fiscaal en financieel transparant is
- Maatschap
- Burgerlijke vennootschap
- Georganiseerde onverdeeldheid van aandelen
- Holdingvennootschap → is dus niet altijd nodig
Hoe wordt de rechtspersoonlijkheid volgens Belgisch IPR bepaald?
- Toekenning van een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid = lex societatis: Blegische IPR de wetgeving van het land van de statutaire zetel.
- Fiscale recht volgt kwalificatie van het vennootschapsrecht.
- Buitenlandse vennootschappen vallen ook onder Belgische vennootschapsbelasting want fiscaal blijft de werkelijke zetelleer van toepassing, ook al is in België in het vennootschapsrecht de incorporatieleer ingevoerd.
Wat is de substantie die men moet hebben om een Belgische vennootschap te kunnen zijn?
- Rulingdienst heeft een checklist opgesteld:
- Formele elementen:
- Bestuurders voornamelijk in België?
- Waar wordt de boekhouding genomen?
- Waar vindt uw raad van bestuur plaats?
- Waar worden uw bankrekeningen aangehouden?
- Waar vinden de aandeelhoudersvergaderingen plaats?
- Waar woont de man of vrouw die de bevoegdheid heeft om de rekeningen te beheersen?
- Materiële substantie
- Wat is de economische activiteit van de vennootschap?
- Wat is er nodig om de beslissingen over die activiteit in België te kunnen nemen?
- Formele elementen:
Wat is het Belgacom arrest?
- Belgacom had een Luxemburgse dochter.
- Rechtspraak: de vereiste substantie om de werkelijke zetel op een bepaalde plaats te hebben, hangt af van de aard van de activiteit van de vennootschap.
- Holdingvennootschap waar gewoon een participatie inzit, een deelneming?
- Vennootschap die 5 leningen heeft toegestaan?
- Dan is er weinig werk en is het niet nodig dat de CEO ter plaatse meeloopt.
- Maar dagdagelijkse activiteiten, beslissingen, contracten,… → wel een CEO nodig en actieve bestuurders die dagdagelijks ter beschikking zijn in dat land.
- In dit arrest specifiek was het dus niet nodig dat er continue iemand aanwezig was en het Hof van beroep van Brussel heeft dus besloten dat er afdoende substantie aanwezig is in Luxemburg, zodat het vermoeden gebaseerd op de statutaire zetel niet weerlegd wordt, aangezien aan alle Luxemburgse verplichtingen voldaan zijn.
Wat is de evolutie bij de bepaling van de rechtspersoonlijkheid en wijziging vennootschapsrecht?
- Naar aanleiding van de wijziging van het vennootschapsrecht want elke vennootschap die statutair neerschrijft dat ze onder Belgisch recht valt, valt ook effectief onder Belgisch recht, ongeacht waar haar kantoren zijn.
- Arrest Centros:
- 2 Denen in Kopenhagen die een wijnshop wouden uitbaten maar ze vonden dat de minimumvereisten voor kapitaal te hoog waren en ze hebben een Britse vennootschap opgericht maar de Deense autoriteit wou dit niet aanvaarden.
- Europa heeft gezegd: dat moet wel kunnen.
- Gevolg: De fiscale zetelleer is volledig losgekoppeld van de juridische zetelleer: los van de vraag: “Waar is ze fiscaal verblijfhouder?”
Is er een band tussen belastingrecht en het gewijzigde vennootschaprecht?
- Band gecreëerd tussen het belastingsrecht en het gewijzigde vennootschapsrecht.
- Weerlegbaar vermoeden waarbij men het tegenbewijs kan leveren dat de vennootschap een fiscale domicilie in een ander land heeft volgens de fiscale wetgeving van dat ander land.
- Fiscus kan hierbij belang hebben om dit aan te duiden voor de exit-tax.
- Men kan zich enkel onttrekken aan Belgisch fiscaal domicilie als men kan aantonen dat men in een ander land onderworpen is aan de vennootschapsbelasting: men wil vermijden dat je gaat zeggen:
- “ik ben niet Belgisch, maar ik ga niet zeggen wat ik dan wel ben, zodat je een staatloze vennootschappen die nergens aan vennootschapsbelasting onderworpen zouden zijn, kan vermijden”
Wat is de zetelleer?
- Als ik een Belgische vennootschap ben, dan ben ik belastbaar op mijn wereldwijd inkomen.
- Als ik een Belgische vestiging heb, dan ben ik enkel belastbaar op mijn Belgisch inkomen.
- Er zijn wel dubbelbelastingverdragen vooral voor exploitatieinkomen en vastgoedinkomen van buitenland vrij te stellen in België.
- Maar alle dividenden en interesten die ik wereldwijd haal, zijn in België belastbaar als ik een Belgische vennootschap ben.
- Ook als ik een Belgische vennootschap ben en ik betaal interesten en dividenden, dan hebben die hun fiscale bron in België.
Ben je als Nederlandse vennootschap met activiteiten in België verplicht om een Belgische boekhouding te voeren?
- Ja: Als u een Nederlandse vennootschap bent maar onderworpen aan Belgisch fiscaal recht → verplicht om een Belgische boekhouding te voeren volgens GAAP: artikel 320/1.
Wat is een brievenbusvennootschap?
- Internationaal bedrijf met een CEO met een geringe vergoeding en de rest wordt gestort op rekening vennootschap in Zwitserland.
- Beroepsuitoefening gebeurt altijd door een mens, niet door de vennootschap zelf. Je moet dus al bijzondere dingen doen om inkomsten te laten taxeren op niveau vennootschap.
*
Wat zijn de problemen met brievenbusvennootschappen?
- Wat is de reden om het beroepsinkomen te storten aan vennootschap?
- Als er geen bijzondere reden is, dan werkt het niet.
- Soeur Sourire-situatie: zingende non die royalty’s kreeg en waarbij ze vroeg die te storten aan het klooster → mocht niet van fiscus want het was haar werkzaamheden en niet het klooster dat een rechtspersonenbelastingplichtige is.
- Als men wil dat de gelden aan een vennootschap worden betaald en bij een vennootschap belastbaar zijn, dan moet men erover waken dat de vennootschap, en enkel de vennootschap, de substantie heeft om te doen wat betaald wordt.