Bijzondere belastingaftrekken Flashcards

1
Q

Wat zijn de bijzondere belastingaftrekkingen?

A
  1. Definitief belaste inkomsten = DBI aftrek
  2. Stelsel van aftrek voor risico kapitaal
  3. Bijzondere aftrek innovatie-inkosmten
  4. Beroepsverliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het DBI-regime? algemene inleiding

A
  • Superbelangrijk in de praktijk: stelsel van de definitief belaste inkomsten: uitkeringen die de ene vennootschap van een andere ontvangt waarbij men wenst om belastingheffing in cascade te vermijden bij tussengeplaatste vennootschappen:
    • Als ik een werkvennootschap heb en die betaalt 25% vennootschapsbelasting en als ik een dividend uitkeer = nog eens 30% roerende voorheffing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de DBI aftrek in?

A
  • DBI regime omvat een dividendvrijstelling = geen belasting op dividend onder voorwaarden dus een meerwaardevrijstelling op aandelen en steeds ruimere vrijstelling inzake roerende voorheffing: art. 106 KB/WIB
  • DBI regime wat betreft de dividendvrijstelling is een toepassing van de moeder-dochterrichtlijn die vereist dat er regels zijn ter vermijding van economisch dubbele belasting bij dividenduitkeringen: dus de dividenden moeten vrijgesteld worden of men moet een creditsysteem invoeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen bestaan er van vrijstelling?

A
  1. Vrijstellingssyssteem: Stel dat een onderliggende vennootschap 25% VB betaalt en een dividend uitkeert: dan komt die 75 binnen vrijgesteld van roerende voorheffing. Maar dus stel dat er in het buitenland maar 15% VB is = gaat 85 naar holdingvennootschap: vrijstelling heeft tot gevolg dat men het fiscale voordeel van investeren in landen met een laag tarief behoudt.
  2. Kreditsysteem: in een kredietsysteem leidt de 25 VB die de dochter betaalt tot een belastingkrediet ten belope van 25: dat is iets dat zij meekrijgt met dat dividend = holding is belastbaar op de 100 en daarna kan ze het belastingkrediet betalen dus de facto als het belastingtarief 25% is = geen belasting.
    • Maar: als het tarief lager is in het buitenland kan je daar geen voordeel uit halen want je krijgt dan een lager belastingkrediet dan de belasting die je zelf betaald. Voordeel van het investeren in een land met een laag belastingtarief.
    • Omgekeerde situatie: 40% belastingtarief maar dan het krediet op het niveau van de holdingvennootschap is beperkt tot 25 = er ontstaat een excess foreign tax credit = men betaalt meer belastingen dan wat verrekenbaar is aan vennootschapsbelasting (zijn ze in Amerika gevoelig aan).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt moeder-dochter richtlijn over de voorwaarden?

A
  • Moederdochterrichtijn zegt niets over de meerwaarde, maar wel dat ook de roerende voorheffing moet worden vrijgesteld tussen 2 vennootschappen die een deelneming hebben van minstens 10% gedurende een bepaalde minimumperiode van 12 maanden.
  • Moet ook gaan over een normale, klassieke vennootschap met rechtspersoonlijkheid.
  • Implementatie België: art. 106 KB/WIB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de vrijstelling in België voor roerende voorheffing geïmplmenteerd volgens moeder-dochterrichtlijn?

A
  • Minimum 10% tot dividenden heeft België uitgebreid, niet alleen binnen Europa, waar moeder-dochterrichtlijn van toepassing is maar ook tot alle dividenden op deelnemingen van meer dan 10% aangehouden voor een periode van 12 maanden aan een moedervennootschap gevestigd in een land waar wij een dubbelbelastingverdrag mee hebben gesloten (quasi alle normale landen).
  • Dit geldt ook in België: regeling voor dividenden tussen 2 Belgische vennootschappen en de regeling tussen een Belgische en Europese vennootschap:
    • Krachtens het Leur-Bloem arrest: alles wat de Europese moeder-dochterrichtlijn voorschrijft en vereist is ook van toepassing op Belgische dividenduitkeringen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de eerste voorwaarde voor de DBI-aftrek?

A
  • DBI regime is van toepassing als er dividenden worden uitgekeerd en als de deelneming voldoet aan de kwantitatieve voorwaarden en men niet onder 1 van de uitsluitingen valt van art. 203
  • Eerste voorwaarde: de ontvangen sommen kwalificeren als dividenden: definitie in art. 18
  • Dividend in de zin van het vennootschapsrecht: dus ook dividend in natura, cash en ook van toepassing op interesten die fiscaal worden geherkwalificeerd als dividenden = zeer ruim omschreven:
    • Ook elke terugbetaling van kapitaal die niet-conform de vennootschapswet gebeurt en ook elke kapitaalvermindering die fiscaal steeds moet worden toegerekend proportioneel op kapitaal en proportioneel op uitkeerbare reserves.
  • Formele kapitaalvermindering kan leiden tot een stuk uitkeerbaar dividend: hiervoor kan dus ook DBI-aftrek van toepassing zijn.
  • Ook als ik mijn dochtervennootchap liquideer en aandelen verdwijnen = uitkeringen in kader van een liquidatie.
  • De uitkeringen die ik krijg als de dochter haar eigen aandelen inkoopt: ik verkoop aandeel aan eigen dochter maar het is een inkoopbonus = aangemerkt als een dividend en kan ook van de 100% DBI-vrijstelling genieten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het onderscheid tussen dividend en interest?

A
  • Zeer moeilijk onderscheid om te maken want het is perfect mogelijk om instrumenten uit te vinden die aandelen zijn en die u in een financiële situatie die ongeveer hetzelfde is als een lening.
    • Bv. aandelen zonder stemrecht
    • Bv. aandelen met preferent dividend of zelfs cumulatief preferent als er dit jaar niet voldoende winst is kan dat volgend jaar worden goedgemaakt
    • Ook mogelijk om inkoopbare aandelen te voorzien in het nieuwe vennootschapsrecht: zo kan vennootschap bepalen: geef uw aandelen terug en ik geef uw centen terug.
    • Dus inkoopbare, aandelen zonder stemrecht met cumulatief preferent dividend = nog steeds een aandeel.
  • Ook mogelijk lening aan te gaan die achtergesteld is of een winstdelende coupon, of converteerbare obligaties of reversed convertibles waarbij de vennootschap u kan dwingen om een aandeel te nemen.
    • U kan dus perfect converteerbare obligatie hebben, die achtergesteld is en winst deelt en die kan zelfs automatisch converteerbaar zijn = geen equity.
  • In sommige landen is het feit dat een obligatie leidt tot een aandeel een reden om dit reeds vanaf dag 1 als een aandeel te beschouwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een alternative coupon payment mechanisme?

A
  • Sommige van de winstddelende achtergestelde automatisch converteerbare obligaties hebben een alternatief mechanisme zodat de rentecoupon er nooit toe kan leiden dat de bank in financiële moeilijkheden komt: dus als de bank onder de solvabiliteitsdrempels draagt, dat zij u geen cashcoupon moet uitbetalen maar nieuwe bijkomende aandelen, in ruil voor de cashcoupon: 2 soorten:
    1. Ofwel recht op nieuwe bv. 10 nieuwe aandelen dan heb je pech als deze niets waard zijn
      • Hier deelt u mee in het risico
    2. Ofwel recht op zoveel nieuwe aandelen bekeken op marktwaarde = gelijk aan het bedrag van uw interestcoupon
      • Dit is een rentebetaling in natura en u deelt niet mee in het risico dus rentebetaling is fiscaal aftrekbaar als interest.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de bijzondere anti-misbruik regeling qua DBI-aftrek?

A
  • Einde artikel 203: als men aandelen heeft aangehouden om te kunnen geniete van de DBI-vrijstelling, louter en alleen met de motivering van het hebben van die aandelen, waardoor men een andere inkomstenbron omzet in een dividend dat vrijgesteld kan zijn = geen DBI
  • Dit is een SAAR = Special anti avoidance rule = te vergelijken met GAAR = general anti avoidance rule.
  • Hybride instrumenten blijven een discussiepunt: opbrengst op derivaten kunnen nooit genieten van een DBI-vrijstelling als die periodiek zouden zijn, alsook de meerwaarden daarop niet brijgesteld is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de tweede voorwaarde voor DBI-aftrek?

A
  • Artikel 202, §2: kwantitatieve voorwaarde: men wil een onderscheid maken tussen aandelen aangehouden door een vennootschap als portefeuille belegging met belastbare elementen en aandelen die een daadwerkelijke deelneming zijn in een andere vennootschap, in het belang van de vennootschap = dus men wil dubbele economische belasting niet vermijden als ik louter portefeuille aandelen hebbe.
  • Kwantitatieve voorwaarde: men moet een deelneming bezitten van ten minste 10 procent in het kapitaal of een aanschaffingswaarde van tenminste 2,5 miljoen:
    • Lastig voor aantal boekhoudkantoren omdat zij geen vrijgestelde dividenden kunnen uitkeren, zij meoten altijd de winst uitkeren onder de vorm van activiteitsvergoeding: vergoeding voor hun werkzaamheid, vanuit de vennootschap die hen privé is. Dividend zou leiden tot dubbele belasting
  • De aandelen moeten ook nog aangehouden worden gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden of worden aangehouden in volle eigendom: verschil met meerwaardevrijstelling dat ik deze 12 maanden nog bijeen kan verzamelen nadat ik het dividend heb verkregen, zolang ik deze 12 maanden zal aanhouden.
    • Wel engagement dat ik die aandelen nog 11 maanden aanhoud tot dat de 12 maanden bezitsduur is gerealiseerd = anders verlies ik mijn recht.
  • Aandelen moeten in volle eigendom zijn, vroeger vruchtgebruik mogelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de bezitsduur bekeken?

A
  • Bezitsduur wordt verstandig bekeken: er zijn een aantal verkrijgingen van aandelen die de voortzetting zijn van oude aandelen en die zijn neutraal: voornamelijk belastingvrije reorganisaties = art. 45
  • Fusie: ik heb aandelen van X, X wordt opgeslorpt door Y waarbij ik in ruil nieuwe aandelen krijg van Y, bezitsduur loopt gewoon door.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de effectenlening?

A
  • Artikel 202, §2, lid 6: portefeuille van aandelen ter beschikking stellen van een of andere investment bank voor yield enhancement, rendementsverhoging en daarvoor krijg ik een vergoeding.
  • Heel regime voor uitgewerkt in de wet:
    • Als ik mijn effecten uitleen, dan doet men alsof die lening niet heeft plaatsgevonden ik behoud de fiscale eigendom en ook de ontlener krijgt de fiscale eigendom = fiscale fictie van niet-overdracht waardoor beide “eigenaar” zijn.
    • Maar dit is dus niet van toepassing op het DBI regime als het gaat over de 12 maanden vereiste.
  • Als ik aandelen ga uitlenen, verlies ik mijn DBI: belang voor als ik die uitleen over de dividenddatum heen en ik krijg een vergoeding omdat de andere mijn dividend is aan het opstrijken: deze vergoeding is altijd belastbaar bij de uitlenende vennootschap en de ontlener = aftrekbare vergoeding die ik betaal omdat ik zijn coupon opsoepeer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor wie gelden de kwantitatieve vereisten niet?

A
  • Aantal ondernemingen en vennootschapstypes waarvoor de kwantitatieve vereisten niet gelden: bv. 10 procent en 2,5 miljoen niet van toepassing op financiële instellingen, verzekeraars en beursvennootschappen
  • Beleggingsvennootschappen: hiervoor geldt de uitsluiting van de 10 procent en de 2,5 miljoen vereiste voor zowel de dividenden die ze ontvangen en de dividenden die ze uitkeren = ook uitgesloten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de Ab InBev bepaling?

A
  • Bijzonder gevolg van de DBI-vrijstelling dat bij een overname van een grote Britse brouwerij ze nog niet aan 10% geraakten maar wel meer dan 2,5 miljoen en dus aangepast.
  • Als een Belgische moedervennootschap aandelen bezit die geen 10 procent uitmaken maar wel boven de 2,5 miljoen zitten, dan heeft ze de DBI-vrijstelling en betaalt ze geen belasting op dividend.
  • Maar art. 106, §5: voor vrijstelling roerende voorheffing is er steeds 10% vereist en daar geen alternatief voor 2,5 miljoen:
    • Voor Belgische moedervennootschap is dat geen probleem want die is verrekenbaar en terugbetaalbaar = voorafbetaling maar dat is niet zo voor buitenlandse moeders = disriminatie die strijdig is met het EU verdrag: eenvoudiger binnen België te investeren dan buiten.
  • Dus vrijstelling van RV ook voor de 2,5 miljoen maar dat geldt enkel als de RV een bijkomende kost is waarvoor ze geen krediet krijgt in het buitenland = vrijstelling onmiddellijk aan de bron maar als er een belastingkrediet bestaat dan niet (ook al kan ze er de facto geen gebruik van maken, dan moet ze dat achteraf aantonen voor inhouden aan de bron = terugbetaling achteraf).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vallen winstbewijzen ook onder DBI?

A
  • Winstbewijs vertegenwoordigt geen kapitaal en telt niet mee voor de 10% maar als een vennootschap 10% kapitaalsaandeel heeft en ze daarenboven winstbewijzen heeft, dan voldoet ze aan de voorwaarden en is de DBI vrijstelling van toepassing voor alle dividenden die ze ontvangt, ook de dividenden op winstbewijzen.
  • Zie de ACW zaak die dan is omgeschakeld naar een vzw om niet in de clinche te gaan met de BBI.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat met kleine aandeelhouders?

A
  • Als u een kleine aandeelhouder bent en je hebt geen 10%, dan kan je altijd een andere ADH zoeken waarmee je samen wel aan de voorwaarden voldoet en samen in een holdingvennootschap te brengen:
    • Ik heb 6%, mijn vriend 5%: samen in een holdingvennootschap waarbij ik 55% en mijn vriend 45%
  • Kan dit vallen onder art. 344, §1? Maar het is in enkele gevallen aanvaard geweest als een bundeling van belangen maar leunt toch dit aan bij misbruik: zeker als de tussenholding steeds alle dividenden gewoon doorstort:
    • Beter een tussenniveau invoeren dat effectief dingen doet of trachten een beleggingsvennootschap op te richten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de 3de voorwaarde voor de DBI aftrek?

A
  • Artikel 203: reden van de onderworpenheidsvereiste is de bedoeling om dubbele belasting te vermijden en als er dus geen belasting is bij de dochter: waarom dan vrijstelling geven bij de moeder.
  • Alle vereisten gelden identiek bij Europese/Belgische moeders. Er is ook een clausule van gelijke behandeling = most favorite nation = deze voorwaarden moeten op gelijke wijze gelden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de cumulatieve componenten voor de DBI?

A
  • Artikel 203 is een negatief artikel: somt de gevallen op waar er geen DBI is: zegt niet wat je moet doen om een DBI te krijgen maar wel dat je niet onder een van de voorwaarden valt wanneer het niet van toepassing is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de eerste uitsluiting van DBI?

A
  • Dividenden die komen van een vennootschap die niet onderworpen is aan de vennootschapsbelasting of in een land waarvan de gemeenrechtelijke bepalingen aanzienlijk gunstiger zijn dan in België
  • Dus als ik onderworpen ben maar omdat ik deze activiteit uitvoer heb ik een bijzonder regime = is deze uitsluiting niet van toepassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt dat in: gemeenrechtelijke bepalingen gunstiger dan in België?

A
  • Bepaalde vennootschappen die bepaalde activiteiten uitvoeren en door hun gunstregime vallen ze erbuiten anders dan de eerste uitsluiting waarbij een subjectieve onderwerping volstaat.
  • Gemeenrechtelijke bepalingen gunstiger dan in België is nooit in de EU, ondanks dat die onder de drempel zit van 15%: er is een niet-limitatieve lijst opgenomen in de administratieve commentaar en ook de grens van 15%, tenzij Zwitserland want een most favoured nation clausule.
  • Lijst wordt periodiek aangepast: art. 73/4quater KB
  • Het feit dat je op de lijst staat is constitutief dus niet exemplatief, ondanks dat financiën zich het recht voorbehoudt om de lijst te wijzigen en te zeggen dat het niet definitief en exhaustief is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de tweede uitsluiting van DBI?

A
  • Dividenden van financierings-, thesaurie- of een beleggingsvennootschap onderworpen aan een belastingregeling die afwijkt van het gemeen recht.
    • Dus niet een tewerkstellingsvennootschap in Cyprus of handelsmaatschappij = trading companies.
  • Financieringsvennootschap: is een vennootschap dat financiële dienstverrichtingen doet aan niet-groepsleden, ander dan een bank. Ik ken er zo geen. De eerste definitie van een financieringsvennootschap was iemand die financierde binnen de groep maar die valt er niet onder. Het moet gaan om financiële dienstverrichtingen aan niet-groepsleden omdat we vroeger het coördinatiecentrum hadden in België.
    • Afzwakking: indien ze gevestigd is in de EU als antwoord op rechtmatige, financiële of economische behoeften en het is een normale zaak, dus niet overgekapitaliseerd dan is het oké. Als het kapitaal meer dan 1/3 is van de schulden niet oké = fat capitalisation rule.
  • Thesauriebeleggingen: De thesaurievennootschap dat is geldbeleggingen verrichten, als men voornamelijk vorderingen op kredietinstellingen heeft, termijndepositos, portfolio investment effecten die geen financiële vaste activa zijn, dan is er een geldbelegging. Cash pooling mag maar uitsluitend intra-groep.
  • Beleggingsvennootschappen:
    • Een beleggingsvennootschap is een vennootschap die het gemeenschappelijk beleggen van kapitaal tot doel heeft. Dat is een wereld op zich maar het viseert voornamelijk de BEVEK en de BEVAK, dus een vennootschap die investeert in een BEVEK of een BEVAK, die gaat altijd belastingen betalen die daar uit komt en dus ook op de inkoop van certificaten en aandelen waar een BEVEK toe overgaat want al deze BEVEKs en BEVAKs kennen een gunstregime, een bijzonder afwijkende fiscale regeling die op hen van toepassing zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is cash pooling?

A
  • Wat is cash pooling? Bij cash pooling is het zo, en veel internationale groepen werken zo, dat men wenst te vermijden dat er overal in de groep potjes cash aanwezig zijn en waarbij de ene tekort heeft en moet lenen en de andere over heeft en er gewoon op zit. Cash pooling wenst alle liquide middelen van de groep samen te brengen, en dikwijls is dit om middernacht. Om middernacht wordt de bankbalans van alle betrokken groepsleden bekeken en als je boven 0 staat of boven vb. 1 miljoen om dagelijks te werken, dan wordt alles dat erboven staat automatisch overgemaakt naar een centrale rekening van de entiteit die cash pool speelt.
  • Dat betekent dat ik een vordering heb op de cash pool omdat die vannacht 3 miljoen is komen weghalen. Als ik onder 0 staat of 1 miljoen, dat gaat er middernacht cash worden bijgestort zodat ik op het gewenst bedrag sta. Ik heb dus een schuld tegenover de cash pool en daarom is alle cash, behalve de dagelijkse werkmiddelen, samen in handen van 1 cash pool zodat het optimaal beheert kan worden. Nu een cash pool haar activiteit is cash pool spelen en niet zomaar wat gaan beleggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is beleeggen in een BEVEK dbi?

A
  • Beleggen in een BEVAK is dus niet optimaal tenzij het een distributieBEVAK, een uitkeringsbeleggingsvennootschap. Die zijn recent weer populair, je kan DBI hebben als je in een BEVEK belegd die zelf inkomsten heeft uit normale vrijgestelde dividenden en die daarenboven jaarlijks 90 procent van de winst uitkeert. Dan kan je beleggen, DBI hebben op rendementen, als je dat doet via een uitkeringsbelegginsvennootschap. Zeer bijzondere materie, er zijn er een aantal door Belgische banken gelanceerd en die hebben een groot succes maar het probleem met die beleggingsvennootschap is een beetje dat u kan wel de DBI hebben in de maten dat ze goede dividenden heeft en 90 procent uitkeert en dus niet aan 10 procent en 2.5 miljoen vereisten voldoen maar als je die aandelen wil verkopen dan is er een probleem met de meerwaardevrijstelling want de meerwaardevrijstelling vereist dat DE (zijnde alle) opbrengsten op aandelen tot DBI aanleiding geven.
  • Dus als die beleggingsvennootschap de extra cash gaat beleggen en een beetje interest geniet en deze uitkeert, dan is het een uitkering die geen DBI oplevert waardoor de meerwaarde bij uittreden helemaal belastbaar is.
  • De oplossing is statutair bepalen dat deze beleggingsvennootschap nooit geld mag beleggen anders dan in goede aandelen, nooit rekeningen mag aanhouden waar cash met interest op komt, dat ze dus geen enkel inkomen dat anders is dan een DBI dividend mag hebben statutair.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de derde uitsluiting?

A
  • Dochtervennootschap die normale inkomstenbelastingen betaalt met uitzondering van haar buitenlandse inkomsten: dus gevestigd in land X waar ze 28% belastingen betaalt op winsten van land X maar als er winsten komen van buitenland X, dan gaat dit land ze vrijstellen.
  • Men gaat de route laten lopen via een normaal belaste vennootschap in land X: gaat over de trading companies = handelsmaatschappijen:
    • Betalen belastingen als ze handelen in het land waar ze gevestigd zijn maar geen als ze daarbuiten handelt.
  • Proportionele regel voor dividenden die men laat opstromen = propertionele regel in de mate dat de inkomsten voortkomen in het buitenland X en dus in land X niet belast zijn of gunstig belast zijn, dan is er geen DBI-vrijstelling in België.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Geschiedenis derde uitsluiting?

A
  • Was specifiek geschreven voor Hong Kong trading companies maar Didier Reynders heeft een DBV afgesloten met Hong Kong en ondanks dat Hong Kong het territorialiteitsprincipe gebruikt = Reynders zegt: dat is het algemeen regime daar dus geen probleem en dus wel een dividednvrijstelling en Hong Kong valt niet onder de uitsluiting van 203, §1, ten derde
  • Hier zijn zelfs al positieve rulings voor maar wel met een transferstudie, transferprijzenstudie om na te gaan dat de Hongkong winsten niet overdreven zijn.
  • Men gaat ook meestal eisen dat er geen negatieve gevolgen zijn voor de Belgische tewerkstelling = klinkt wel wat als staatssteun maar dus België = gateway to the far east waarbij er heel veel multinationals deelnemingen onder Belgische vennootschappen gehangen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de 5de component? ten vierde?

A
  • Dochter met buitenlandse inrichting die globaal genomen zijn onderworpen aan aanmerkelijk gunstigere belastingregeling: dohter in een normaal land maar dochter heeft een vaste inrichting in een een laag belast land.
  • Taxplanning: geen dochters aanhouden en dus werken via branches en die op een efficiënte wijze aanhaken aan een normale, Europese of quasi-Europese dochter van een Belgische vennootschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is het typevoorbeeld van de Zwitserse Finance Branch?

A
  • Typisch voorbeeld: Zwitserse finance branch: Belgische vennootschap richtte een Nederlandse dochter op en deze Nederlandse dochter was minuscuul klein in Nederland, maar was vooral houder van een financieringsbranch in Zwitserland. Dus de Belgische vennootschap steekt een miljard in de Nederlandse dochter. De Nederlandse dochter houdt daar 100.000 EUR van bij om de kosten te dragen, beetje per beetje. En die gaat dus 1 miljard – 100 000 EUR storten als eigen vermogensdotatie, als pseudokapitaal, als geld dat gratis wordt toebedeeld aan haar inrichting, de rekening die ze aanhoudt van haar bureau in Zwitserland. En dit wordt in Zwitserland gebruikt om leningen te geven aan groepsleden.
  • Men gaat daarmee een bouw van een fabriek in Milaan financieren. En die onderneming in Milaan, de dochter in Milaan die de fabriek bouwt, die betaalt interest aan de Zwitserse branch. Zwitserse branch heeft geen kosten, want die heeft haar geld niet ontleent, maar gewoon gekregen, gratis en voor niets als een initiële startdotatie van 1 miljard of ongeveer 1 miljard komende van de Nederlandse hoofdhuis.
  • Dus daartegenover de inkomsten staan geen kosten, maar in Zwitserland heeft men een bijzonder regime dat zegt dat je een soort pseudofinancieringskost gelijk aan 80% van uw interest aanrekenen want het is niet normaal dat je geen normale financieringskost hebt. Dus van de 100 interesten die binnenkomt zijn er 80 vrijgesteld. Er worden 20 onderworpen aan een tarief van ongeveer 20%, 16-17% samen.
  • Dus u betaalt 3 à 4% belasting in Zwitserland. Dat geld komt dan na 3 & 4% belasting in Zwitserland effectief naar Nederland waar dit de rapatriëring is van branchprofits van buitenlandse vaste inrichtingswinsten die vrijgesteld zijn in Nederland en in Nederland gaat dit de basis vormen van een dividenduitkering naar België.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de beperking van de 5de uitsluiting?

A
  1. Er is wel DBI als men op de branchprofits in totaal minstens 15% betaalt. Hoe gaat men deze 15% berekenen?
    • Ze gaan kijken naar hoeveel de belasting de branch betaalt en wat zou het belastbaar inkomen zijn geweest van de branch indien de winsten van de branch zijn vastgesteld volgens de Belgische regels?
    • Dus zonder het in aanmerking nemen van die 80% pseudokostenaftrek in Zwitserland. Als men dan beneden de 15% zit dan heeft men het vlaggen.
  2. Maar als de branch en de vennootschap in een Europese lidstaat zijn gevestigd dan is de regeling ook niet van toepassing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de 6de component?

A
  • Geen DBI voor dividend tussenholding die te belasten dividenden wederuitkeert: als er een tussenholding is die zelf dividenden ontvangt en ze uitkeert naar België en deze dividenden zouden slechte dividenden zijn geweest moesten ze rechtstreeks in België zijn toegekomen = dan heb je het vlaggen.
  • Bv. Een Belg heeft aandelen in een belastingvrije vennootschap op Kaaiman, de Kaaimaneilanden. De Belg plaatst daar een Nederlandse holding tussen. Wel nu, de Kaaiman dividenden rechtsreeks in België zijn slecht. Dus indien Nederland Kaaiman dividenden opnieuw uitkeert dan is er een onderwerping aan belasting ook in België.
  • Tussenvennootschap zal altijd goede dividenden uitkeren naarmate hij gewoon haar eigen inkomsten gaat uitkeren
  • Als die Kaaimanvenn geen dividenden uitkeert maar de tussengeplaatste Nederlandse vennootschap deze verkoopt en die realiseert een meerwaarde = België een slechte meerwaarde en dus de rulingdienst weigert de DBI-vrijstelling als het een uitkering is door een tussenvennootschap, niet alleen van vrijgestelde dividenden die eigenlijk slecht zijn, maar ook als die tussenvennootschap meerwaarde realiseert op slechte aandelen = dan ook geen ruling te verkrijgen (niet helemaal expliciet in de wet).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat zijn de uitzonderingen bij die 6e component?

A
  1. Geen probleem indien te belasten dividenden minder dan 10 % zijn van de totaal ontvangen dividenden door de tussenvennootschap.
    • Als de Nederlandse tussenmaatschappij slechte dividenden ontvangt en het is minder dan 10% van alle dividenden = geen probleem dus 100 miljoen dividenden waarvan 5 miljoen Kaaiman = geen probleem. 12 miljoen Kaaiman = hele dividend van Nederland belastbaar zijn bij de Belgische vennootschap
  2. Geen probleem als tussenvennootschap beursgenoteerd is, gevestigd in België of in DBV-land, EN een normaal regime vennootschapsbelasting kent (uitzondering omwille van praktische redenen)
  3. Ook gaan we niet door de Nederlandse vennootschap kijken als op die Kaaiman dividenden reeds door Nederland de volle pot is betaald geweest = dan zijn het opnieuw goede dividenden die ze doorstort. Dus geen probleem indien daadwerkelijk belasting is betaald op de besmette dividenden op het niveau van de tussenvennootschap.
32
Q

Wat is de 7de component en wat is haar oorsprong?

A
  • 7° component: dividenden die bij de uitkerende vennootschap fiscaal aftrekbaar waren
  • Komt van ATAD II: dividenden die een Belgische vennootschap ontvangt en die bij de uitkerende vennootschap fiscaal aftrekbaar waren, zijn belastbaar in België: regel tegen hybride financieringsinstrumenten met Luxemburg.
  • Luxemburg had regel: dividend = variabele vergoeding en interest = vaste vergoeding dus een vast dividend van 4% was fiscaal aftrekbaar in Luxemburg en dan zou in België een vrijstelling zijn gegeven want het is een dividend.
  • Werkte ook omgekeerd: Belgische vennootschap betaalde aftrekbare interesten die omdat ze variabel waren belastingvrij waren in Luxemburg omdat ze werden aanzien als dividend.
  • ATAD II wil zo’n situaties aanpakken: wat aan de ene kant leidt tot een aftrek moet belastbaar zijn aan de andere kant en als er aan de andere kant geen belasting is, moet je de aftrek weigeren.
33
Q

Wat met de 7de component bij dividenden DBI en aftrek risicokapitaal?

A
  • Die is nu de facto afgeschaft maar in de dagen dat die bestond werd deze anti-hybride maatregel tegen ons gebruikt: Duitse vennoten:
    • Duitsland moet de dividenden van een Belgische vennootschap niet vrijstellen omdat dat voortkomt van onbelaste winst ten gevolge van de aftrek voor risicokapitaal.
  • Vandaag minder relevant door quasi afschaffing aftrek risicokapitaal
34
Q

Wat is de 8ste component bij dbi?

A
  • Art. 203, §1, ten zevende = soort specifieke anti-rechtsmisbruikbepaling: als ik een dividend krijg van een goede vennootschap maar het opzet van deze vennootschap is kunstmatig en gericht om inkomstenstromen te laten doen vallen onder de toepassing van DBI-aftrek: dus de vennootschap die ik aanhoud is gericht om omvorming van belastbare cashflow in vrijgestelde dividenden.
  • Als het doel van de vennootschap: de voornaamste reden is waarom die dochtervennootschap is tussengeschoven om die cashflow die bij mij belastbaar zou zijn geweest om te vormen in vrijgestelde dividenden naar België toe.
  • Dit heeft te maken heel ingewikkelde financiële constructies maar ook als ik in het buitenland een vennootschap heb met overdraagbare verliezen waar men dan artificieel cashflow belastbare inkomsten insteekt die dan verrekent worden met de verliezen en daardoor neit tot belasting leiden en als een belastingvrije dividenden naar België zouden komen.
35
Q

Wat is de dubbel dip structuur?

A
  • Belgische vennootschap met belastbaar inkomen met een interest van 1 miljard dus 50 miljoen interest: dat miljard wordt als kapitaalverhoging gestoken in een dochtervennootschap met verliezen.
  • Deze dochtervennootschap gebruikt dit miljard om een lening te geven aan een Spaanse vennootschap die een fabriek bouwt en die betaalt interest, niet aan de bank maar aan de dochtervennootschap = belastingvrij want daar zijn aftrekbare elementen want die dochtervennootschap heeft aftrekbare elementen.
  • Op die manier is de hele interest belastingvrij bij de dochteronderneming en kan die deze nu belastingvrij als dividend uitkeren naar de Belgische vennootschap die dit dividend gebruikt als financieringsbasis om de rentelast te betalena an de bank.
  • Er zijn 2 aftrekposten:
    1. Operationeel inkomen dat wordt vrijgesteld door een interestaftrek
    2. Bij moedervennootschap vrijgestelde dividenden die in combinatie met aftrekbare interesten die dus eigenlijk de facto worden afgetrokken van haar eigen operationeel inkomen.
  • In het verleden heeft de fiscus dit al aangevallen: arrest ABN International 2005 omdat die dochtervennootschap dat miljard in principe niet nodig heeft aangezien ze dit volledig opnieuw uitkeert aan dochteronderneming in Spanje = abnormale verrichting en dus dit kan niet gecompenseerd worden met overdraagbare verliezen.
  • Vandaag bijkomend aanvalswapen voor de fiscus: dividenden behaald op het niveau van de moedervennootschap zijn niet vrijgesteld want enige reden dat je dat in die dochter stak was om belastbare rente om te vormen in vrijgestelde dividenden.
    • Fiscus: dividenden werden belast in België én interesten bij dochter ook belast wegens niet-verrekenbaarheid met de dochter. Uiteindelijk gesetteld en dus maar 1 correctie.
36
Q

Hoe gebeurt de uitwerking van de DBI aftrek?

A
  • Technisch gezien is de DBI-vrijstelling een 100% vrijstelling die wordt doorgevoerd door een aftrek van de ontvangen dividenden in het kader van een aantal fiscale bewerkingen:
    • Als we een meerwaarde vrijstelling hebben op aandelen, dan gaan we die winst uit het resultaat halen in het begin van de berekening via de aanpassing begintoestand van de reserves.
  • Bij dividendvrijstelling hebben wij al gehad:
    1. Toename reserves
    2. Dividenden zelf uitgekeerd aan aandeelhouder
    3. Verworpen uitgaven
  • Dus in eerste fase zijn er aftrekbare kosten in mijn resultatenrekening gecombineerd met de dividenden dus een vennootschap met een dividend van 100 en een interestlast van 100: die heeft een fiscale resultaat van 0 en dan gaan we pas die aftrekposten beginnen toepassen.
37
Q

Hoe gebeurt de vrijstelling meerwaarden op aandelen?

A
  • Een vennootschap met interestlast 100 en een gerealiseerde meerwaarde op aandelen van 100 = in het begin een aanpassing begintoestand van de reserves: dus die vennootschap ziet haar reserves stijgen met 100, daar worden 100 kosten van afgetrokken = de reserves stijgen niet.
  • Maar dus we gaan het al in het begin aanpassen: Dus dan begint men op de eerste lijn van de berekening met een verliespost gelijk aan de aftrek van de rente, dus die meerwaarde op aandelen is dus definitief verdwenen.
38
Q

Hoe gebeurt de dividendvrijstelling in tegenstelling tot meerwaarde aandelen?

A
  • De dividenden zitten al in de resultatenrekening en wij gaan de reserves niet corrigeren maar we gaan later bij de berekeningen daar een aftrek toepassen: maar we beginnen vanaf 0: -100 interest en +100 dividenden dus als we DBI-aftrek zouden nemen zouden we onder nul komen.
  • Dit mocht heel lang niet maar dat is lastig want als ik dividend niet had, dan zou ik -100 overdraagbaar verlies hebben gehad.
  • Dus ik ben slechter af met de vrijgestelde dividenden dan zonder de vrijgestelde dividenden en dit is strijdig met de moeder-dochterrichtlijn: het hebben van een dividend moet zo zijn vrijgesteld dat het fiscaal resultaat niet verslechtert op geen enkele wijze.
    • Bevestigd geweest in het Cobelfret-arrest.
  • Daarom heeft België mogelijkheid ingevoerd: DBI-excedent dat onbeperkt overdraagbaar is in de tijd.
39
Q

Wat is nog een ander probleem door de volgorde van de DBI aftrek?

A
  • Er is een volgorde van aftrekposten: eerste de buitenlandse winst uitgooien, dan de aftrekbare giften en dan de dividendaftrek.
  • Dus stel dat ik 100 DBI aftrek heb en er is 50 winst, dan bouw ik 50 dividend-excedenten op en de volgende aftrek is de aftrek voor risicokapitaal: stel 15.
    • Die aftrek kan u niet meer onder nul brengen dus gaat maar tot 0 = je verliest je aftrek voor risicokapitaal = strijdig met de richtlijn volgens rechtspraak Europese Hof –> dus nu ook overdraagbaar
40
Q

Wat is het probleem met de groepsbijdrage en Cobelfret?

A
  • Groepsbijdrage strekt ertoe winsten en verliezen compenseren, binnen 1 jaar, binnen een groep vennootschappen: puur fiscaal een cadeau waardoor de winstgevende haar winst ziet dalen en dus minder belasting en de verlieslatende haar verlies kwijt is = geen overgedragen verliezen meer.
  • Bijzondere situatie waarbij een vennootschap met verliezen ook dividenden krijgt = resultatenrekening is 0, we zouden kunnen denken om operationeel verlies te compenseren met groepsbijdrage zodat operationeel verlies wordt weggeveegd.
  • Operationeel verlies wordt gecompenseerd door dividenden 100, resultaat 0: 100 die mij wordt toebedeeld als groepsbijdrage komt erbovenop: +100 maar regime van groepsbijdrage:
    • Je kan geen aftrek nemen van de winst die komt van de groepsbijdrage.
  • Dus: verlieslatende die geen dividend krijgt kan voor 100 de groepsbijdrage ontvangen en komt op 0 resultaat, 0 belastingen.
  • De verlieslatende die 100 dividenden krijgt en groepsbijdrage van 100: betaalt belasting op die 100 groepsbijdrage want daarna komt de aftrek dividenden die mag je niet toepassen op winst door groepsbijdrage.
  • Volgens Prof strijdig met Cobelfret
41
Q

Wat zegt financiën over strijdigheid Cobelfret en groepsbijdrage?

A
  • Hoofdbestuur financiën vindt dat niet strijdig omdat het geven van een groepsbijdrage aan een vennootschap die eigenlijk resultatenrekening 0 heeft, dat dat niet normaal is = dat doen is een abnormaal voordeel verrichten en een DBI mag je niet aftrekken van abnormale voordelen (en daar is Europa het wel mee eens)
  • Visie prof: vrij schokerend: hoe kan het toepassen van een fiscale regeling in een belastingaangifte economisch een abnormaal of goedgunstig voordeel vormen?
    • Dit is louter het gebruik van een fiscale techniek.
42
Q

Wat is de connectie tussen DBI aftrek en regeling FKS?

A
  • Een interestaftrek bij een dochter kan redelijk zijn tegenover haar EBITDA, maar bij moeder minder redelijk want dan moeten we de overdracht van financieringskostencapaciteit mee in de equatie trekken opdat mijn verhaal zou blijven kloppen.
  • Vraag stelt zich: hoe heeft een holdingvennootschap die financieringskosten: hoe kunnen we daar belaste inkomsten naar verplaatsen om die financieringskosten te compenseren: we gaan er dan hier wel uit dat ze voldoende EBITDA heeft om de interestaftrek van FKS af te trekken of dat er overdracht is van FKS-aftrekcapaciteit is.
43
Q

Wat is het probleem bij de leveraged acquisitie?

A
  • Als de moedervennootschap haar lening wil afbetalen moet ze geld hebben van de gekochte vennootschap die een cashmachine is maar dus als die ons geld geeft via een dividenduitkering, zijn we niet geholpen = op 0 resultaat of ik bouw een overdraagbaar DBI-excedent op ofwel heb ik geen dividenden en bouw ik een overdraagbaar verlies op in mijn overnemende vennootschap en heb ik geen cash om interest te betalen.
    • ofwel geef ik haar cash om de interest te betalen, maar dan bouwt ze eindeloos DBI-excedenten op en gaat ze geen voordeel hebben van de belastingaftrek van de interest
  • Dus we trachten belastbare inkosmten te plaatsen op hetzelfde niveau als de interestaftrek:
    • De belastbare inkomsten zitten vanonder bij target
    • Aftrekbare interest zit vanboven, bij kopende vennootschap
44
Q

Wat zijn conceptueel de oplossingen van DBI bij leveraged acquisitie?

A
  • Conceptueel 3 methoden:
    1. Ofwel ga ik de opbrengsten van beneden naar boven halen, zodanig dat het belastbaar inkomen boven wordt gerealiseerd.
    2. Ofwel ga ik de interest die boven betaald wordt naar beneden duwen (debt push down) zodat de interest zich gaat situeren op niveau van de gekochte vennootschap.
    3. Ofwel ga ik ze samenbrengen door de gekochte vennootschap te fusioneren met de moeder.
45
Q

Wat is de post-acquisitie tussen moeder en dochter?

A
  • Meest definitieve oplossing waardoor alle schulden van de kopende moeder zich automatisch situeren binnen eenzelfde balans van de belastbare resultaten van de dochter.
  • Eerste fusie: moeder-dochter fusie waarbij de dochter verdwijnt in de moeder: op het actief van de moeder gaan de aandelen van Target wegvallen en vervangen door activa van de dochter, dat is minder waard dan wat er betaald is voor de aandelen = post fusiegoodwill: op het passief eigen vermogen van de moeder en daar komen schulden van de dochter bij. Dus op hetzelfde niveau alle schulden en activa.
  • Noodzakelijk dat deze fusie gebeurd onder fiscale neutraliteit = doe dit nooit zonder een ruling want er kan belasting zijn op alles, ook op de goodwill die als latente post zweeft en gerealiseerd wordt door die dochter naar boven te duwen als het niet neutraal is.
  • Rulingcommissie zal ruling weigeren als de moeder een louter acquisitievoertuig is = enkel positieve ruling mogelijk als de moedervennootschap zelf een productiemaatschappij zodat er operationele synergieën gerealiseerd worden.
  • Rulingcommissie zal ook goede solvabiliteitsratio’s eisen = niet overdrijven zoals bij debt-pushdown.
46
Q

Wat is de omgekeerde moeder-dochterfusie?

A
  • Alles wat boven zit komt naar beneden = aandelen van target komen naar het actief van target en de schuld van de de moeder komt naar beneden naar het passief van Target in ruil voor uitgifte van nieuwe aandelen die naar de moeder gaan.
  • In eerste instantie is dit een goede verrichting. De moeder heeft enkel aandelen die ze overdraagt aan de dochter waarop ze geen meerwaarde realiseert. Ze mag geen meerwaarde realiseren want die is nog niet vrijgesteld, ze heeft nog geen twaalf maanden bezitsduur. Maar ze realiseert geen meerwaarde want ze heeft het pas gekocht voor een miljard. Deze verrichting zou dus kunnen geschieden zonder ruling want ook zonder ruling betalen we geen belastingen.
  • Ten gevolge van die verrichting staat op het actief van de T heel veel eigen aandelen. Die eigen aandelen moeten vernietigd worden. Het zal van de financiële elementen afhangen of dat dit kan. Is het totale eigen vermogen van de gefusioneerde vennootschap, mijn oud kapitaal en oude reserves plus het kapitaal van de moeder, is dat minstens even groot dan de waarde van de aandelen op het actief? Zo niet, dan kan ik die aandelen niet vernietigen en kan de verrichting niet doorgaan. Dit gaat dus niet als er te veel geleveraged is
47
Q

Wat is debt push down?

A
  • Men gaat vanuit de dochter alle reserves uitkeren als dividenden naar de moedervennootschap die deze centen gebruikt om haar schuld aan de bank te betalen. De dochter gaat dan zelf lenen. Gevolg is dat de lening bij de moeder weg is en de dochter nu een lening heeft: debt push down. Denken aan financial assistance in het vennootschapsrecht.
48
Q

Wat is een staggered acquisition?

A
  • Gebeurt veel in de praktijk: andere vorm van debt push down.
  • Target met 3 dochters en target 3 typisch een vennootschap met veel cashflow, hoge winst en misschien minder actief.
  • De koper, die gaat in eerste instantie enkel en alleen target 3 kopen. Daar zijn minder centen voor nodig, kleine lening bij de koper en veel eigen vermogen. Vervolgens gaat Target 3 Target kopen. De lening komt dus op het niveau van target 3 voor de helft of het geheel van de waarde van de groep. Ik heb ook situaties gezien waarbij target 3 target 2 koopt en target 2 target 1. Of waarbij target 2 target 1 koopt of de algemene target koopt.
  • Men gaat individuele vennootschappen van de groep kopen, daar leningen plaatsen en die gebruiken om andere vennootschappen van de groep te kopen. Dit vraagt veel overleg tussen de koper en de verkoper, maar dat is iets waar een verkoper vaak mee akkoord gaat want dit heeft invloed op de prijs. De zaak wordt eenvoudiger financierbaar, fiscale hiccups worden vermeden en daardoor kan er een hogere prijs bekomen worden.
49
Q

Wat zijn andere mogelijkheden om de winst te verleggen?

A
  1. Bestuurdersvergoedingen: werkt in kleine vennootschappen: inkomen creëren bij de moeder die interestlast heeft
  2. Facturen van geleverde diensten: hierbij gaat men op het niveau van de moedervennootschap facturen sturen met geleverde diensten.
    • Opletten: de moedervennootschap moet in staat zijn om de diensten te leveren, anders heb je valsheid in geschrifte.
  3. Stuk van winstgevende activiteit van de dochter verplaatsen naar moeder:
    • Dochtervennootschappen heeft een aantal werkzaamheden waarde grootste winst wordt gerealiseerd dus we gaan de verkoopmarge realiseren in de moedervennootschap door de verkoop over te plaatsen.
    • Rechtspraak: Laiterie de la Wiltz: melkrondes:
50
Q

Wat is het arrest Laiterie de la Wiltz?

A
  • Een vennootschap die een melkronde uitbaatte om melk te leveren die kocht een andere vennootschap op die ook een melkronde heeft waarbij de waarde lag in het bestand aan boeren en veehouders waar ze een contract mee hadden om de melk af te halen. Dat is het element dat leidde tot de winstgevendheid van de vennootschap.
  • Dus Laiterie de la Wiltz kocht de melkronde van een andere vennootschap en omdat ze het efficiënter vond, begon ze vanaf de volgende dag al de boeren van de gekochte dochter te bezoeken en hun melk op te halen. Dit is eigenlijk het zich toe-eigenen van de capaciteit op te halen op de melkronde van de dochter. Dit was de winst genererende factor bij de dochter en is dus goodwill, tenzij het op de balans staat (wat niet zo was). De koper heeft dus de goodwill geëxtraheerd uit de vennootschap om die zelf te exploiteren.
  • Er is dus de facto een overdracht van goodwill, dus een realisatie van goodwill, dus betaling van vennootschapsbelasting op die goodwill. Vermits de vennootschap net verkocht is, weet men heel goed hoeveel die goodwill is. De overdracht van winstgevende activiteit van de dochter van de moeder is dikwijls een probleem wegens de realisatie van goodwill.
51
Q

Wat is de vereniging bij wijze van deelname?

A
  • VTM constructie: had een aantal uitgeverijen die verlieslatend waren en begon dan een televisiezender die winstgevend is. Dus een gemeenschappelijke dochter en die uitgeverijen gaven knowhow en contacten voor de reclameregie:
    • In ruil daarvoor kregen ze 20% van de winst = handelsverenging bij wijze van deelneming gesloten waarbij VTM die zaakvoerder die maar dat ten dele doet, voor 60% voor zijn stille vennoten, haar 3 aandeelhouders.
  • Door de contractuele verplichting door te storten ten belope van 60% = punctie in de resultatenrekening van de VTM alvorens men de belasting gaat berekenen: we komen tot een saldo van 100, maar hebben door contract een bijkomende kost van 60.
  • Dit is dus een rechtstreekse toebedeling van de winst op basis van transparantie: art. 29 WIB: extractie van winst wordt overgeplant in de resultatenrekening van de aandeelhouders, zij moeten niet wachten tot alles gebeurd is en er een dividend uitgekeerd wordt.
  • Dus niet artikel 49 hier maar artikel 29.
52
Q

Wat is de groepsbijdrage?

A
  • We zitten met een kopende vennootschap met een verlies ten gevolge van de interestaftrek. We gaan dus trachten dit verlies te compenseren door vanuit de winstgevende gekochte groep een groepsbijdrage over te maken aan de moedervennootschap. Ja maar, eigenlijk lost dat niets op. Een groepsbijdrage is louter een fiscale afrekening. Dit geeft de moeder geen cash om de interest te betalen. Dus, we gaan een gewone dividenduitkering doen zodanig dat ze de cash heeft en dan een groepsbijdrage zodat ze haar verlies kan verrekenen. Dit gaat niet.
  • In de eerste plaats moet men al vijf jaar tot éénzelfde groep behoren alvorens men een groepsbijdrageregeling kan opzetten. Daarnaast is dat probleem van de DBI. Als ik in eerste instantie een dividend uitkeer om de moeder cash te geven, dan zit zijn met een resultatenrekening 0 en met overgedragen DBI-excedenten. Als ik nu zeg dat we die DBI-excedenten vermijden en de interestaftrek onmiddellijk te gebruiken via de groepsbijdragen, dan gaat dat niet.
  • We hebben eerst interestaftrek en dan dividenden, saldo 0. Dan komt daarboven de groepsbijdrage en dan moet daar vanaf de DBI-aftrek maar dat mag niet. Dat is wat mij betreft strijdig met het Cobelfret-arrest, maar dat is nu eenmaal de situatie waarin men zich bevindt.
53
Q

Voor wat pleit de prof bij de dbi?

A
  • Dat de aftrek voor vrijgestelde dividenden beter zou omgevormd worden tot een wezenlijke vrijstelling voor vrijgestelde dividenden zoals die ook technisch is uitgewerkt voor vrijgestelde meerwaarden.
54
Q

Wat is de notionele interestaftrek?

A
  • Formeel de aftrek voor risicokapitaal, quasi uniek in de wereld als fiscaal relancebeleid in België om de grote multinationals hier te houden.
  • Regime ingevoerd door de PS van de coördinatiecentrum = vennootschap binnen een vennootschappengroep die uitsluitend diensten verleent aan leden van de vennootschappen: dministratieve diensten, boekhouddiensten, adviesdiensten, maar ook centrale financieringsdiensten.
    • Werd maar belast op 8% van de kosten met uitsluiting van financieringskosten en personeelskosten = geen belasting op het werkelijk inkomen.
    • Zo stak een Amerikaanse multinational heel veel geld in de Belgische vennootschap die dan allerhande leningen ging uitkeren waardoor dat dividend naar boven kwam als een vrijgesteld inkomen.
  • Europa: Harmful Tax Competition nu zou dit staatssteun zijn maar we moesten dus stoppen vanaf 2005 en we moesten nieuw regime hebben dat iedereen gebruik van kon maken.
  • Notionele interestaftrek: het feit dat mijn aandeelhouders geld ter beschikking zetten = cost of capital dus een gelijkstelling van het vreemd vermogen en het eigen vermogen = belangrijke aftrek in aanmerking kunt nemen voor de return on equity.
55
Q

Waarom kwam het systeem van notionele interestaftrek onder druk?

A
  • Extern: Duitsland: art. 203, §1, 6°: Belgisch dividend is eigenlijk verbonden aan nettowinst die niet belast is geweest door de notionele interestaftrek = internationale commentaar.
  • Intern in België: aantal perverse effecten van risicokapitaal:
    • Naarmate uw return on equity kleiner is = groter fiscaal voordeel dus in zwaar gekapitaliseerde, nogal industrieel gerichte vennootschappen of financiële vennootschappen die kunstmatig zwaar gekapitaliseerd waren = enorm voordeel. Maar voor de gemiddelde KMO = zeer weinig impact en dit was nochtans de reden dat de vennootschapsbelasting niet kon dalen.
56
Q

Hervorming notionele interestaftrek?

A
  • Men heeft het uiteindelijk niet afgeschaft maar gewijzigd: het is niet het hebben van eigen vermogen dat aanleiding geeft tot aftrek maar het doen toenemen van uw eigen vermogen:
  • Dynamisch ipv statisch
  • Dus aftrek voor risicokapitaal maar enkel op het bedrag waarmee uw eigen vermogen dit jaar toeneemt en dan nog eens spreiden over 5 jaar: zeer complexe berekening want ook gewone winst van het jaar dat in reserves wordt opgenomen leidt tot verhoging eigen vermogen.
  • Ook tarief van de notionele interest is zwaar gedaald, in het begin 5 procent maar nu 0 en voor KMO’s 0,4% dus heel weinig belang.
57
Q

Hoe berekent men het bedrag voor risicokapitaal?

A
  • Toepassingsgebied: elke entiteit onderworpen aan vennootschapsbelasting in België.
  • Berekening: Het is de verhoging van dit jaar gespreid over 5 jaar, het is de verhoging van volgend jaar gespreid over 5 jaar, dat komt perfect op hetzelfde neer. Het bedrag van het eigen vermogen, het eigen vermogen dat is dus het netto-actief, dat blijkt uit de commerciële jaarrekeningen, dat is waar men naar kijkt.
  • Dat betekent dat men kijkt naar kapitaal + alle reserves van de vennootschap. Dus van het boekhoudkundig eigen vermogen, niet het fiscaal eigen vermogen. Als u een buitenlandse vennootschap heeft met een vaste inrichting in België, dan kijkt men naar de boekhouding die opgemaakt is op het niveau van de Belgische inrichting uiteraard
58
Q

Wat zijn de aanpassingen van het eigen vermogen?

A
  • Artikel 205ter, §1 tot 5
  • Een aantal aanpassingen die men uit het eigen vermogen haalt om een cascade te voorkomen, een dubbele aftrek in verschillende vennootschappen of geld dat wordt gebruikt op het niveau van een buitenlandse inrichting.
  • Tot slot gaat men ook wat in de boekhouding in het eigen vermogen zit, zijnde de kapitaalsubsidies en een aantal belastingkredieten en ook de herwaarderingsreseves, die gaat men uitsluiten. Omdat het iets te gemakkelijk zou zijn om op die manier eigen vermogen te creëren en eigen vermogen op te potten. Dus men gaat een aantal dubbeltellingen uitsluiten:
    1. Aandelen: ofwel eigen aandelen ofwel aandelen DBI-aftrek sluit men uit van de berekeningsbasis van de notionele interestaftrek.
    2. Netto boekwaarde van materiële vaste activa of gedeelten ervan in zover de erop betrekking hebbende kosten de beroepsbehoeften op onredelijke wijze overtreffen;
    3. Boekwaarde van bestanddelen die als belegging worden gehouden en door de aard ervan niet bestemd zijn om periodieke belastbare inkomsten te genereren (art. 205ter, §2, 4° WIB/92);
      • Boekhouder om de hoek mag dus niet zijn schilderij inbrengen om een hoger eigen vermogen te bekomen.
    4. Boekwaarde van onroerende goederen of andere zakelijke rechten waarvan de bestuurders het gebruik hebben;
      • Uitsluiting van villavennotoschappen
59
Q

Wat zijn de anti-misbruikcorrecties voor de notionele interestaftrek?

A
  • Als men activa heeft, een vordering, op een buitenlandse entiteit, die niet deelneemt aan de internationale informatie-uitwisseling, die dus staat op de zwarte lijst van de OESO: dan nooit aftrek voor risicokapitaal.
  • Ook met schulden gefinancieerde kapitaalverhogingen zijn uitgesloten: de double dip is uitgesloten:
    • Men zegt dat als de schuld voor de kapitaalverhoging bij de dochter, bij de Belgische moeder gefinancierd is met een schuld bij de bank, dat dan de kapitaalverhoging bij de dochter uitgesloten wordt als EV voor de berekening voor de aftrek voor risicokapitaal.
60
Q

Wat is de aftrek voor innovatie-inkomsten?

A
  • Aftrek die Europees wijdverspreid is: patent-box deduction: aftrek voor innovatie-inkomsten = vroeger aftrek voor octrooi maar die was strijdig met Europese vereisten en dus nu vervangen.
  • Bedoeling: investeringen in onderzoek en ontwikkeling bevorderen in België maar hij is aanvaard op Europees nvieau als niet-zijne staatssteun als men bepaalde grenzen respecteert.
  • Als u intellectuele eigendomsrechten heeft en inkomen komt daaruit voort dan betaalt u slechts belastingen op 15% en dus 85% vrijgesteld van belastingen. Enige vereiste: intellectuele eigendom.
61
Q

Welke intellectuele eigendomsrechten vallen onder de uitzondering?

A
  • Zeer ruim: alle mogelijke octrooien en patenten en de daarbij horende aanvullende beschermingscertificaten. Kwekersrechten, gewasbeschermingsmiddelen, zelfs sommige marktexclusiviteit door overheid toegekend, en sommige auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s die kunnen aanleiding geven tot deze vrijstelling.
62
Q

Hoe herken ik inkomen van intellectuele eigendom?

A
  • Soms is dat heel eenvoudig. Ik heb een patent, ik geef dat uit via een licentie aan iemand die de producten gaat vervaardigen op basis van mijn patent, en de royalties, de vergoeding die ik binnenkrijg voor dat patent of octrooi, dat is natuurlijk intellectuele eigendom en dat is voor 85% vrijgesteld.
  • Maar soms ga ik zelf die dingen maken op basis van mijn patent. Ga ik mijn patent zelf, en wat eruit voortkomt integreren in de uitbouw van een product en ga ik dit zelf commercialiseren. In dat geval ga ik een product verkopen voor een prijs en die geeft mij een omzet. Die omzet daar ga ik de specifieke productiekosten aftrekken, salarissen en grondstoffen.
    • Zo kom ik tot een bruto-marge. En uit deze marge ga ik nu moeten distilleren, uithalen, het stuk dat het gevolg is van het feit dat ik mijn eigen IP gebruikt heb om mijn product te verwezenlijken en te commercialiseren. Vaak gaat men hier een ruling voor vragen. Een ruling die de berekeningsformule gaat vastleggen om uit de bruto-marge de component inkomen van IP te abstraheren, die dan voor 85% zal vrijgesteld zijn.
    • Waar men eigenlijk een beetje naar zoekt is kijk, moest je niet zelf eigenaar zijn van dat patent, hoeveel octrooi-licentie, hoeveel royaltie, zou je aan een derde moeten betalen om dat patent te mogen gebruiken. Dat is zo’n beetje de benchmark waar men naar zoekt en eens men die berekeningsformule heeft vastgesteld, heeft men dus het bedrag vastgesteld waarvan 85% vervolgens vrijgesteld zal zijn. Dat is nogal een complexe berekening in de praktijk en men gaat daar quasi steeds een ruling voor vragen.
63
Q

Hoe wordt de aftrek berekend?

A
  • men heeft het aldus vastgestelde inkomen uit IP. Dat inkomen gaat men in aanmerking nemen in de mate dat voortkomt van mijn eigen R&D. In de mate ik een octrooi heb, in de mate ik intellectuele eigendom heb maar ik ben eigenlijk onderzoek gaan inkopen bij iemand anders, ik ben onderzoek gaan uitbesteden bij een derde, dan heb ik de vrijstelling niet. Het is enkel in de mate de R&D van bij mijzelf komt.
  • Daarvoor de nexus-breuk: Dat is in de teller mijn uitgaven van R&D en in de noemer het totaalbedrag aan uitgaven voor R&D die ik heb, inclusief vergoedingen voor R&D van derden. Dus in de teller mijn R&D, in de noemer mijn R&D + de R&D van iemand anders waar ik voor betaald heb. Men gaat dus de inkomsten van een octrooi vermenigvuldigen met deze breuk, die per definitie kleiner is dan 1. En wat daaruit voorkomt is voor 85% vrijgesteld van belastingen
64
Q

Wat zijn overdraagbare beroepsverliezen?

A
  • In de praktijk enorm belangrijk omdat dat een belangrijke tax asset is. Het is wel een tax asset van de zwakke soort omdat deze asset slechts waarde heeft indien en in de mate dat ik in de toekomst effectief belaste inkomsten ga hebben want anders kan ik die vorige beroepsverliezen nooit gebruiken.
  • Hier is bij de hervorming van de vennootschapsbelasting ook een beperking op gekomen: boven het miljoen kan je maar 70% aftrekken in het kader van overgedragen verliezen.
  • Onbeperkte carry forward: egalisatie van belastbare resultaten naar de toekomst toe = verlies van dit jaar zal ik kunnen compenseren met winst van volgend jaar.
65
Q

Hebben wij carry back van verliezen,

A
  • Normaal gezien nee: een winst van vorig jaar is niet plots vrijgesteld omdat we dit jaar verlies maken: nu is daar wel een zeer uitzonderlijke uitzondering op: occasioneel een Covid-carry back van verliezen.
    • Dit voor de cash issue te beperken dus een techniek uitgedacht van carry back van het verlies, maar we kennen het verlies nog niet.
  • Dus gewerkt via een belastingrije reserve: als je weet dat je verlies gaat maken en je moet nu je belastingaangifte indienen van 2019: geen belasting op uw winsten van 2019:
    • Aanleggen van een belastingvrije covid-reserve: inschatten wat uw verlies van 2020 maar ook max uw winst van 2019 = wat het minst is en ten belope daarvan gaat u een vrijgestelde reserve aanleggen en geen belasting betalen over 2019.
  • Deze vrijgestelde reserve 2019 wordt dan bij de berekening 2020 omgevormd in een belaste reserve, waardoor ze plots wonderwel gecompenseerd wordt met uw verlies van 2020.
  • Niet alle vennootschappen hebben een boekjaar 1 januari-31 december, en men is er dus van uitgegaan dat als uw boekjaar eindigt na 30 juni dat uw lopende boekjaar dan al zo zwaar onder de COVID-crisis geleden heeft, dat u de maatregel niet meer nodig heeft voor het lopende boekjaar. En langs de andere kant, als uw vorige boekjaar liep tot 1 maart, kan dat ook nog dienen tot 31 maar want de COVID miserie is eigenlijk op 13 maart begonnen.
  • Sanctiemechanisme als uw aangelegde vrije reserve heel veel meer bedraagt dan het verlies dat u in 2020 realiseert = zeer complexe regeling.
66
Q

Wat was de handel in verliesvennootschappen?

A
  • In jaren 90 ontstond een handel in vennootschappen met overdraagbare verliezen die een winstgevende vennootschap dan kon gebruiken: de netto actuele waarde van deze voordelen was wel minder dus de marktwaarde was ongeveer 8-15% van de verliezen, afhankelijk van het marktsegment.
  • NAW = netto actuele waarde of net present value = hoeveel moet ik vandaag opzij leggen, rekening houdend met een normale interest om binnen 10 jaar een bepaald bedrag te bereiken.
67
Q

Wat was het arrest van het hof van beroep van Antwerpen?

A
  • 1995: deze heeft de markt in verliesvennootschappen gefnuikt:
  • Dat was dus een failliete oudijzerhandel, verkocht aan een accountant. Doel werd dan gewijzigd, een statutaire doelwijziging en het Hof zei, eigenlijk foute beoordeling, dat overdracht aandelen, wijziging raad van bestuur en de facto wijziging van de activiteit, dat is eigenlijk een andere belastingplichtige, en u kan die verliezen van die vorige belastingplichtige dus niet meer aftrekken.
  • Dat is natuurlijk juridisch nonsens want het begrip belastingplichtige is verbonden aan de rechtspersoon en die is blijven voortbestaan maar men wou dit maatschappelijk niet: en dus nu artikel 207, derde lid WIB:
    • Overdraagbare verliezen gaan verloren in geval van controlewijziging: geen handel in verliesvennootschappen meer.
68
Q

Wat is een controlewijziging?

A
  • Mogelijkheid in feite of in rechte om de meerderheid van de bestuurders te benomen maar enkel een wijziging die men wenst:
    • Gaat dus niet over het feit dat men overlijdt als aandeelhouder en de aandelen verwerven = geen wijziging van controle
    • Als je aandelen schenkt kan men ook een ruling bekomen dat dit voldoet aan rechtmatige financiële en economische behoeften om die verliezen te behouden.
  • Controlewijziging kan ook het gevolg zijn van een kapitaalverhoging, tenzij dat men aantoont dat dit het gevolg is van rechtmatige financiële en economische behoeften, te beoordelen in hoofde van de vennotoschap met verliezen die de wijziging ondergaat = er moet dus een andere reden zijn dan fiscaal en men is nogal veeleisend in de praktijk en daar zijn veel rulings over.
69
Q

Wat als je een kleintje bent in een multinational met de beroepsverliezen?

A
  • Als het gevolg is van het feit dat uw Amerikaanse overgrootmoeder verkocht wordt aan Japanners en dat gij dus mee moet en maar een kleintje zijt in de multinational gaat men daar geen problemen mee hebben om die behoeften te zien.
  • Als de controlewijziging er een is van een vennootschap met verliezen, slide 42, van een vennootschap die erdoor opgenomen wordt in een grotere groep, een andere instelling krijgt en men daardoor de werkstelling kan behouden, heeft men altijd een gunstige ruling. Dat staat zelfs in de voorbereidende werken en administratieve circulaires, dat is ook maar logisch. Het kan zijn dat men de activiteit toch een beetje mag wijzigen, maar dat is natuurlijk al een stuk moeilijker, zoals u zal begrijpen.
70
Q

Wat is het verband tussen beroepsverliezen en abnormale of goedgunstige voordelen?

A
  • Artikel 207, tweede lid: verliezen van het vorige jaar, en van het lopende jaar slechts kan aftrekken als die winsten niet voortkomen uit abnormale en goedgunstige voordelen. Die winsten mogen dus niet kunstmatig zijn, en zullen dus niet aftrekbaar zijn ondanks het feit dat daar nog vele miljoenen overdraagbare verliezen zitten.
  • In groepsvennootschappen met verliezen gaat men er alles aan doen om winsten te verplaatsen naar de verliesvennootschap. Men gaat dus trachten verrichtingen door te voeren om winstgevendheid van de ene te verminderen en van de andere te verhogen. Als men dat doet moet men dat wel goed doen.
  • Hier ook de case ABN international 29 april 2005
71
Q

Wat was de zaak ABN International?

A
  • 29 april 2005: klassiek schema: verliesvennootschap met weinig zicht op beterschap = gebruiken als geoptimaliseerde stapsteen: vennootschap die het mogelijk maakt om een belastbaar resultaat door een of andere aftrek vrij te stellen en als vrijgesteld dividend naar boven te laten gaan.
  • ABN International: kapitaalverhoging van een miljard gebruikt om lening toe te staan aan Spaanse en Italiaanse groepsleden die nieuwe fabrieken moesten bouwen: eigen vermogen is gratis en aftrekbare interest die binnenkomt bij Belgische vennootschap die vrijgesteld is omdat die interest verrekend wordt met opgestapelde verliezen.
    • Balans opgekuist om verliezen weg te werken, dit heeft fiscaal geen enkel effect maar daardoor was kapitaal verminderd.
    • Boekhoudkundig wel opnieuw uitkeerbare winst om dividenden uit te keren.
  • De aangerekende interest is niet abnormaal maar wat wel abnormaal is, is het loutere feit dat men gratis geld geeft aan een verliesvennootschap om er iets mee te doen dat anders is als haar handelsactiviteit = zij had dat geld niet nodig want ze was niet failliet aan het gaan en ze heeft het geld gebruikt om leningen uit te geven.
  • Dus steeds in het achterhoofd houden: as men elementen aan een vennootschap ter beschikking wil stellen om hun resultaat op te krikken; dat die elementen op zich reeds abnormaal kunnen zijn.
72
Q

Wat met overdraagbare verliezen en fusies?

A
  • Arrest 1936: Charolage du Hasard: verliezen zijn enkel verrekenbaar door vennootschap die ze heeft opgelopen (tot 2008): het was steeds de verlieslatende vennootschap die bleef bestaan en die de winstgevende vennootschap opslorpte, zodat de verliezen bleven bestaan binnen die rechtspersoon over de verrichting heen (caveat van Hof van Antwerpen inzake handel in verliesvennootschappen).
73
Q

Wat was de wetgever zijn reactie op Charolage du Hasard?

A
  • Wetgever heeft dat ondervangen:
  • Als u reorganiseert = fusie of de verliesvennootschap ontvangt de inbreng van een tak van werkzaamheid, is het zo dat de verliezen in alle richtingen verrekenbaar blijven in de mate, na de reorganisatie het eigen vermogen van de verliesvennootschap wordt teruggevonden. Artikel 206§2. En dus het gaat om verliesverrekening bij de vennootschap die wordt overgenomen als bij de vennootschap bij de overnemer of bij ontvanger van zo een tak, gaat het over een situatie waarbij de verliesvennootschap een tak van werkzaamheid gaat ontvangen.
  • Gebaseerd op netto fiscale waarde: stel A: 50 en B geen verliezen en netto fiscale waarde 100 = 150 dus 1/3 van de overgedragen verliezen blijft behouden en 2/3de gaat verloren.
  • Artikel 184ter, §3: netto boekwaarde, maar loutere herwaarderingen uitgedrukt in niet belaste meerwaarden, die worden niet meegerekend. De afschrijvingen die geboekt zijn worden maar geboekt als ze fiscaal aanvaard zijn. Men gaat dus zo een beetje de fiscale correctie doen van de boekhoudkosten tot een fiscale netto-waarde. Dat bedrag hanteert men dan voor de breuk om te zien welk deel van de verliezen doorgaan.
74
Q

Wat met beroepsverliezen van een buitenlandse branch?

A
  • Als je een branch heeft in het buitenland en die branchwinsten moeten vrijgesteld worden in België (herberekend met toepassing van de Belgische regels).
  • Als je branchverliezen hebt: dan staan die rechtstreeks in uw eigen boekhouding want dat is dezelfde vennootschap en vroeger waren die gewoon aftrekbaar in België maar als ik nog een verlies maak in Frankrijk = die bekijken alsof het autonoom Frans bedrijf is fiscaal (anders zou het strijdig zijn met het Europees recht en vrijheid van vestiging).
  • Er was vroeger een re-capture: want de verliezen waren al opgebruikt ook al waren deze overdraagbaar in Frankrijk: dus dan als gij in de toekomst winsten maakt die wij moeten vrijstellen in België, gaan wij die niet vrijstellen in de mate dat gij, van die Franse winsten, verliezen aftrekt die al in België zijn afgetrokken en gaan we dat stuk belasten. Dat was het stelsel tot aan de hervorming van de vennootschapsbelasting.
    *
75
Q

Wat is er gebeurd na de hervorming van de VB in verband met beroepsverliezen branch?

A
  • Verliezen zijn maar aftrekbaar als ze definitief zijn en wij gaan die dus niet meer in jaar 1 aanvaarden en dan later gaan corrigeren.
  • Dus binnen EER, zolang de verliezen niet-definitief zijn, zijn ze in België niet aftrekbaar want u kan ze misschien nog verrekenen in het buitenland en wij wachten rustig af. Als er in het buitenland iets gebeurt waardoor dat verlies definitief er ligt en daar nooit meer gaat kunnen verrekend worden, pas dan openen wij onze Belgische poort en aanvaarden wij aftrekbaarheid in België van dat buitenlands verlies.
    • In de praktijk zal dat dus zijn op het moment van de sluiting van de vaste inrichting in de mate de verliezen op dat moment nog niet verrekend zouden zijn.
76
Q

Wat is de investeringsaftrek?

A
  • Weinig te maken met de logica en consistentie opbouw VB maar louter economische steunmaatregel om ervoor te zorgen dat vennootschappen geld in de vennootschap houden = belastingaftrek die je krijgt als je nieuwe investeringen verricht in afschrijfbare materiele of immateriele vast activa andere dan personenwagens. Je kan dus als principe een % van de aanschaffingswaarde van deze materiele of immateriële vaste activa fiscaal in aftrek nemen, gewoon om investeringen te ondersteunen en om u een beetje te helpen.
  • Het belang van de investeringsaftrek is over de tijd afgenomen want die werd een tijdje geleden op 0 gezet. Die geldt dus alleen nog maar vandaag voor investeringen in octrooien 13, 5% en voor kmo’s investeringen in beveiliging en voor de KMO’s bedraagt hij nog 8% dus dat is niet helemaal niet helemaal te verwaarlozen voor kmo’s dus vooral doordat in het zomerakkoord uit 2017 deze investeringsaftrek tijdelijk verhoogd werd van 8 naar 20%. Dat was dus op dat moment niet helemaal zonder enig financieel belang ook al valt daar niks anders over uit te leggen dan het feit dat die bestaat.
  • En het is opnieuw duidend voor de aard van de maatregel dat in het kader van de covid-19 steunregelingen er opnieuw een algemene soort basis percentage van de investeringsaftrek tot 25% is ingevoerd dus een verhoogde investeringsaftrek, zeer tijdelijk voor alle investeringen in vaste activa tussen 12 maart, dat was het begin van de eerste golf en 31 december 2020. Het is een soort jojo bepaling die gebruikt wordt om een fiscaal beleid mee te voeren passend.