Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn vijf psychosociale risicofactoren?

A
  1. Werkdruk
  2. Confrontatie met lastige en agressieve cliënten
  3. Gebrek aan controle over de uitvoering van het werk
  4. Conflicten met collega’s
  5. Baanonzekerheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een toestand waarin een werknemer niet in staat is, of zich niet in staat acht, om aan de door de werkomgeving gestelde eisen te voldoen

A

Werkstress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn vijf toonaangevende modellen op het terrein van het voorspellen en verklaren van werkstress, gezondheid en welbevinden?

A
  1. Person-Environment Fit Model
  2. Demand-Control(-Support) Model
  3. Vitaminemodel
  4. Effort-Reward Imbalance Model
  5. Job Demands-Resources Model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Model dat ervan uit gaat dat stress niet afzonderlijk door de persoon of de omgeving veroorzaakt wordt, maar door de zogeheten passing (fit), of beter gezegd geen passing (misfit) tussen beide

A

Person-Environment Fit Model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie mechanismen hebben enerzijds betrekking op het hanteren van stressvolle situaties en anderzijds op het waarnemen van sociale ondersteuning die geacht worden de ‘misfit’ tussen persoon en werkomgeving te verminderen

A
  1. Actieve copingmechanisme (copinggedrag)
  2. Passieve copingmechanisme (defensiemechanisme)
  3. Subjectieve sociale ondersteuning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heeft tot doel de ‘misfit’ tussen de objectieve persoon en de objectieve omgeving te verminderen

A

Actieve copingmechanisme
(copinggedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Heeft als doel de (waargenomen) ‘misfit’ tussen de subjectieve persoon en de subjectieve omgeving te reduceren

A

Passieve copingmechanisme
(defensiemechanisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De waargenomen hoeveelheid steun van de leidinggevende, collega’s, familie of vrienden die de subjectieve omgeving rechtstreeks beïnvloed

A

Subjectieve sociale ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Model dat ontwikkeld is uit het besef dat een beperkt aantal arbeidsgebonden psychosociale risico’s gecombineerd kan worden in een eenvoudig theoretisch kader

A

Demand-Control Model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee psychosociale werkkenmerken worden in het Demand-Control Model beschouwd als belangrijke determinanten van de gezondheid en het welbevinden van werknemers?

A
  1. Psychologische taakeisen
  2. Regelmogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Psychologische stressoren die aanwezig zijn in de werkomgeving, waarbij het niet alleen gaat om de hoeveelheid werk maar ook de complexiteit ervan

A

Psychologische taakeisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De controle van een werknemer over zijn taken en zijn gedrag: hoe hij het werk uitvoert, in welk tempo en in welke volgorde. Deze controle kan tevens beschouwd worden als het zelfregulerende vermogen van een werknemer om de aanwezige stressoren te beïnvloeden, zodat zij binnen aanvaardbare grenzen blijft

A

Regelmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van welke twee centrale veronderstellingen gaat het Demand-Control Model uit?

A
  1. Stressreacties worden voornamelijk veroorzaakt door de combinatie van hoge taakeisen en weinig regelmogelijkheden
  2. Persoonlijke groei, leer- en ontplooiingsmogelijkheden doen zich voor indien zowel de taakeisen als de regelmogelijkheden hoog zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In dit model staat de interactie tussen taakeisen, regelmogelijkheden en sociale steun centraal

A

Demand-Control(-Support) Model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vergelijkt de invloed van omgevingskenmerken op de mentale gezondheid van het individu met die van vitaminen op het menselijk lichaam

A

Vitaminemodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tot welk twee typen effecten kunnen hoge ‘doseringen’ van werkkenmerken leiden?

A
  1. Constant Effect
  2. Additional Decrement
17
Q

Wat zijn drie Constant Effect werkkenmerken?

A
  1. Salaris
  2. Veiligheid
  3. Betekenisvolheid
18
Q

Wat zijn zes Additional Decrement werkkenmerken?

A
  1. Autonomie
  2. Werkdruk
  3. Sociale ondersteuning
  4. Gebruiken van vaardigheden
  5. Afwisseling in het werk
  6. Feedback
19
Q

Welke vier categorieën van persoonskenmerken worden in het Vitaminemodel onderscheiden?

A
  1. Demografische kenmerken
  2. Vaardigheden
  3. Waarden
  4. Basale mentale gezondheid
20
Q

Model ontwikkeld vanuit de gedachte dat de werkrol een belangrijke schakel vormt tussen de persoonlijke behoeften van het individu en de maatschappelijke structuur

21
Q

Bevlogen werknemers vergroten via job crafting hun energiebronnen, waardoor ze zich nog meer bevlogen gaan voelen

A

Gain spiral

22
Q

Gestreste werknemers vergroten via zelfondermijning hun taakeisen, waardoor ze zich nog gestrester voelen

A

Loss spiral

23
Q

Een positieve psychologische toestand die wordt gekenmerkt
door vitaliteit, toewijding en absorptie

A

Bevlogenheid