Hoofdstuk 18 Flashcards

1
Q

Waardoor wordt burn-out primair gekarakteriseerd?

A

Uitputting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vier karakteristieken vergezellen uitputting bij een burn-out?

A
  1. Spanningsklachten
  2. Verminderde persoonlijke effectiviteit
  3. Verminderde motivatie
  4. Ontwikkeling van disfunctionele werkattitudes en -gedragingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn acht spanningsklachten?

A
  1. Moeheid
  2. Gestoorde of onrustige slaap
  3. Prikkelbaarheid
  4. Niet tegen drukte of herrie kunnen
  5. Emotionele labiliteit
  6. Piekeren
  7. Zich gejaagd voelen
  8. Concentratieproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke vijf typen mensen komt burn-out weinig voor?

A
  1. Extraverten
  2. Optimisten
  3. Vertrouwen in eigen kunnen
  4. Van aanpakken weten
  5. Hardiness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eigenschap gekenmerkt door het openstaan voor veranderingen, een grote betrokkenheid bij dagelijkse activiteiten en het gevoel controle te hebben over gebeurtenissen waaraan men is blootgesteld

A

Hardiness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee punten staan centraal bij individueel-psychologische verklaringen van burn-out?

A
  1. Het verwachtingspatroon van het werk
  2. Het aanzien van het werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stelt dat positieve emoties het momentane denk- en handelingsrepertoire verbreden, doordat men zich vanwege die positieve emoties in situaties begeeft die uitdagen tot leren of het overwinnen van hindernissen

A

Broaden en Build-theorie van positieve emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorspelt een cumulatie van zowel persoonlijke hulpbronnen als van (werk)hulpbronnen

A

Conservation of Resources-theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn drie soorten individugerichte interventies?

A
  1. Gedragsmatige strategieën
  2. Cognitieve strategieën
  3. Motivationele strategieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn drie organisatiegerichte interventies?

A
  1. Het vergroten van energiebronnen, training en opleiding
  2. Het bevorderen van coachend leiderschap
  3. Een actief loopbaanbeleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke drie belangrijkste kenmerken van burn-out noemt Mechtild in het filmpje?

A
  1. Gevoel van uitputting
  2. Distantie
  3. Cynisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly