Hoofdstuk 15 Flashcards
responsiviteit
warmte, hechte band opbouwen
Vreemdesituatieprocedure van Ainsworth
Een aantal in scène gezette episodes die de
kracht van hechtingen tussen een kind en
(meestal) zijn moeder illustreren.
-> 8 stappen
1) de moeder en de baby gaan een onbekende
ruimte binnen
2) de moeder gaat zitten en laat de baby zelf de
ruimte ontdekken
3) er komt een onbekende volwassene binnen,
die eerst met de moeder en vervolgens met de
baby praat
4) de moeder verlaat de ruimte en laat de baby
alleen met de onbekende volwassene
5) de moeder komt weer terug, waarbij ze baby
begroet en geruststelt
6) moeder verlaat opnieuw ruimte, samen met
onbekende, zodat het kind alleen achterblijft
7) de onbekende komt terug
8) de moeder komt terug en de onbekende
vertrekt
veilig hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen zich op hun
gemak lijken te voelen als hun moeder
aanwezig is en, ook al raken ze van streek als
moeder de ruimte verlaat, naar haar toe gaan
als ze terugkeert
angstig-vermijdend hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid
van hun moeder opzoeken en haar lijken te
mijden als ze terugkeert na afwezigheid.
angstig-ambivalent hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie
van positieve en negatieve reacties op hun
moeder vertonen als ze terugkeert na
afwezigheid.
Gedesorganiseerd-gedesoriënteerd
hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen inconsistent en
vaak tegenstijdig gedrag vertonen
Autoritaire opvoedingsstijl
Manier van opvoeden die zich kenmerkt door
controlerend, streng, star en koud gedrag, vaak
straffen en het eisen van strikte
gehoorzaamheid van kinderen
permissieve opvoedingsstijl
Manier van opvoeden die zich kenmerkt door
het stellen van weinig eisen en grenzen aan
kinderen en tegelijkertijd een warme en
verzorgende houding
autoritatieve opvoedingsstijl
Een liefdevolle en emotioneel ondersteunende
manier van opvoeden, die zich enerzijds
kenmerkt door het hanteren van duidelijke
consistente regels en anderzijds door het
uitleggen aan kinderen waarom zij zich op een
bepaalde manier moeten gedragen.
onverschillige opvoedingsstijl
Manier van opvoeden die zich kenmerkt door
het niet of nauwelijks vertonen van
belangstelling voor het kind en door
ongeïnteresseerd, afwijzend en emotioneel
afstandelijk gedrag
Zelfdeterminantietheorie (ZDT)
Theorie over menselijke motivatie uitgaande
van de kerngedachte dat er drie natuurlijke
basisbehoeften zijn die het functioneren, het
welbevinden en de groei van mensen
beïnvloeden: autonomie, verbondenheid en
competentie.
Solospel
Spelvorm waarbij een kind alleen speelt,
ogenschijnlijk zonder andere op te merken
Parallel spel
spelvorm waarbij kinderen naast elkaar met hetzelfde materiaal spelen zonder wezenlijke interactie
toekijkend spel
Spelvorm waarbij kinderen alleen maar
toekijken naar spel van anderen zonder zelf
mee te doen
functioneel spel
Spelvorm die bestaat uit eenvoudige, zich
herhalende activiteiten.
-> vooral bij peuters
-> de functie van het spel zit in het spel zelf
constructief spel
Spelvorm waarbij kinderen objecten
manipuleren om iets te produceren of te
bouwen.
associatief spel
Spelvorm waarbij twee of meer kinderen
daadwerkelijk de interactie aangaan doordat ze
speelgoed of materiaal uitwisselen of lenen,
hoewel ze niet hetzelfde doen.
coöperatief spel
Spelvorm waarbij kinderen echt met elkaar
spelen ( ze wisselen elkaar af, door spelletjes of
bedenken wedstrijdjes )
Sociale competentie
Het geheel van individuele sociale vaardigheden
dat individuen in staat stelt om succesvol te
functioneren in sociale omgevingen.
dominantiehiërarchie
De rangorde waarin de relatieve sociale macht
van leden van een groep tot uiting komt.
restrictieve speelstijl
Een speelstijl waarbij kinderen de interacties
onderbreken op het moment dat zij het gevoel
hebben dat hun status gevaar loopt.
kiVa
Een preventief schoolbreed antipestprogamma
dat de kracht van de groep gebruikt om de
sociale veiligheid op school te versterken en
pestproblemen tegen te gaan.
warmte, hechte band opbouwen
responsiviteit
Een aantal in scène gezette episodes die de
kracht van hechtingen tussen een kind en
(meestal) zijn moeder illustreren.
-> 8 stappen
1) de moeder en de baby gaan een onbekende
ruimte binnen
2) de moeder gaat zitten en laat de baby zelf de
ruimte ontdekken
3) er komt een onbekende volwassene binnen,
die eerst met de moeder en vervolgens met de
baby praat
4) de moeder verlaat de ruimte en laat de baby
alleen met de onbekende volwassene
5) de moeder komt weer terug, waarbij ze baby
begroet en geruststelt
6) moeder verlaat opnieuw ruimte, samen met
onbekende, zodat het kind alleen achterblijft
7) de onbekende komt terug
8) de moeder komt terug en de onbekende
vertrekt
Vreemdesituatieprocedure van Ainsworth
Hechtingsstijl waarbij kinderen zich op hun
gemak lijken te voelen als hun moeder
aanwezig is en, ook al raken ze van streek als
moeder de ruimte verlaat, naar haar toe gaan
als ze terugkeert
veilig hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid
van hun moeder opzoeken en haar lijken te
mijden als ze terugkeert na afwezigheid.
angstig-vermijdend hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie
van positieve en negatieve reacties op hun
moeder vertonen als ze terugkeert na
afwezigheid.
angstig-ambivalent hechtingspatroon
Hechtingsstijl waarbij kinderen inconsistent en
vaak tegenstijdig gedrag vertonen
Gedesorganiseerd-gedesoriënteerd
hechtingspatroon
Manier van opvoeden die zich kenmerkt door
controlerend, streng, star en koud gedrag, vaak
straffen en het eisen van strikte
gehoorzaamheid van kinderen
Autoritaire opvoedingsstijl
Manier van opvoeden die zich kenmerkt door
het stellen van weinig eisen en grenzen aan
kinderen en tegelijkertijd een warme en
verzorgende houding
permissieve opvoedingsstijl
Een liefdevolle en emotioneel ondersteunende
manier van opvoeden, die zich enerzijds
kenmerkt door het hanteren van duidelijke
consistente regels en anderzijds door het
uitleggen aan kinderen waarom zij zich op een
bepaalde manier moeten gedragen.
autoritatieve opvoedingsstijl
Manier van opvoeden die zich kenmerkt door
het niet of nauwelijks vertonen van
belangstelling voor het kind en door
ongeïnteresseerd, afwijzend en emotioneel
afstandelijk gedrag
onverschillige opvoedingsstijl
Theorie over menselijke motivatie uitgaande
van de kerngedachte dat er drie natuurlijke
basisbehoeften zijn die het functioneren, het
welbevinden en de groei van mensen
beïnvloeden: autonomie, verbondenheid en
competentie.
Zelfdeterminantietheorie (ZDT)
Spelvorm waarbij een kind alleen speelt,
ogenschijnlijk zonder andere op te merken
Solospel
spelvorm waarbij kinderen naast elkaar met hetzelfde materiaal spelen zonder wezenlijke interactie
Parallel spel
Spelvorm waarbij kinderen alleen maar
toekijken naar spel van anderen zonder zelf
mee te doen
toekijkend spel
Spelvorm die bestaat uit eenvoudige, zich
herhalende activiteiten.
-> vooral bij peuters
-> de functie van het spel zit in het spel zelf
functioneel spel
Spelvorm waarbij kinderen objecten
manipuleren om iets te produceren of te
bouwen.
constructief spel
Spelvorm waarbij twee of meer kinderen
daadwerkelijk de interactie aangaan doordat ze
speelgoed of materiaal uitwisselen of lenen,
hoewel ze niet hetzelfde doen.
associatief spel
Spelvorm waarbij kinderen echt met elkaar
spelen ( ze wisselen elkaar af, door spelletjes of
bedenken wedstrijdjes )
coöperatief spel
Het geheel van individuele sociale vaardigheden
dat individuen in staat stelt om succesvol te
functioneren in sociale omgevingen.
Sociale competentie
De rangorde waarin de relatieve sociale macht
van leden van een groep tot uiting komt.
dominantiehiërarchie
Een speelstijl waarbij kinderen de interacties
onderbreken op het moment dat zij het gevoel
hebben dat hun status gevaar loopt.
restrictieve speelstijl
Een preventief schoolbreed antipestprogamma
dat de kracht van de groep gebruikt om de
sociale veiligheid op school te versterken en
pestproblemen tegen te gaan.
kiVa