Hoofdstuk 14 Flashcards

1
Q

Empathie

A

Affectieve respons die meer aansluit bij de
situatie van een ander dan bij de eigen situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

empathisch leed

A

empathie met iemand die negatieve emotie ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Morele ontwikkeling

A

De rijping van iemands rechtvaardigheidsgevoel
en van zijn besef van goed en kwaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Moreel realisme

A

Het stadium van morele ontwikkeling waarin
kinderen regels als vast en onveranderlijk
beschouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beginnende coöperatiestadium

A

Het stadium van morele ontwikkeling waarin
kinderen gedeelde regels leren tijdens sociale
spelletjes en deze regels nog steeds als
grotendeels onveranderlijk beschouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Autonome coöperatiestadium

A

Het stadium van morele ontwikkeling waarin
kinderen zich ervan bewust worden dat formele
spelregels gewijzigd kunnen worden als de
mensen die het spel willen spelen daarmee
eens zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Immanente rechtvaardigheid

A

Het idee dat het overtreden van regels direct
bestraft dient te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Preconventionele niveau

A

Kohlbergs eerste niveau van morele
ontwikkeling, waarin de persoon gericht is op
een externe autoriteit en het weegschaalmodel
hanteert ( gericht op het vermijden van straf en
het krijgen van een beloning )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

conventioneel niveau

A

Kohlbergs tweede niveau van morele
ontwikkeling, waarin de persoon gericht is op
wat men van hem of haar verwacht en op wat
de groep of meerderheid goed vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

prosociaal gedrag

A

behulpzaam gedrag dat anderen ten goede komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

abstact modeling

A

Proces waarbij kinderen algemene regels en
principes ontwikkelen die ten grondslag liggen
aan het gedrag dat ze observeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Affectieve respons die meer aansluit bij de
situatie van een ander dan bij de eigen situatie.

A

Empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

empathie met iemand die negatieve emotie ervaart

A

empathisch leed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De rijping van iemands rechtvaardigheidsgevoel
en van zijn besef van goed en kwaad.

A

Morele ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het stadium van morele ontwikkeling waarin
kinderen regels als vast en onveranderlijk
beschouwen.

A

Moreel realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het stadium van morele ontwikkeling waarin
kinderen gedeelde regels leren tijdens sociale
spelletjes en deze regels nog steeds als
grotendeels onveranderlijk beschouwen

A

Beginnende coöperatiestadium

17
Q

Het stadium van morele ontwikkeling waarin
kinderen zich ervan bewust worden dat formele
spelregels gewijzigd kunnen worden als de
mensen die het spel willen spelen daarmee
eens zijn

A

Autonome coöperatiestadium

18
Q

Het idee dat het overtreden van regels direct
bestraft dient te worden.

A

Immanente rechtvaardigheid

19
Q

Kohlbergs eerste niveau van morele
ontwikkeling, waarin de persoon gericht is op
een externe autoriteit en het weegschaalmodel
hanteert ( gericht op het vermijden van straf en
het krijgen van een beloning )

A

Preconventionele niveau

20
Q

Kohlbergs tweede niveau van morele
ontwikkeling, waarin de persoon gericht is op
wat men van hem of haar verwacht en op wat
de groep of meerderheid goed vindt

A

conventioneel niveau

21
Q

behulpzaam gedrag dat anderen ten goede komt

A

prosociaal gedrag

22
Q

Proces waarbij kinderen algemene regels en
principes ontwikkelen die ten grondslag liggen
aan het gedrag dat ze observeren.

A

abstact modeling