Hoofdstuk 13 Flashcards

1
Q

Wat is corporate governance?

A

Mechanismes en processen die ervoor zorgen dat bedrijven geleid en gemanaged worden naar de juiste richting. Corporate governance is gericht op het creëren van waarde voor de eigenaar. Men moet zich verantwoordelijk voelen voor de andere stakeholders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen corporate governance en management controls?

A
  • bij corporate governance ligt de focus op het gedrag van het topmanagement. Je wilt het topmanagement onder controle hebben
  • Bij management controls ligt de focus op het gedrag van de medewerkers. Je probeert ervoor te zorgen dat medewerkers doen wat ze moeten doen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de overeenkomst/relatie tussen corporate governance en management controls?

A

Indirect beheers je door corporate governance ook de management controls. Goede mensen bij corporate governance zorgen voor goede management controls.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de een vorm van corporate governance is nederland?

A

De code Tabaksblat. Dit heeft te maken met de beloningen voor bestuurders en commissarissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat staat er in de code Tabaksblad?

A
  • er mogen maar een maximaal aantal commissariaten zijn
  • bestuurders mogen maximaal 4 jaar zitten
  • de gouden handdruk mag maximaal 1 jaarsalaris zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de verschillen in corporate governance tussen landen?

A
  • In VS/UK = de focus alleen gericht op de aandeelhouders
  • In Europa/Japan = de focus gericht op alle stakeholders (naast aandeelhouders ook andere stakeholders)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillen tussen landen hoe de corporate governance is ingericht?

A
  1. USA/UK > One Tier Board
  2. Europa/Japan > Two Tier Board
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

One Tier Board = 1 vierkant die bestaat uit

A
  1. Board of directors > executives en non-executives in 1 raad.
  2. executives = supervisors
    b. non executives = directeuren (ook zit de CEO hier en zij zijn aangesteld door de aandeelhouders).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de taken van non-executives (directeuren) in een One Tier Board (noem 3)

A

-monitoren
-salaris bepalen
- functioneringsgesprekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Two Tier Board = 2 rechthoeken die bestaan uit:

A
  1. Supervisory board = raad van commissarissen die het management controleert. Taken: monitoren, salaris bepalen en functioneringsgesprekken.
  2. Management board = neemt beslissingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het voordeel van een One Tier Board?

A

Het is heel makkelijk om informatie uit te wisselen. Ze zijn heel goed op de hoogte. Hier zijn de non-executives meer betrokken. Je zit samen aan tafel en je bent dus samen verantwoordelijk. Je kan hier ook veel sneller besluiten nemen, want de mensen zitten bij elkaar. Je hoeft niet telkens notulen uit te wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het nadeel van een One Tier Board?

A

Je moet mensen controleren met wie je aan tafel zit. Je hebt andere relaties bij One Tier Board. Je bent afhankelijk.

oplossing = supervisors aan een keer per jaar zonder de executives vergaderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het Board bestaat uit:

A

Independent Board Members, Non-Executives en Executives.
-De Independent Board Members en Non-Executives bestaan uit een
audit committee (iemand die verstand heeft van organisatie en financiën)
en een compensation committee (zij gaan over de salarissen). De auditen compensation committee haal je erbij als het echt nodig is en je het
als supervisor niet kan doen. Deze mensen worden vaak extern
aangetrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De board of directors (non-executives) moeten: (noem 5)

A
  1. goed zorgen voor de belangen van aandeelhouders en andere stakeholders
  2. loyaal zijn
  3. ze moeten vertrouwen uitstralen
  4. ze moeten niet met geld smijten
  5. onafhankelijk zijn bij het geven van beloningen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Audit committees moet zijn (noem 4)

A
  • zijn onafhankelijke directeuren
  • hebben overzicht van allerlei financiële processen. Hier komt een rapport uit en dat gaat naar de Raad van Commissarissen.
  • halen een External Auditor erbij als ze denken dat ze niet meer onafhankelijk zijn.
  • kijken naar accounting policies en lichten deze toe.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doen Compensation committees (noem 3)

A
  • zijn onafhankelijke directeuren
  • keuren bonussen/beloningen goed voor top executives
  • kijken kritisch naar beloningen over de bijdragen van de hoogte van de bonus.
17
Q

Wat betekent ‘risicomanagement’?

A

het identificeren van risico’s en het vaststellen van beheersmaatregelen

18
Q

Wat betekent ‘venture capital’?

A

= durf kapitaal. Mensen die geld geven aan startende bedrijven, maar hier zitten wel risico’s aan.

19
Q

Hoe ziet een organisatiestructuur eruit?

A
  1. Je hebt aandeelhouders
  2. Daaronder de Raad van Commissarissen (RVC) = non-executives. Zij communiceren naar de aandeelhouders hoe het gaat. De RVC voert het beleid niet uit.
  3. Daaronder de Raad van Bestuur (RVB) = Executives, zij voeren het uit.
20
Q

Wat doet een CRO = Chief Risk Officer

A

Hij/Zij heeft te maken met veel verschillende mensen en
literatuur. Als je verantwoordelijk bent voor risico, moet je niet alleen procedures lezen,
maar ook contact/overleg hebben met medewerkers. Je moet het simpel houden en niet
te veel regeltjes hebben. Bij risico weet je ook niet altijd wat er gaat gebeuren. Het is
vaak een geïsoleerde functie, maar hij/zij brengt mensen bij elkaar die hierover gaan discussiëren.

21
Q

ter info

A

Risico management is vandaag de dag veel complexer dan vroeger, omdat er steeds meer risico’s zijn. Er is meer informatie en veel bedrijven zijn tegenwoordig veel meer afhankelijk van technologie.

22
Q

Noem 3 redenen voor bedrijven om risico’s te managen

A
  1. je moet risico’s nemen, anders maak je geen winst. Je wilt daarom de risico’s beperken.
  2. je wilt je verliezen beheersen. > De kosten mogen niet te hoog zijn en daardoor zijn eventuele verliezen ook niet te hoog.
  3. Corporate governance requirements > vereisten van een ondernemingsbestuur (bijvoorbeeld regels voor beursgenoteerde bedrijven)
23
Q

Wat zijn de 2 componenten van risico?

A
  • de kans dat iets zich voordoet
  • de consequentie (impact/kwaad/beloning)
24
Q

De Risico Analysis Matrix bestaat uit 2 elementen. Welke 2?

A
  1. wat is de kans?
  2. wat is de ernst?
25
Q

Wat is risicomanagement?

A

Een proces (geen situatie!) waarbij je methodisch te werk gaat en de risico’s benoemt die consequenties hebben voor jouw doelen en activiteiten.

26
Q

Wat zijn 3 mogelijke houdingen die bedrijven kunnen hebben tegenover risico’s? (= risk attitude)

A
  1. risk averse = risicomijdend
  2. risk neutral = zit er tussenin
  3. risk seeker = risico zoeker
27
Q

Er zijn 4 risicostrategieën. Noem ze alle 4.

A
  1. accept = risico’s horen erbij
  2. avoidance = vermijden
  3. transfer = risico’s delen met anderen. (joint venture of risico’s onderbrengen bij een verzekeraar)
  4. mitigate (=verkleinen/beheren) = je laat het iemand anders doen.
28
Q

De risicostategie is afhankelijk van 3 factoren. welke 3?

A
  1. de soort industrie
  2. grootte en leeftijd van het bedrijf
  3. houding van het management t.o.v. risico’s
29
Q

Risicomanagement bestaat uit 5 processen. welke 5?

A
  1. objectives = eerst vraag je als risicomanager wat de strategische doelen van een onderneming zijn
  2. risk assessment = inschatten welke risico’s een onderneming loopt. Dat doe je met de matrix.
  3. evaluation = wat is de omvang van het risico? Wat is de kans?
  4. decision = je neemt een beslissing. Is het risico acceptabel? Hier maak je een keuze uit de 4 risicostrategiëen: accept/avoidance/transfer/mitigate
  5. monitoring = dit zijn de risico’s war we wel wat aan hebben gedaan en de risico’s waar niks aan is gedaan. Dit staat in een rapport.
30
Q

Volgens het COSO model zijn er 4 typen risico’s. Welke 4?

A
  1. strategisch risico = op strategisch niveau wordt jouw onderneming bedreigd (vb praxis heeft een nieuwe concurrent)
  2. operationeel risico = dagelijkse risico’s die ervoor zorgen dat jij het strategisch plan niet kan uitvoeren (vb machine gaat kapot)
  3. financieel risico = heeft te maken met 1. financiele rapportages en 2. financiele ratio’s zoals liquiditeit en solvabiliteit. (denk aan valutarisico’s en te hoge rentes)
  4. nakoming/naleving risico (= compliance risk) = naleving van wet- en regelgeving