hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

Wat is het primaire doel van een profit organisatie?

A

Winst maken (op de lange termijn). Ze willen:
- waarde creeëren voor de shareholders.
- voor de lange termijn
- gericht op de toekomst
- ‘economic income’ = de verandering van de ondernemingswaarde over een bepaalde periode, waarbij je kijkt naar de waarde van de aandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘accounting income’?

A

De winst op de resultatenrekening. De winst na belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de ‘control problem’ bij (shareholder) waarde creatie?

A

Hoe bepaal je de bijdragen van individuele werknemers aan de waarde van het bedrijf? Je hebt geen houvast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er zijn 3 soorten financiële prestatiemaatstaven. Noem ze alle 3.

A
  1. de financiën
  2. de markt
  3. de boekhouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er zijn 7 criteria voor financiële prestatiemaatstaven. Hoe weet je of een financiële maatstaaf goed werkt? Result controls zouden moeten zijn: (noem 7)

A
  1. congruent = het resultaat moet met de doelstellingen te maken hebben
  2. controllable = je moet het kunnen beheersen
  3. precise = je moet het precies kunnen meten
  4. objective = je moet het eerlijk kunnen meten
  5. timely = je moet het op tijd kunnen meten
  6. understandable = je moet het kunnen begrijpen
  7. cost efficient = het moet niet meer kosten dan het oplevert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er zijn 2 soorten markmaatstaven. (=market measure) Noem beiden

A
  1. market value = marktwaarde (/het aantal aandelen X de prijs aandeel)
  2. return to shareholders = marktwaarde wat de aandeelhouder krijgt (= het totaal uitgekeerde dividend + de waardeverandering per aandeel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 6 voordelen van marktmaatstaven (= market measures)

A
  1. congruent = het doel van de eigenaar is het doel van de manager, maar niet alles is bekend in/bij de markt
  2. precise = je kan aandelenkoersen goed meten
  3. objectief = aandelen zijn objectief. Je kan aandelen wel manipuleren, maar dat is wel gevaarlijk
  4. timely = je kan aandelen elke dag meten (alleen bij bedrijven die aandelen verkopen/aanbieden op de effectenbeurs)
  5. understandable = mensen weten wat aandelenkoersen inhouden, ze begrijpen het.
  6. cost efficient = je kan eenvoudig en goedkoop achterhalen hoeveel aandelen waard zijn. Het is weld uur om als bedrijf de beurs op te gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 4 nadelen van marktmaatstaven (=market measures)

A
  1. congruence = niet alle informatie is beschikbaar voor de markt
  2. controllable = alleen het topmanagement heeft (beperkte) invloed op de aandelen, de rest van de organisatie niet.
  3. feasibility = haalbaarheid. Het is alleen voor bedrijven op de effectenbeurs, niet voor niet-beursgenoteerde bedrijven.
  4. aandelenkoersen zijn meer verwachtingen i.p.v. gerealiseerde/behaalde prestaties. Als je iemand beloond o.b.v. verwachtingen wordt dat niet als positief gezien.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn activa?

A

bezittingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn passiva? (noem 3)

A

eigen vermogen
aandelen
vreemd vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ter info

A

Als de aandelenkoers omhoog gaat, gebeurd er niks met de waarde van de aandelen op de balans. Op een balans staat eigenlijk hoe je het geld hebt gekregen (passiva) om de bezittingen (activa) te bekostigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn ‘surrogate measures’ ( =accounting measures)

A

boekhoudkundige maatstaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Er zijn 2 soorten boekhoudkundige maatstaven. Welke 2? en geef de betekenis van beide.

A
  1. residual = accounting profit = de winst (een bedrag). denk aan nettowinst, brutowinst, ebitda
  2. ratio = accounting return = wat het heeft opgeleverd. (een percentage). Denk aan ROI, REV, RVV, RTV.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de betekenis van EBITDA?

A

Earnings Before Taxes Depreciation and Amortization

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem 6 voordelen van boekhoudkundige maatstaven

A
  1. congruent = stel dat een bedrijf maximale winst wil behalen en één divisie heeft behoorlijke winst gemaakt. Dan sluiten de doelen van het bedrijf aan op de doelen van de organisatie.
  2. Controllable = op alle niveaus te controleren
  3. precise = ze zijn nauwkeurig vanwege de boekhoudkundige regels en naar verhouding te berekenen (denk aan de ratio’s)
  4. timely = het is snel op te vragen
  5. understandable = de meeste mensen in de organisatie begrijpen de winstcijfers
  6. inexpensive = er is geen systeem nodig om het apart te berekenenen, het is goedkoop.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem 5 nadelen van boekhoudkundige maatstaven

A
  1. de maatstaven zijn transactie gerelateerd en je wordt daar dus alleen op afgerekend (bijvoorbeeld op de winst)
  2. De maatstaven zijn meetmethoden en deze kan je beïnvloeden (bijvoorbeeld de winst beïnvloeden met afschrijvingsmethoden of voorzieningen).
  3. de maatstaven zijn conservatief. Winst kan je pas realiseren als je iets verkocht hebt. De opbrengsten neem je pas als je iets daadwerkelijk verkocht hebt. Je moet kunnen aantonen dat je iets hebt verkocht.
  4. bij de maatstaven worden de kosten van eigen vermogen niet meegenomen, terwijl eigen vermogen wel kosten met zich mee brengt.
  5. De maatstaven zijn gebaseerd op resultaten uit het verleden.
17
Q

Wat is de betekenis van ‘myopia’?

A

myopia = de meest voorkomende problemen m.b.t. beloning o.b.v. boekhoudkundige maatstaven is dat managers kortzichtig zijn. Ze kijken op de korte termijn i.p.v. lange termijn. Bij kortzichtigheid gaan managers de winst nu al pakken i.p.v. volgend jaar, omdat ze erop dit moment over beoordeeld en beloond worden.

18
Q

Wat betekend ‘investment myopia’?

A

Belangrijke investeringen voor de lange termijn worden uitgesteld, omdat het nu niet goed uitkomt m.b.t. het resultaat op korte termijn. Ze worden immers beloond op het resultaat en een lager resultaat betekent lagere beloningen.

19
Q

Wat betekent ‘operating myopia’? Noem 3 manieren waarop de winst gemanipuleerd kan worden.

A

Je gaat tucks uithalen zodat de winst er op korte termijn goed uitziet, want je wordt beoordeeld op het resultaat op korte termijn. Je manipuleert de winsten door:
- De inkopen van kantoorbehoefte op de balans te zetten en niet op de resultatenrekening. Je gaat ze nu afschrijven over een bepaalde periode.
- Aan het einde van de periode gaan mensen heel hard werken om resultaten te behalen.
- Channel stuffing = aan het eind van een periode ga je heel goedkoop verkopen of je verkoopt het in het voren.

20
Q

Wat is het doel van de ROI? (Return On Investment)

A

DE ROI is een van de meest gebruikte ratio’s. Het doel van de ROI is om de resultaten van divisies en/of dochterondernemingen te meten en te beoordelen a.d.h.v. de verdiencapaciteit.

21
Q

Hoe wordt de ROI berekend?

A

ROI = Divisiewinst of winst dachteronderneming (> winst na afschrijving) / In divisie of dochteronderneming geïnvesteerd vermogen X 100%

22
Q

Noem 5 ROI maatstaven voor prestaties (measures of performance)

A
  1. gebruik je bij verdeelde organisaties (divisie A en divisie B)
  2. gebruik je bij gedecentraliseerde besluitvorming
  3. gebruik je bij grote en complexe investeringen
  4. zijn niet geschikt voor action controls
  5. zijn gebaseerd op ROI maatstaven in result controls
23
Q

Noem 3 voordelen van het ROI meetsysteem

A
  1. het is makkelijk te gebruiken
  2. het is 1 getal waarin je de omzet, kosten en investering hebt staan
  3. het is uitgedrukt in een percentage en daarom kan je ze vergelijken met anderen
24
Q

Noem 4 nadelen van het ROI meetsysteem

A
  1. het heeft dezelfde beperkingen als boekhoudkundige maatstaven
  2. investment Myopia en operating myopia
  3. suboptimalisatie = wat goed is voor de divisies, is niet altijd goed voor het hele bedrijf
  4. misleidende signalen = de waardering van vaste activa
25
Q

Wat betekend ‘suboptimalisatie’?

A

Wat goed is voor de divisies, is niet altijd goed voor het hele bedrijg

26
Q

Wat betekend ‘misleidende signalen?’

A

De waardering van vaste activa

27
Q

Hoe wordt RI (Residual Income) berekend?

A

RI = divisiewinst - geëste rendement X geïnvesteerd vermogen

28
Q

Wat betekent RI (Residual Income)?

A

= een methode om de divisieresultaten te beoordelen. Het is een oplossing van het congruentieprobleem.

29
Q

Wat betekent ‘geëiste rendement’?

A

= het gemiddelde percentage waarvoor de investeringen zijn gefinancierd&raquo_space; de vermogenskostenvoet

30
Q

ter info

A

Bij een RI kan je NIET benchmarken, bij een ROI wel

31
Q

Is de RI een oplossing voor de problemen van de ROI?

A

Nee, want de problemen met vaste activa zijn nog steeds niet opgelost. De RI kan verwoestend zijn voor het doen van investeringen, want bij een nieuwe investering kan de RI eventueel omlaag gaan.

32
Q

Van welke 2 factoren is de ROI afhankelijk?

A
  1. omloopsnelheid geïnvesteerd vermogen
  2. (bruot)winstmarge