Artikelen Flashcards
Het theoretische kader toont aan dat 4 kenmerken een sleutelrol spelen bij de verbetering van MCS eerlijkheid:. Welke 4? (artikel Langevin and Mendoza (2013))
Het theoretische kader toont aan dat 4 kenmerken een sleutelrol spelen bij de verbetering van MCS eerlijkheid:
- Deelname aan het stellen van doelen;
-toepassing van het beheersbaarheidsprincipe,
kwaliteit van feedback
-gebruik van meerdere prestatiemetingen.
In de studie van Langevin en Mendoza (2013) zijn twee bevindingen gevonden die verklaren hoe MCS-percepties van eerlijkheid helpen om onethisch gedrag te verminderen.
organisatorische betrokkenheid en vertrouwen in de eigen leidinggevende.
Wat stelt het artikel van Chen, C. X., Lill, J. B., & Vance, T. W. (2020)?
Het artikel stelt dat een management controlesysteem dat gericht is op het versterken van de zelfstandige motivatie van medewerkers, kan leiden tot een grotere prestatie- en innovatie-output.
Wat ontdekt het artikel van Chen, C.X., Lill, J.B., &Vance, T.W. (2020)?
Ze ontdekten dat wanneer medewerkers meer autonomie hebben en betrokken zijn bij het management controlesysteem, ze zich meer gemotiveerd voelen en dat dit leidt tot een grotere prestatie- en innovatie-output.
Wat ontdekken M. Gibbs, K.A. Merchant, W.A.V. d. Stede en M.E. Vargus? (Determinants and effects of subjectivity in
incentives)
Ze ontdekken dat de effectiviteit van de subjectieve beloningsstructuren afhangt van de mate waarin:
- de managers vertrouwen hebben in de objectiviteit en rechtvaardigheid van de beoordelingsprocedures
-De mate waarin ze zich betrokken voelen bij de organisatie.
Waartoe kunnen subjectieve beloningen leiden? (M. Gibbs, K.A. Merchant. W.A.V. d. Stede en M.E. Vargus. Determinants and effects of subjectivity in incentives.)
Tot een verbetering van de innovatie-output en de klanttevredenheid, maar niet noodzakelijkerwijs tot een verbetering van de financiële prestaties.
Waarom krijgen CEO’s veel geld op basis van geluk? (M. Bertrand en S. Mullainathan, 2001)
De auteurs stellen dat dit komt doordat de vergoeding van CEO’s vaak gebaseerd is op subjectieve prestatie-indicatoren, zoals winst of aandelenkoers, in plaats van objectieve prestatie-indicatoren zoals marktaandeel of productiviteit. Dit kan leiden tot een disbalans tussen de beloningen van CEO’s en hun werkelijke prestaties.
Wat geven Betrand en Mullainathan (2001) aan over het ervoor zorgen dat de CEO niet op basis van geluk betaald krijgt?
- maak gebruik van objectieve prestatie-indicatoren.
- De bepaling van CEO-vergoedingen moet worden overgedragen aan onafhankelijke commissies.
- wees transparant over het vergoedingsbeleid
Hoe wordt de eerlijkheid van werknemers beïnvloed door prijsspreiding bij beloningssystemen? (artikel Honesty in tournaments)
- Een grotere prijsspreiding verhoogt de neiging om oneerlijk te zijn. Er lijkt een tendens te zijn dat mensen hun productieoutput overdrijven naarmate de prijsspreiding hoger is
Het artikel “Pay - but do not pay too much: An experimental study on the impact of incentives” van K. Pokorny, gepubliceerd in het Journal of Economic Behavior & Organization in 2008, onderzoekt de impact van incentives (beloningen) op de prestaties van individuen. Wat is het resultaat van het onderzoek?
De studie ontdekt dat beloningen inderdaad een positief effect hebben op de prestaties van individuen, maar dat er ook een punt is waarop verdere verhoging van beloningen geen verdere verbeteringen in prestaties oplevert. Dit wordt genoemd als “overbeloning” en kan zelfs leiden tot een afname van prestaties.
Wat is het verschil tussen monetaire beloningen en non-monetaire beloningen? (artikel “Pay - but do not pay too much: An experimental study on the impact of incentives” van K. Pokorny, gepubliceerd in het Journal of Economic Behavior & Organization in 2008)
Het blijkt dat non-monetaire beloningen even effectief kunnen zijn als geldbeloningen en soms zelfs effectiever kunnen zijn in het bevorderen van prestaties.
Wat suggereerd het artikel “Employee stock options and future firm performance: Evidence from option repricings” van Aboody, Johnson en Kasznik uit 2010?
dit artikel suggereert dat werknemersopties een positief effect hebben op de toekomstige prestaties van een bedrijf en dat herpricing van optieplannen een manier is om de motivatie van de werknemers te verhogen en de prestaties van het bedrijf te verbeteren.
Het artikel “What do boards really do? Evidence from minutes of board meetings” geschreven door M. Schwartz-Ziv en M.S Weisbach, onderzoekt de rol van raden van bestuur in bedrijven. Wat is de conclusie van het onderzoek?
Het onderzoek concludeert dat boards kunnen gekarakteriseerd als actieve monitors van een bedrijf. Daarbij concluderen de onderzoekers het de leden van het bestuur bijna altijd meegaan in de wensen van de CEO. In slechts 2,5% van de tijd stemmen de leden tegen de wens van de CEO in. Ten derde concluderen de onderzoekers dat in slechts 1% van de gevallen het bestuur meerdere opties kreeg om uit te kiezen.
Wat werd ontdekt in dit artikel? A.L. Boone, L.C. Field, J. M. Karpoff en C.G. Raheja, The determinants of corporate board size and composition: An empirical analysis.
in: Journal of Financial Economics, 2007
Ze analyseren gegevens van bijna 3.000 bedrijven uit de Verenigde Staten en vaststellen dat grotere bedrijven en bedrijven met een hoger risico een grotere raad van bestuur hebben. Ook ontdekken ze dat bedrijven met een grotere afhankelijkheid van externe financiering en een grotere complexiteit in hun bedrijfsactiviteiten een grotere raad van bestuur hebben. Verder constateren ze dat bedrijven met een grotere raad van bestuur een grotere afhankelijkheid hebben van onafhankelijke bestuurders en dat bedrijven met een grotere afhankelijkheid van onafhankelijke bestuurders een grotere raad van bestuur hebben. Deze bevindingen suggereren dat grootte en risico van een bedrijf, alsmede externe financiering en complexiteit van de bedrijfsactiviteiten, belangrijke determinanten zijn van de grootte en samenstelling van de raad van bestuur. Deze bevindingen hebben implicaties voor governance-onderzoek en -praktijken.
Dit artikel van B. Frijns, O. Dodd en H. Cimerova onderzoekt de relatie tussen culturele diversiteit in corporate boards en de prestaties van een bedrijf. De auteurs gebruiken gegevens van meer dan 23.000 bedrijven uit 33 landen over een periode van 10 jaar om te onderzoeken hoe de aanwezigheid van directeuren met verschillende culturele achtergronden de financiële prestaties van een bedrijf beïnvloedt. Wat concludeert het artikel?
dit artikel concludeert dat bedrijven met cultureel diverse raad van bestuur een beter financieel rendement behalen en beter in staat zijn om te navigeren in een diversere zakelijke omgeving. Hierdoor creëren ze meer waarde voor de aandeelhouders en hebben ze een grotere kans om genoteerd te worden aan een beurs en internationaal te opereren.