Hoofdstuk 12 Experiments with more than one independent variabele Flashcards

1
Q

factoriële designs?

A

design met twee of meer onafhankelijke variabelen/factors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom factoriële designs?

A
  • om resultaten te kunnen generaliseren
  • > kunnen we doen via replicaties, maar dat brengt confounds met zich mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1 en 2 wegs design?

specifiek 2 bij 2 factorieel design met between-group factoren

A
  • 1-wegs design = een factor wordt onderzocht met twee niveaus
  • 2 wegs = 2 factoren met elk twee levels. between-group factoren houdt in dat er verschillende mensen zitten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

independent group factorial design?

of between subjects factorial design

A

beide onafhankelijke variabelen worden bestudeerd als onafhankelijke groepen, er zijn dus 4 verschillende groepen participanten bij een ontwerp van 2 X 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

within group factorial design

A

beide onafhankelijke variabelen worden gemanipuleerd als within group. er is dus maar 1 groep participanten. er zijn bij een 2x2 design dan 4 condities waarbij de proefpersonen in alle groepen gelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mixed factorial design

A

een onafhankelijke variabele is gemanipuleerd independent group en de andere gemanipuleerd als within group.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interactie effect en 2 soorten?

A

Het effect van de ene onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele hangt af van het level van de andere onafhankelijke variabele
- crossover interaction = lijnen door elkaar heen (it depends)
- spreading interaction = 1 lijn schijn en anderen horizontaal (only when)
- kan ook geen interactie zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Participant variabele?

A

een variabele waarvoor een participant wordt geselecteerd, die niet echt gemanipuleerd kan wordden, zoals leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

doelen van factorieel designs?

A
  • testen of een onafhankelijke variabele verschillende soorten mensen beïnvloedt (limieten). gebruikt voor generalisatie.
  • theorieën testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoofdeffecten (main effects)

A

het algehele effect van een onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele, gemiddeld over de niveaus van de andere onafhankelijke variabele. het effect van A of het effect van B. de onafhankelijke variabelen worden hier dus afzonderlijk beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

marginal means

hoofdeffect

A

de rekenkundige gemiddelden voor elk niveau van een onafhankelijke variabele, waarbij het gemiddelde wordt genomen over de niveaus van de andere onafhankelijke variabele.

simpel gemiddelde of verschillend door zwaarte cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 manieren om interactions af te lezen/te omschrijven

A
  • schatten met een tabel
  • aflezen van een grafiek
  • beschrijven met woorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stereotype dreiging

A

de dreiging die uitgaat van negatieve stereotypen over de vaardigheden van de eigen groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ecologische validiteit

A

lijkt dit op een “echte” testsituatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

types interacties

A
  • cross-over interactie = de waarde van A hangt af van de waarde van B
  • spreidende interactie = een interactietype waarbij de waarde alleen optreedt als een andere waarde aanwezig is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

eenvoudig hoofdeffect

A

het effect van een onafhankelijke variabele op 1 niveau van een andere onafhankelijke variabele.

17
Q

interactie

A

het effect van een onafhankelijke variabele dat afhangt van het niveau van de andere onafhankelijke variabele.

18
Q

within subjects design

A

in alle condities worden dezelfde proefpersonen gebruikt.

19
Q

repeated measures

bij within subject design

A

kleine verschillen tussen de condities omdat de proefpersonen een test meerdere malen moeten maken