Hoofdstuk 10 Introduction to simple experiments Flashcards

1
Q

3 causale criteria?

A
  • covariantie = het verband
  • temporal precedence = de oorzaak voor het gevolg
  • interne validiteit = plausibele verklaringen voor het verband moet uitgesloten worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe zorg je voor temporal precedence?

A

manipuleren war er tijdens een experiment gebeurt. je manipuleert de onafhankelijke en meet de afhankelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

selectie effecten bij interne validiteit?

A
  • Een confound die optreedt wanneer de typen proefpersonen in de ene conditie systematisch verschillen van die in de andere conditie
  • deze zouden de verschillen op de afhankelijke variabele kunnen verklaren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oplossing voor selectie effecten bij interne validiteit?

A

random toewijzingen, iedereen heeft dan even grote kans om in elke conditie te komen. Er kunnen dan nog wel verschillen zijn, maar die zijn niet systematisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stappen (verschil) random toewijzing en steeproef

A
  • Stap 1 = random steekproef; je selecteert een representatieve, unbiased steekproef uit een grotere populatie
  • Stap 2 = random toewijzing; verdeel de proefpersonen uit je. Sample willekeurig over de verschillende condities.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

andere manieren om selectie te voorkomen

A
  • random toewijzing aan condities
  • het maken van matched group
  • een within goup design gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

design confounds

A

komen voor wanneer de onderzoeker een fout maakt in het design. een confound is een alternatieve verklaring voor een verband

vermijd deze door condities zo veel mogelijk hetzelfde zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 groepen bij experimenten?

A
  • controlegroep
  • treatment groep
  • placepogroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

confounds

A

andere potentiële uitleggen voor de gevonden correlatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

interne validiteit: selectie effecten?

A

een confound die optreedt wanneer de typen proefpersonen in de ene conditie systematisch verschillen van die in de andere conditie. zouden verschillen op de afhankelijke variabelen kunnen verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

power?

A

verwijst naar de mogelijkheid dat een studie een statistische significant resultaat laat zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

interen validiteit: order effects?

A

blootgesteld worden aan een conditie verandert hoe participanten reageren op andere conditie. gebeuren als blootstelling aan de ene variabele de reactie op de andere beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

practice effects

A

na lange tijd kunnen participanten het beter door oefening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

carryover effects

A

contaminatie tussen variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oplossing order effects?

A

counterbalancing. level van onafhankelijke variabele wordt in verschillende volgorde aangeboden:
- volledige counterbalancing
- partiële counterbalancing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bekende manier van independent group design?

A

meerdere groepen, met een pretest/posttest design. participanten zijn random toegewezen aan ten minste twee verschillende groepen en worden minstens twee keer getest op hoofd afhankelijke variabele.

17
Q

construct validiteit?

A
  • Hoe goed is afhankelijke variabele gemeten
  • hoe goed is onafhankelijke variabele gemanipuleerd
  • manipulatie check = andere afhankelijk variabele die onderzoekers checken of de manipulatie werkte
  • pilot study = simpele studie voor de echte studie
18
Q

controlevariabelen?

A

een variabele die onderzoekers in experiment constant houden. belangrijk voor het bepalen van interne validiteit.

19
Q

problemen bij een veldexperiment

A
  • selectie; is de populatie in twee omstandigheden gelijk
  • nauwelijks controle over de situatie
  • ongecontroleerde omstandigheden; dit leidt tot een oneindig aantal verwarringen.
20
Q

matching

A

ervoor zorgen dat groepen op elkaar lijken en het verschil tussen twee aandoeningen niet veroorzaakt wordt door verschillende soorten groepen. het verdelen van een groep in twee of meer groepen voor het experiment wordt ook wel between-subject design of independent groups design genoemd.

21
Q

randomiseren?

A

bij randomiseren worden proefpersonen willekeurig toegewezen aan de condities in een onderzoek

22
Q

gecontroleerde labsituatie?

A

door het experiment in een gecontroleerde labsituatie te laten plaatsvinden kun je confounds zoals waarnemerseffecten of andere niet-specifieke effecten uitschakelen.

23
Q

systematische variatie

A

het probleem dat optreedt wanneer twee condities in een onderzoek systematisch verschillend worden behandeld.

24
Q

onsystematische variatie?

A

geen confound, maar juist gebruiken omdat het onregelmatig is.

25
Q

posttest-only design

A

eenvoudigste vorm van independent group design. proefpersonen willekeurig toegewezen aan een groep met een onafhankelijke varaiabele, waar ze af en toe worden getest op de afhankelijke variabele.

26
Q

pretest/posttest design

A

proefpersonen worden willekeurig toegewezen aan een onafhankelijke variabele in een conditie waarin de onafhankelijke variabele voor en na de behandelingen worden getest op de afhankelijke variabele.

27
Q

volledige compensatie

A

waarbij alle mogelijke condities in alle mogelijke volgordes worden gepresenteerd.

28
Q

gedeeltelijke compensatie

A

enkele mogelijke volgordes van condities worden gepresenteerd

29
Q

manipulatiecontrole

A

een extra afhankelijke variabele in het experiment die wordt gebruikt om na te gaan of de manipulatie heeft gewerkt