Hoe werken kernreceptoren Flashcards

1
Q

kernreceptoren

A

eiwitten in kern
zit in cytoplasma of in kern op DNA

ligand bindt–> conformatieverandering–> activatie en directe transcriptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kernreceptor domeinen

A

ligand bindend domein: zorgt voor specificiteit
kernlokalisatie domein: receptor naar kern transport
DNA bindend domein
dimerisatie domein: want is transcriptiefactor, bindt aan andere receptor

ook co-activatie/repressor domein

kernligand: is klein en lipofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ligand bindend domein

A

hormoon specifiek en hoge affiniteit
structuur: dynamisch–> conformatieveranderingen
binding pocket bestaat uit specifieke aminozuren
bestaat uit 12 alfa-helices, bij binding ligand klapt 12e om als soort muizenval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DNA bindend domein

A

receptor specifiek en hoge affiniteit voor DNA

structuur dynamisch–> conformatieverandering

a-helices en 2 zn-clusters

kan dimeriseren met eigen receptor of andere kernreceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hormoon respons element

A

specifieke baseparen op DNA waar receptor aan bindt

korte sequentie in/nabij promotor regia van gen
5’ van transcriptie start site (TSS)

meestal 2 korte herhaalde DNA sequenties (repeats 6 bp_ gescheiden door variabele sequentie van 3 mp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

co-activatoren

A

hebben interactie met ligand-gebonden receptor

versterken activatorfunctie van receptor

intrinsiek vermogen om transcriptie te activeren

dissociatie van receptor na dissociatie vh hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

co-repressor

A

interactie met onbezette receptor
versterken van de repressor functie vd receptor
intrinsiek vermogen om transcriptie te onderdrukken

dissociatie van receptor na binding hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cortisol

A

bindt aan glucocorticoid receptor
via diffusie kern in, dan receptor translocatie naar kern na binding van ligand

receptor vormt meestal homodimeer
(kann ook mono/hetero dimeer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

T3

A

T3 receptor
naar kern door membraan transporter

receptor dimeer op DNA

receptor vormt meestal heterodimeer (met RXR)
(kan ook mono/homodimeer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kernreceptor en farmacologische receptor modulators

A

agonist: activatie transcriptie–> conformatie verandering vd receptor ten gunste van coactivator binding
antagonist: geen effect op transcriptie, blokkeert effect van agonist door competitieve binding. conformatie verandering van receptor ten gunste van corepressor binding

inverse agonist: remt basale constitutieve activiteit van kernreceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly