Hfst 8: geheugen Flashcards
verschillende geheugensystemen
- Sensorisch geheugen: beeld of geluid die even blijft hangen, veel gedetailleerde info kunnen vasthouden.
- Kortetermijn geheugen: is beperkter, maar 7 chuncks onthouden.
- Lange termijn geheugen: geheugen waarvoor training nodig is, die vaardigheden kunnen we dagen tot jaren kunnen bijhouden.
- Semantisch geheugen: hier zit algemene informatie in.
- Declaratief geheugen: info op gedetailleerd niveau bijhouden.
Proef van Sperling
Aanbieden van een aantal letters voor een korte tijd, waarna de proefpersonen de letters die ze hebben onthouden weer moeten oproepen.
Multicomponent model van Baddeley
Het KTG is opgebouwd uit een visuospatiaal schetsblad (non-verbaal), een fonologische loep (verbaal) en een episodische buffer (tussenin). Baddeley opteert voor de term werkgeheugen ipv KTG omdat er niet alleen opslag is, maar ook manipulatie en controle van de bijgehouden informatie.
schade aan dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC)
Moeite met bijhouden van informatie door betrokkenheid met het werkgeheugen. Onderzocht door de delayed response taak bij apen.
Declaratief geheugen
Het expliciete deel van het LTG, bestaande uit het episodisch geheugen en het semantisch geheugen.
niet-declaratief geheugen
Het impliciete deel van het LTG, bestaande uit het procedureel geheugen, priming en conditionering.
patiënt H.M.
Leed aan epilepsie, door het weghalen van bepaalde delen van zijn hersenen (vooral hippocampale delen) stopte dit, maar had hij ernstige geheugenproblemen. Hij kan geen nieuwe gebeurtenissen onthouden, wel intacte skill-learning.
Clive wearing
patiënt met ernstige amnesie waardoor hij na 30 sec nieuwe herinneringen vergeet.
Amnesie
Stoornis van het LTG waarbij geen nieuwe herinneringen kunnen gemaakt worden en ook oude LT herinneringen vervagen. Het semantische deel is vaak nog wel intact. Amnesie is modaliteitsonafhankelijk, materiaalonafhankelijk en testonafhankelijk.
2 belangrijke regio’s in het episodisch geheugen
het hippocampaal gebied (hippocampus, amygdala, parahippocampale cortex) + midlijn diencephalon (de dorso-mediale nucleus en de mammillaire lichamen)
Hippocampale gebieden gevoelig voor
- zuurstoftekort (anoxie)
- het stresshormoon cortisol (vaak bij PTSS)
Midlijn diencephalon gevoelig voor
- alcoholgebruik
- tumor bij het derde ventrikel
Korsakoff patiënten
Mensen die door chronisch alcoholgebruik kan schade optreden aan de thalamus en de hypothalamus, waardoor men geheugenproblemen krijgt.
anterograde amnesie
Nieuwe geheugensporen vormen is niet meer mogelijk
retrograde amnesie
De meest recente herinneringen voor het letsel worden eerst vergeten. De mate dat dit verder in de tijd gaat, samen met de mate waarin andere regio’s beschadigd zijn.
De wet van Ribot
Wanneer een letsel met retrograde amnesie zich opklaart, zullen eerst de oudste herinneringen terugkomen.
Long Term Potentiation
Zorgt voor de conjunctie van input. Via chemische processen waarbij twee neuronen samen gaan vuren, zullen deze later ook makkelijker samen vuren. Zo kan men in de hippocampus relaties leggen.
functies van het striatum (basale ganglia)
Belangrijke rol bij het leren van nieuwe vaardigheden (zowel motorisch als cognitief):
- het leggen van associaties tussen stimuli en responsen
- antwoorden selecteren
subsequent memory effect
De mate van activiteit in de hippocampus tijdens encodering = predictief voor succes tijdens retrieval
consolidatiemodel
Geheugensporen liggen opgeslagen in verschillende neo-corticale gebieden ( in initiële fase ) en de hippocampus gaat deze geheugensporen binden (consolideren)
De rol van de frontale cortex bij de encodering
Onderscheid VLPFC en DLPFC
- > VLPFC: actief wanneer we naar iets kijken met de intentie om dingen te onthouden maar ook incidenteel leren, we nemen gewoon informatie op zonder we de intentie hebben expliciet geheugensporen van te vormen. Hier zie je ook de lateralisatie van L (verbaal) en R (spatiaal).
- > DLPFC: wanneer we proberen om versch soorten informatie te associëren, en te linken aan het LTG.
Confabulaties
Het ophalen van verkeerde informatie door een letsel in de frontale cortex