Hfst 3: hemisferische verschillen/laterisatie Flashcards

1
Q

Macro anatomische verschillen

A

Linkse hemisfeer ligt meer naar achteren omdat het anterieure gedeelte van de rechter hemisfeer iets groter is. De Sylvian Fissure (centrale sulcus) is ook langer aan de rechterkant en ligt horizontaler aan de linkerkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Norepinephrine

A

Een neurotransmitter die belangrijk is voor het reageren op nieuwe stimuli in de omgeving is meer geconcentreerd rechts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dopamine

A

Een neurotransmitter die ons in paraatheid brengt om acties it te voeren is meer links geconcentreerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Broca

A

Beschreef een patiënt die een LH anterieur letsel had die niet meer kon spreken, maar wel nog taalbegrip had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wernicke

A

Beschreef een patiënt die een LH posterieur letsel had die een probleem had met taalbegrip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jackson

A

Ging uit van cerebrale dominantie. Zag de linkher hemisfeer als de dominante hemisfeer en het rechter deel als een soort van zijwiel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Milner

A

Ontdekte hemisferische specilisatie door bestuderen van patiënt HM (epilepsie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Roger Sperry

A

Ontdekte functie van corpus callosum (overdracht van info tussen hemisferen met een snelheid kleiner dan 20ms) en won hiervoor de nobelprijs + toonde belang van de RH aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vogel & Bogen

A

Ontwikkelden een behandeling voor epilepsie door het doorknippen van het corpus callosum = split brain procedure = commisurtomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Specialisatie linkerhemisfeer

A

Belangrijke rol van taalprocessen zoals spraakproductie en lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Specialisatie rechterhemisfeer

A

Belangrijke rol in de ruimtelijke functies, zoals gezichtsherkenning, 3D tekenen, WAIS blokkenpatronen maken, intonatie, herkennen emotionele expressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

WADA techniek

A

Men verlamt bij gezonde mensen 1 van de 2 hersenhelften om dat te kijken naar de impact ervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lateralisatie

A

Een taak wordt VOLLEDIG door 1 hemisfeer gedaan. Is heel uitzonderlijk, want er is meestal enkel specialisatie, maar de enige uitzondering is de contralaterale controle van sensorimotorische functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Contralaterale sensorische projectie

A

Een methode waarbij aan 1 kant sensorische informatie wordt aangeboden en men nagaat in welke hersenhelft dit geprojecteerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Visueel halfveld techniek

A

Visuele informatie wordt aangeboden aan 1 kant van het visuele fixatiepunt. Contralaterale projecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dichaptische techniek

A

Geblindoekte mensen moeten objecten voelen met linker- en rechterhand. Contralaterale projecties.

17
Q

Dichotische techniek

A

Geluiden worden in linker- en rechteroor aangeboden. Ipselaterale + contralaterale projecties, waarbij de contralaterale projecties dominant zijn, maar wel integratie van informatie!

18
Q

Verschillen in verwerking van hemisferen

A

RH: holistische verwerking + spatiale relaties + lage spatiale frequentie
LH: analytische verwerking + temporele relaties + hoge spatiale frequentie

19
Q

Spatiale frequentiehypothese

A

Verwerkingsverschillen komen door spatiale frequentie die aanwezig is in visuele beelden. Hemisferen hebben verschillende gevoeligheid voor spatiale frequenties.

20
Q

Hemisferische interacties

A
  • degradatie info
  • 5-20 ms
  • voordelig voor complexe taken en vooral jonge en oude mensen (U vorming: complexiteit van taak moet minder hoog zijn om voordeel te halen uit interactie bij jongeren en ouderen)