Hfst 10: executieve functies Flashcards

1
Q

executieve functies

A
  • Planning
  • Initiatie ( van stappenplan )
  • Monitoring
  • Bijsturing
  • Inhibitie ( prioriteit geven aan iets anders )
  • Beëindiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

situering in de hersenen

A

frontale cortex + veel lokale connecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevolgen van frontale schade

A
  1. deficits in initiatie, controle en beëindiging van gedrag
  2. verstoring van abstract denken
  3. verstoring cognitieve estimatie
  4. beperkte cognitieve flexibiliteit: abnormale reacties op nieuwigheden
  5. problemen bij doelgericht gedrag en planning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

psychologische inertie

A

Voortzetten van een bestaande toestand (zowel in passieve als actieve toestand). Getest door de vloeibaarheidstest en de Wisconsin Card sorting test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hersendeel dat actief is bij transitieve inferenties maken

A

Dorsaal prefrontale cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reversal learning

A

Bestaand gedrag vervangen door nieuw gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

herkenningstaak

A

Na een reeks plaatsjes een andere reeks laten zien en vragen dewelke ze al gezien hebben. Hierbij is normaal activatie in de temporale lob.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

recentheidstaak

A

Na een reeks plaatjes vragen ‘welk van deze twee hebt u voor het laatst gezien’? Activatie in de frontale lob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anterieure cingulate cortex

A

Staat in voor het monitoren van prestatie en foutendetectie (bron vd ERN golf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gratton effect

A

Bij congruente trails zal je sneller kunnen reageren (= congruentie effect) Bij incongruentie wordt men gewaarschuwd op toekomstige fouten waardoor het effect afzwakt en men trager reageert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wisconsin taak

A

Taak waarbij men plaatjes moet sorteren volgens een bepaalde verborgen regel (men krijgt feedback om regel te ontdekken). Men doet dit om psychologische inertie en de verstoring van abstract denken (met de moeilijkere taak!) te testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

FLANKER taak

A

Taak waarbij pp letters op het scherm te zien krijgt en ze moeten reageren wanneer dit een klinker of medeklinker is (afh vd opdracht). Deze gaan echter samen met afleiders (flankers). Wordt gebruikt op foutdetectie en adaptie te onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly