Hfst 5&6: spatiale cognitie en motorische controle Flashcards
Welk deel van de hersenen
Vooral de pariëtale cortex (dus de dorsale stroom). Beide hemisferen zijn betrokken bij het richten van beweging. De rechter hemisfeer is vooral betrokken bij de perceptie van locatie.
stereopsie
Het verkrijgen van een 3D beeld (diepteperceptie) door binoculaire (retinale) dispariteit.
oriëntatie van lijnstukken
Dit is een duidelijk rechterhemisferische taak, tenzij er taal gebruikt kan worden. Dit leidt dus tot een linker visual field voordeel (LVF), tenzij bij taal is er een right visual field voordeel (RVF)
Geometrische relaties
Het herkennen en onthouden van geometrische relaties is vooral een taak van de RH en leidt dus tot een LVF-voordeel.
Waarneming van de rotatie van een object rond zijn as
Specifieke neuronen zijn hier verantwoordelijk voor in de gebieden: V5/MT, superieur temporaal en inferieur pariëtaal.
mentale rotatie
Hoe groter de hoek van de rotatie, hoe langer de reactietijd. Split brain patiënten doen de rotatietaak sneller hun RH, terwijl bij gezonde patiënten de hemisferen samenwerken. Vooral de intrapariëtale sulcus (dorsale stroom) + het V5 gebied is hier aan het werk.
constructionele apraxie
Problemen met het natekenen van een complexe figuur (Rey-Osterrieth figuur taak) na RH-letsel.
Navigatie
Er is een verschil in de verschillende soorten navigatie door de dissociatie in de ruimte. Meestal ondervindt men problemen bij schade in de RHem.
landmark agnosie
Door schade aan de parahippocampus kan men geen nieuwe routes onthouden adhv landmarks.
anterogade desoriëntatie
Kunnen geen nieuwe representaties/map van omgevingen construeren, omdat ze geen nieuwe omgevingen onthouden door ernaar te kijken door schade aan de parahippocampus.
vinger agnosie
Onmogelijkheid om eigen vingers te localiseren/herkennen van beide handen.
anosognosie
ontkenning van eigen ziekte, zoals de verlamming van een ledemaat.
Gerstmann syndroom
links-rechtsverwarring, vingeragnosie, dyscalculie en dysgrafie komen vaak samen voor door schade aan linkse angulaire gyrus.
Balint’s syndroom
3 symptomen:
- optische ataxie: onvermogen om iets aan te wijzen op basis van visuele waarneming
- oculaire apraxie: onvermogen om blik te richten op nieuwe stimulus
- simultaanagnosie: onvermogen om verschillende elementen van het visuele veld tegelijk te zien (stoornis bij het richten van de aandacht op verschillende delen van visuele veld)
spatiale verwerking in de LH
categorische spatiale relaties